Innovatie van financiële producten is niet verkeerd, hoor ik sommige commentatoren zeggen die de kredietcrisis analyseren. Het zou in ieder geval verkeerd zijn om via strenge regelgeving de zaak totaal te willen beheersen. Want dat zou alle vooruitgang op financieel gebied smoren en bovendien werkt het toch niet.
Eigenlijk, zegt men, kunnen we ook niemand de schuld geven van de crisis want, op enkele kritische geesten na, deed iedereen mee in het circus van de onmogelijke kredieten: banken, huizenbouwers, toezichthouders en consumenten.
Dat wil ik best geloven, maar het is toch ook een beetje onbevredigend. Ik denk dat er wel iets meer over te zeggen is. Naar mijn idee is de hausse van waanzinnige hypotheekverstrekkingen en bijbehorende handel in de risico’s te zien als een schoolvoorbeeld van de verblinding waarin het denken ons brengen kan.
Want het is wel duidelijk dat de illusiecreërende machine van de rationaliteit hier op volle toeren gedraaid heeft. Men ontwikkelde computermodellen, die waren gebaseerd op meten en rekenen; men ging ‘dus’ wetenschappelijk te werk; men mocht ‘dus’ vertrouwen op de werking van de computermodellen; men mocht ‘dus’ ongelimiteerd geloof hechten aan de zegenrijke werking ervan.
Hier openbaart zich de valkuil van het denken dat, gecharmeerd van zijn eigen eenduidige logica, meent het licht gezien te hebben en ideologisch wordt.
Over het algemeen is het zo dat waar dit – aan ons denken inherente – effect de overhand krijgt, zich op het sociale vlak formaties aftekenen die de heilsleer moeten ondersteunen. In de nabijheid van tot ideologie verworden denken tref je veelal ook een sterke sociale hiërarchie aan en topdown organisatievormen. Zo had het geloof in de financiële computermodellen zijn pendant in een hiërarchisch beloningssysteem. Weliswaar waren ook in de onderste lagen daarvan de bonussen al niet te versmaden maar naar boven toe nam de absurditeit daarvan nog eens exponentieel toe.
En dat leidt weer tot een maatschappelijke dynamiek die zo onweerstaanbaar wordt dat je heel sterk in je schoenen moet staan om twijfel te durven uiten aangaande de computermodellen en het geheel van vooronderstellingen dat aan de dynamiek ten grondslag ligt. Het verwijt dat je achterloopt, saai bent of spelbreker, ligt voortdurend op de loer.
Toch valt er volgens de econoom Lex Hoogduin wel wat te leren van de crisis. We kunnen volgens hem alerter reageren op signalen dat ideeën met je op de loop gaan. Op het niveau van het denken adviseert Hoogduin economen dan ook om minder de eenduidigheid van de logica te volgen. Zij kunnen leren meer te kijken naar de meerduidigheid van de menselijke geschiedenis, van manieren waarop angst wordt bedwongen.
En op het niveau van het georganiseerde bankwezen, dus daar waar het denken uitkristalliseert tot een organisatieconcept, pleit Hoogduin voor meer aandacht voor de werkvloer: hoe worden lager in de organisatie, in direct contact met de klant, risico’s ingeschat en genomen? En hoe verstorend werkt een beloningssysteem daarop?
Ondertussen doet zich, ten aanzien van de illusieproducerende rationaliteit, een merkwaardige paradox voor. Namelijk dat het Angelsaksische kapitalisme een zekere verwantschap vertoont met het communisme, en wel in het doordraven in het stramien van één vooraf bepaalde logica. Een - al snel 'wetenschappelijk' genoemd - idee wordt blind gevolgd om vervolgens tot een impasse te leiden. Tot en met de ironische situatie dat de liberale staat op gigantische schaal gaat nationaliseren om de financiële sector te redden.
Het Rijnlandse kapitalisme lijkt, met zijn nadruk op meerduidigheid en veelheid van belangen, van oudsher meer oog te hebben voor de verraderlijkheid van ideeën. En daardoor, paradoxaal genoeg, met minder staatsinterventie toe te kunnen. Hopen we.
Eigenlijk, zegt men, kunnen we ook niemand de schuld geven van de crisis want, op enkele kritische geesten na, deed iedereen mee in het circus van de onmogelijke kredieten: banken, huizenbouwers, toezichthouders en consumenten.
Dat wil ik best geloven, maar het is toch ook een beetje onbevredigend. Ik denk dat er wel iets meer over te zeggen is. Naar mijn idee is de hausse van waanzinnige hypotheekverstrekkingen en bijbehorende handel in de risico’s te zien als een schoolvoorbeeld van de verblinding waarin het denken ons brengen kan.
Want het is wel duidelijk dat de illusiecreërende machine van de rationaliteit hier op volle toeren gedraaid heeft. Men ontwikkelde computermodellen, die waren gebaseerd op meten en rekenen; men ging ‘dus’ wetenschappelijk te werk; men mocht ‘dus’ vertrouwen op de werking van de computermodellen; men mocht ‘dus’ ongelimiteerd geloof hechten aan de zegenrijke werking ervan.
Hier openbaart zich de valkuil van het denken dat, gecharmeerd van zijn eigen eenduidige logica, meent het licht gezien te hebben en ideologisch wordt.
Over het algemeen is het zo dat waar dit – aan ons denken inherente – effect de overhand krijgt, zich op het sociale vlak formaties aftekenen die de heilsleer moeten ondersteunen. In de nabijheid van tot ideologie verworden denken tref je veelal ook een sterke sociale hiërarchie aan en topdown organisatievormen. Zo had het geloof in de financiële computermodellen zijn pendant in een hiërarchisch beloningssysteem. Weliswaar waren ook in de onderste lagen daarvan de bonussen al niet te versmaden maar naar boven toe nam de absurditeit daarvan nog eens exponentieel toe.
En dat leidt weer tot een maatschappelijke dynamiek die zo onweerstaanbaar wordt dat je heel sterk in je schoenen moet staan om twijfel te durven uiten aangaande de computermodellen en het geheel van vooronderstellingen dat aan de dynamiek ten grondslag ligt. Het verwijt dat je achterloopt, saai bent of spelbreker, ligt voortdurend op de loer.
Toch valt er volgens de econoom Lex Hoogduin wel wat te leren van de crisis. We kunnen volgens hem alerter reageren op signalen dat ideeën met je op de loop gaan. Op het niveau van het denken adviseert Hoogduin economen dan ook om minder de eenduidigheid van de logica te volgen. Zij kunnen leren meer te kijken naar de meerduidigheid van de menselijke geschiedenis, van manieren waarop angst wordt bedwongen.
En op het niveau van het georganiseerde bankwezen, dus daar waar het denken uitkristalliseert tot een organisatieconcept, pleit Hoogduin voor meer aandacht voor de werkvloer: hoe worden lager in de organisatie, in direct contact met de klant, risico’s ingeschat en genomen? En hoe verstorend werkt een beloningssysteem daarop?
Ondertussen doet zich, ten aanzien van de illusieproducerende rationaliteit, een merkwaardige paradox voor. Namelijk dat het Angelsaksische kapitalisme een zekere verwantschap vertoont met het communisme, en wel in het doordraven in het stramien van één vooraf bepaalde logica. Een - al snel 'wetenschappelijk' genoemd - idee wordt blind gevolgd om vervolgens tot een impasse te leiden. Tot en met de ironische situatie dat de liberale staat op gigantische schaal gaat nationaliseren om de financiële sector te redden.
Het Rijnlandse kapitalisme lijkt, met zijn nadruk op meerduidigheid en veelheid van belangen, van oudsher meer oog te hebben voor de verraderlijkheid van ideeën. En daardoor, paradoxaal genoeg, met minder staatsinterventie toe te kunnen. Hopen we.
Zie ook Crisis van de moraal of van het denken?