Emmanuel Levinas, Schaamte en verandering, denkschaamte, lekker werken, organisatieverandering, communicatie, illusies, Joodse traditie, beelden, maakbaarheid, totalitarisme, geweld, management, vakmanschap, reflectie, de ander, pluraliteit
donderdag 16 oktober 2008
Illusiebusiness
Ik spreek veel en graag over illusies en het doorprikken daarvan.
De Paus doet dat ook graag, onlangs nog toen hij vertelde dat de financiële crisis ons leert dat "geld een illusie is". Hij treedt daarmee in de voetsporen van Plato die de wereld om ons heen schijn noemde en troost vond in de gedachte dat er 'elders' een ideeënwereld is die veel echter is. Als je maar goed vals en echt van elkaar weet te onderscheiden heb je een stuk minder last van de ups en downs van dit ondermaanse, zo is de gedachte.
Zo bezien neem ik, door mijn illusieonderzoeken, deel aan de ontmaskeringsindustrie die al sinds Plato en het vroege Christendom de werkelijkheid van een geestelijke wereld plaatst tegenover de schijn van de materiële wereld.
Maar ik voel me helemaal niet thuis bij hun standpunten. Daarom is er mij wel wat aan gelegen om duidelijk te maken wat het verschil is tussen hun ontmaskering en de mijne.
Wat me allereerst niet aanspreekt in hun ontmaskering is de overreactie. Het valt inderdaad niet te ontkennen dat de materiële wereld ons soms voor de gek houdt en dat er achter mooie uiterlijke schijn een verdorven werkelijkheid kan zitten. Maar om als reactie daarop nu een ideeënwereld te postuleren die veel stabieler en betrouwbaarder zou zijn, dat schiet ineens wel erg ver door en het lijkt me voort te komen uit wishful thinking.
Dat leidt me als vanzelf naar mijn tweede bezwaar: het ontkennen van de werkelijkheidswaarde van onze materiële wereld raakt met zichzelf in de knoop. Wij zijn nu eenmaal met duizend draadjes met ons lichaam, onze behoeften en onze genietingen verbonden. Ontkenning daarvan leidt tot onsmakelijk masochisme of – gebruikelijker – tot hypocrisie. Je bent met al je vezels geworteld in de materiële werkelijkheid maar wilt dat toch liever niet weten.
Het is niet voor niets dat Marlies Pernot, directeur van de Vereniging Eigen Huis, zich namens de eigen-huisbezitters kwaad maakt op de Paus. Hij heeft makkelijk praten, vindt zij, met de vele miljoenen van de kerk achter zich, heel anders dan "gewone consumenten voor wie een eigen huis of een pensioen allerminst illusoir is". Het is, zo zegt ze, ook zo neerbuigend tegenover mensen die hun geld met hard werken verdienen. En bovendien: als het ergens in de kerk wél financieel gaat knellen, zoals in de Nederlandse kerprovincie, dan toont bisschop Eijk wel dat katholiek financieel crisismanagement zich in niets onderscheidt van dat van anderen. Tja, hoe zou het ook anders kunnen?
In navolging van Plato heeft de kerk er kennelijk moeite mee een goede verhouding tot de wereld te vinden. Misschien is het haar wel gelukt op het politieke vlak, namelijk in een onderscheiding tussen wat des keizers is en wat van God. Maar op het vlak van geld en economie lag het altijd veel moeilijker. Natuurlijk moest op een gegeven moment het geld wel rollen, ook tijdens de Christelijke middeleeuwen. Maar dan liet men de geldzaken liever aan anderen over, bijvoorbeeld aan Joden. Dat kwam goed uit want die mochten geen andere beroepen uitoefenen en je kon hen dan verwijten dat ze zo materialistisch ingesteld waren. Hypocrisie begeleidde zo het Christelijke Westen als zijn schaduw.
Resteert de vraag: waarin onderscheidt zich dan mijn illusiebusiness van die van de Paus?
In wezen is het verschil dat ik niet geloof in een scherpe scheidslijn tussen schijn en werkelijkheid. En zeker niet dat schijn en werkelijkheid te koppelen zijn aan domeinen zoals het wereldse of het geestelijke. Schijn en werkelijkheid laten zich niet zo dualistisch in kaart brengen. Ze wisselen elkaar af op een nauwelijks systematisch te betrappen manier.
Voor zover er wat mij betreft een systematiek zit in het optreden van illusies is dat gekoppeld aan het denken. Hetzelfde denken dat we inzetten om de wereld te verhelderen, kan met ons op de loop gaan en verstrikt raken in zijn eigen categorieën. Misschien is het ontmaskeringsproject van Plato wel het beste voorbeeld van de manier waarop het denken zijn eigen illusies creëert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten