In de workshop Goede bedoelingen en Illusies (ook wel Illusieonderzoek geheten) ga ik met de deelnemers op zoek naar concrete voorbeelden van denkschaamte. Dat is de schaamte die je kunt hebben voor je eigen denken, vooral als je meent het beste voor te hebben met een ander. De gedachte achter de workshop is dat die schaamte je op het spoor kan zetten naar illusies die je erop na houdt.
Bij dat onderzoek leg ik, soms tot vervelens toe, veel nadruk op het onderscheid tussen denkschaamte en andere soorten van schaamte. Deelnemers willen dan vaak weten waarom ik zoveel belang hecht aan dat onderscheid. Die andere soorten schaamte kunnen toch net zo goed heel confronterend zijn? En trouwens, waarom gaat het alleen over schaamte? Andere emoties zoals trots of woede of verdriet kunnen je toch ook heel veel leren?
Bij dat onderzoek leg ik, soms tot vervelens toe, veel nadruk op het onderscheid tussen denkschaamte en andere soorten van schaamte. Deelnemers willen dan vaak weten waarom ik zoveel belang hecht aan dat onderscheid. Die andere soorten schaamte kunnen toch net zo goed heel confronterend zijn? En trouwens, waarom gaat het alleen over schaamte? Andere emoties zoals trots of woede of verdriet kunnen je toch ook heel veel leren?
Gelijk hebben ze, maar ik heb een goede reden voor mijn specifieke interesse in de denkschaamte. Die reden is gelegen in het ontstroevende karakter van die schaamte. Ik ontleen dat woord aan het vocabulaire van Edu Feltmann en bedoel daarmee dat bewustwording van de denkschaamte ontspannend kan werken in menselijke relaties. Er treedt een zekere versoepeling op.
Wat is er zo specifiek aan denkschaamte dat dit effect optreedt? Allereerst heeft rationaliteit iets hooggestemds, althans daar ga ik in de workshops vanuit. De denker die denkt voor een ander heeft met die ander het beste voor. Dat deze niet altijd gediend is van dat denkwerk kan schaamte veroorzaken voor het denken maar doet aan de goede bedoelingen van de denker niets af. Deze aandoenlijkheid stemt mild.
Daarnaast lijkt dit verschijnsel van schaamte voor het eigen denken zich voor te doen op alle levensterreinen: privé en op het werk, in steile en platte organisaties, in management en zorg. Dat maakt het tot een voor velen herkenbaar verschijnsel dat verschillen van hiërarchische positie relativeert.
De schaamte voor het eigen denken heeft iets ontwapenend hilarisch: je bedoelt het goed maar het pakt verkeerd uit. Ontdekking van dat tragi-komische effect van het denken kan een zekere ontspanning teweeg brengen in situaties waar mensen elkaar kwade wil verwijten. Het denken zélf veroorzaakt kwetsuren, daar hoef je niet per se kwade opzet of machtsstreven van anderen achter te zoeken. Vandaar dat het specifiek de schaamte voor het denken is waarop ik de focus gericht wil houden. Ontstroeving kunnen veel organisaties wel gebruiken.
Zie ook Gewaagd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten