vrijdag 25 juni 2021

Paradoxaal


Het klinkt paradoxaal, maar soms denk ik wel eens dat het meedogenloze politieke en militaire beheersingsbeleid van de staat Israël per saldo een gunstig effect heeft op het imago van Joden in de wereld. Zij doen ook gewoon aan machtspolitiek!

Het is niet verheffend wat we zien: het landjepik op de Westbank, het afknijpen van een overbevolkt reservaat in Gaza, en een buitenlandse politiek die coalities met Saoedi-Arabië en andere duistere regimes niet schuwt.

Maar met dit soort Realpolitik voegt Israël zich in het bekende machiavellistische machtsspel van raison d’état dat al eeuwen gespeeld wordt door westerse grootmachten, en waar we allemaal vertrouwd mee zijn.

Heel anders dan de bevreemdende rol die de Joden ongeveer tweeduizend jaar, tussen de eerste en de twintigste eeuw, gespeeld hebben. Namelijk die van een volk dat op militair onbeschermde wijze, verspreid over de continenten, afhankelijk van de voortdurend wisselende luimen van anderen, overleefde door zich vast te houden aan zijn spirituele erfenis zoals vastgelegd in Tenach en Talmoed.

Misschien een hele prestatie, maar niet goed voor het Joodse imago. Want wat waren dat voor mensen die dit hachelijke bestaan verkozen? Luftmenschen! Dat is toch niet normaal? Daar moest een steekje aan los zijn! Of beschikten ze over geheime duistere krachten? De bevreemding riep complottheorieën op, en agressie. En dat bleek meermalen in de geschiedenis levensgevaarlijk te zijn. 

Dan kun je beter, net als de anderen, een eigen land hebben. Dat heeft ook beslist nadelen voor je imago, want je gaat vuile handen maken en het roept nieuwe conflicten op. Maar per saldo zal dat toch beter begrepen worden dan een schimmig ontworteld bestaan, zo is de redenering. Paradoxaal genoeg.

Zie ook Acceptabel cynisme en Houdt het dan nooit op?

Wil je commentaar geven of zien: klik op Paradoxaal en scrol naar beneden door.

donderdag 17 juni 2021

Het meest misbruikte woordje


Er is bijna geen woord zo vaag als het woordje ‘echt’. Of de equivalenten ervan zoals ‘authentiek’, of ‘werkelijk’. En misschien ook wel: ‘transparant’. 

Dichter des vaderlands Lieke Marsman ziet politici die woorden veel gebruiken (“dit gaan we nu eens écht aanpakken”), en zij leidt daaruit af dat echtheid, authenticiteit en transparantie in die kringen juist ver te zoeken zijn. “Politici zijn de grip op de werkelijkheid kwijtgeraakt. Dat dit inderdaad zo is, valt af te lezen aan hoe vaak ze het woord ‘echt’ gebruiken.” Columnist Stevo Akkerman vat de omgang daar met authenticiteit samen via de vuistregel ‘Zodra je dat (authenticiteit) kunt nadoen, ben je binnen’. 

Maar niet alleen politici ge- of misbruiken die woorden. In de volle breedte van het maatschappelijke en culturele leven kom je het woordje ‘echt’ opvallend veel tegen. 

Neem de discussie over het ‘ontlezen’, dat wil zeggen het probleem dat de huidige scholieren en jongeren veel minder lezen dan voorgaande generaties, onder andere als gevolg van het overvloedige social media gebruik. Akkerman zegt daarover: “Het echte lezen – dat draait om wat de tekst met je doet, hoe die je raakt, ergert, ontroert, verveelt, bedrukt, aanvuurt, overtuigt of tegenstaat – heeft natuurlijk een onpraktisch trekje: het laat zich lastig toetsen”.

Opmerkelijk vaak gaat het ook over het ontbreken van dialoog of menselijke ontmoetingen in onze samenleving. TedX presentator Sira Abenoza maakt dat tot expliciet onderwerp van haar Ted Talks, ze wil haar publiek laten ervaren wat werkelijke dialoog is. Die belangstelling komt voort uit de twee studies die ze ooit naast elkaar deed. ’s Ochtends volgde ze college aan een Business School tussen studenten die alleen maar geïnteresseerd waren in zo snel mogelijk rijk worden. ’s Middags zat ze tussen de filosofiestudenten die eindeloze gesprekken voerden over het verbeteren van de wereld. Die moesten dus met elkaar in gesprek komen. “Maar weten we eigenlijk wel wat een echte dialoog is?”

Schrijver Abdelkader Benali kan ook niet om echtheid heen als hij het over communicatie heeft: “Ik ben ongemak in het contact gaan zien als voorwaarde voor een echt gesprek, het startpunt voor toenadering en wederzijds respect”. En: “Wanneer je denkt dat je iets van elkaar weet en bij de ontmoeting ontstaat door die verkeerde aannames het ene na het andere kleine conflict, dan is er echt sprake van een gesprek. Dan komen we ergens”.

Communicatiedeskundige Betteke van Ruler zegt: “Het moet in onze tijd meer gaan over het echte verhaal: meer verbindende communicatie, die meer de menselijke ervaringen meeneemt. Hoe we kunnen doorgaan. Niet als doelgroep of draagvlak maar als mensen”.

Deze voorbeelden (met mijn markeringen) laten wat mij betreft zien dat het wijdverspreide gebruik van het woordje ‘echt’, anders dan Marsman suggereert, meer is dan windowdressing of de maskering van een tekort. Ze getuigen beslist wel van een tekort, maar dan in combinatie met een diepgevoeld verlangen om het tekort aan echtheid op te heffen, of liever: om te zetten in een weldadige overvloed van echtheid.

Maar het is nog niet zo makkelijk om de vinger te leggen op die echtheid. Misschien weten we eigenlijk vooral wat het niet is: echtheid dreigt ons te ontglippen bij een teveel aan beheersingsdrang. Als we per se grip willen houden (bij leesonderwijs: via toetsen; bij dialoog: het uit de weg gaan van pijnpunten en ongemak; in de politiek: via afvinkbare protocollen) dan slaat de onechtheid toe.

Dat is een veelgehoorde, bijna unanieme conclusie, maar toch ben ik er niet helemaal van overtuigd dat het zo eenduidig ligt. Stel, om even aan te sluiten bij de situatie van Abenoza, dat iemand is opgegroeid in diepe armoede, en zij krijgt de kans om te gaan studeren aan een Business School. Zij zal misschien alle informatie over zakendoen en businesscontrol fanatiek in zich opzuigen als weldadige moedermelk, en de uitwisseling over het opbouwen van een verzekerd materieel bestaan beleven als een zaak van primair existentieel belang. Contact daarover zal aanvoelen als beantwoording van een diepe behoefte.

Dat contact, ook al gaat het over grip of beheersing, zou ik dan ook echt of authentiek noemen, in de zin van betekenisvol. Net zoals het politieke programma dat Lodewijk Asscher voor de PvdA in zijn hoofd had (en helaas niet kan uitvoeren) om de behoefte aan zekerheid tot speerpunt van de politiek te maken. Zekerheid en grip dus als kern van zijn aspiraties, maar toch ben ik geneigd dat streven en het contact daarover echt te noemen.

Het punt van die vaststelling is: bij de business-student en Asscher gaat vervulling van de aspiraties kennelijk wél samen met beheersingsdrang, die is er zelfs voor vereist. Hier lopen echtheid en de behoefte aan grip dus heel natuurlijk parallel, anders dan in de veelgehoorde conclusie die suggereert dat ‘echtheid pas mogelijk is door het loslaten van beheersingsdrang’.

Blijft staan dat, voor andere levensterreinen, de critici van de beheersingsdrang voor een groot deel gelijk hebben: het streven naar grip en maakbaarheid staat voor aspiraties zoals leesplezier, erotische relaties, artistieke prestaties en betekenisvolle contacten de echtheid in de weg. 

Wellicht kan op dit punt de piramide van Maslow verhelderend werken. De piramide beschrijft een ordening van fundamentele menselijke behoeften en aspiraties in opklimmende volgorde. Die volgorde loopt van fysiek-economische bevrediging via sociale en psychologische veiligheid tot aan erkenning, zelfrespect en zelfexpressie.

Het gaat mij hier niet om de inhoud van de piramide, ik haal die er alleen maar bij vanwege de verschillende niveaus die hij onderscheidt. Want de mate waarin aspiraties wel of niet kunnen samengaan met beheersingsdrang zou wel eens kunnen verschillen per behoefteniveau; in sommige lagen van de piramide worden aspiraties eerder onecht dan in andere.

Grofweg kun je onderscheiden tussen de onderste lagen van de piramide en de rest. Het lijkt erop, voor de aspiraties op het lichamelijke en economische terrein, dus aan de voet van de piramide, dat echtheid goed samengaat met beheersingsdrang. Voor wie niet zeker is van zijn dagelijks brood, zijn arbeidscontract, geen pensioen opbouwt of niet uitkomt met zijn uitkering is het niet zo moeilijk om betekenis te geven aan echte verbetering. Die ziet eruit als een gedekte tafel, een vaste baan, een pensioen of een ruimere toelage. En hoe meer goed georkestreerde en beheerste organisatiekracht daarvoor wordt ingezet, hoe beter. Echt is maakbaar, voor de vakbond.

Maar voor de hogere lagen in de piramide geldt dat niet op dezelfde manier. Op het vlak van persoonlijke ontmoetingen, artistieke expressie en cultuur kunnen de aspiraties te lijden hebben van dat maakbaarheidssyndroom. Daar wordt het beheersingsstreven makkelijk contraproductief. Dat kan verklaren waarom diegenen van ons voor wie de meeste basisbehoeften al lang en breed bevredigd zijn, zo’n punt maken van echtheid. Die is bovenin niet zo makkelijk te vinden als in de onderste regionen, in ieder geval niet door inzet van de maakbaarheid en beheersing die onderin zo goed werken.

Helaas is deze voorstelling van zaken iets te schematisch. Want ook op dat basale niveau van economisch-politieke organisatie, aan de voet van de piramide, kan de beheersingsdrang contraproductief worden. De complexiteit ervan kan namelijk gigantische vormen aannemen met als gevolg een overmaat aan regulering. Een totaal gebrek aan speling kan zet zaken onbeweeglijk vast. Dat lijkt in onze samenleving een serieus probleem te zijn voor allerlei, vooral uitvoerende, overheidsorganisaties zoals UWV, Belastingdienst en de Jeugdzorg. Er wordt hard gewerkt daar en ze presteren veel, maar soms niet helemaal volgens de bedoeling. Je kunt dat ook een gebrek aan echtheid noemen: niet meer voldoen aan de oorspronkelijke bedoelingen waarvoor je bent opgericht.

Kennelijk stuit ieder menselijk streven, ook het basale economisch-politieke, op een grens aan maakbaarheid en afdwingbaarheid. Als je toch doorgaat, voorbij die grens, gaat dat ten koste van de oorspronkelijke authenticiteit, of echtheid. 

Als er dan toch nog een verschil is tussen de verschillende niveaus van de piramide, dan zal het zijn dat de grenzen van de maakbaarheid in de hogere regionen beter bekend zijn dan aan de basis. Zo bezien kunnen politici en bedrijfskundigen nog altijd iets opsteken van schrijvers, dichters en gewone mensen.

Zie ook Liefde en passie op het werk en Herkantelen

Wil je commentaar geven of zien: klik op Het meest misbruikte woordje en scrol naar beneden door.

donderdag 10 juni 2021

De meeste mensen deugen, maar dat kun je aan de buitenkant niet zien


Eventjes was het motto voor de overheid: ga uit van vertrouwen in de burger, stop met het geïnstitutionaliseerde wantrouwen. Dit uiteraard vanwege de excessen van de Toeslagenaffaire en de vele onschuldige burgers die daardoor getroffen werden.

Maar de slogan is nu een beetje bijgesteld: vertrouw iedereen, behalve medewerkers van ING en Rabobank want die probeerden eind 2020 voor enkele tientallen miljoenen euros’s extra hypotheekrenteaftrek aan te vragen, zonder dat zij daar recht op hadden. En Sywert van Lienden, die natuurlijk ook niet. Ongetwijfeld allemaal van het type hardwerkende Nederlander, maar ze flikken het toch maar.

De pendule van vertrouwen/wantrouwen is alweer op weg naar de andere kant, en dat is logisch want blind uitgaan van vertrouwen in de medemens is best extreem. In ons dagelijks leven doen we dat toch ook niet? Bijna als vanzelf peilen we bij een wat meer gewichtige transactie wat voor vlees we in de kuip hebben. Welke indruk maakt die mobiele telefoonverkoper op me, hoe klinkt die vrouw als ze haar financiële product aanprijst? Heeft dit huis geen verborgen gebreken?

Wat me verbaast is dat we in ons persoonlijk leven grosso modo een aardige balans weten te vinden tussen vertrouwen en gezond wantrouwen, maar dat dat in de politiek gepaard gaat met heftige schommelingen. De hype gaat nu eens naar ultiem wantrouwen (Bulgarenfraude, frauderende gastouders) en dan weer naar onverantwoord blanco vertrouwen (de huidige stemming). Althans voor wat de volksvertegenwoordiging en spraakmakende politici, inclusief premier Rutte, betreft. Het zal wel te maken hebben met de uitvergrotende werking van de media die er bovenop zitten in combinatie met de profileringsdrang van politici. Gemakzuchtig onnadenkend, zou Hannah Arendt zeggen.

Des te knapper dat sommige politici zich niet van de wijs laten brengen en een aardig midden weten te houden. Zoals bijvoorbeeld minister Koolmees, die in het NRC interview van afgelopen weekend benadrukte dat zowel onbestrafte fraude als onzinnige fraudejacht de democratie ondermijnen. 

De meeste mensen deugen, maar wat heb je aan die wijsheid als je aan de buitenkant niet kunt zien wie wel en wie niet?


Wil je commentaar geven of zien: klik op De meeste mensen deugen, maar dat kun je aan de buitenkant niet zien en scrol naar beneden door.

donderdag 3 juni 2021

Zo moet dat gevoeld hebben


“Natuurlijk gaat het niet lukken om vaccins internationaal eerlijk te verdelen. Volstrekt logisch toch? We zijn het zat, die pandemie, en terecht want de economie lijdt eronder en onze geestelijke gezondheid staat op het spel.”

“Je doet wat je kunt, en gelukkig kunnen wij in het Westen heel veel. In de voorraadschuren van de VS liggen inmiddels tientallen miljoenen doses overtollige vaccins opgehoopt, binnenkort zelfs honderden miljoenen. Het land houdt een strategische reserve aan, omdat nog niet duidelijk is wanneer er eventueel boosters nodig zijn. Logisch toch?” 

“Je neemt je verantwoordelijkheid, en daarom heeft Canada nu ongeveer tien keer zoveel vaccins als nodig zijn om zijn bevolking in te enten. In de EU bestaat druk op politici om de eigen bevolking voorrang te geven, en dat werd tijd want die Europese overheden sukkelden overal maar een beetje achteraan.”

Dit type van redenering moet de welgestelde zeventiende-eeuwse Hollandse burger ook gevolgd hebben als hij bezig was met de opstapeling van zijn voorraden en verzameling van rijkdommen. Hij wist heel goed dat hij en zijn familiekring tot de paar procent van de maatschappelijke bovenlaag behoorden, en dat meer dan 95 procent van zijn medeburgers moest sappelen of bedelen om überhaupt in leven te blijven. Hij kon in weelde leven en zag op straat de mensen creperen. 

Maar wat wil je anders? Dat gemak is nu eenmaal gekoppeld aan je stand. Zo is het verdeeld, dat is vanzelfsprekend, daar hoef je niet eens veel voor te doen. Je hoeft geen mensen in bedwang te houden of zo, je zit als vanzelf aan de goede kant van de lijn. Logisch toch?

Zie ook Burgerpaleizen

Wil je commentaar geven of zien: klik op Zo moet dat gevoeld hebben en scrol naar beneden door.