vrijdag 11 januari 2013

Cookies


Vanaf 1 januari 2013 zijn websites die u bezoekt verplicht om u te melden of ze cookies maken of niet. Cookies zijn kleine tekstbestanden die door een website bij een bezoekende gebruiker op diens pc kunnen worden gezet. Cookies blijven leeg zolang de pc-gebruiker  geen persoonsgegevens invult op de bezochte site. Als cookies worden ingevuld kan de informatie daarin worden uitgelezen door een browser. Dat kan alleen de browser van de gebruiker zijn (bij first party cookies) maar ook die van de websitemaker (bij third party cookies). In het laatste geval komt er dus informatie van de gebruiker bij de websitemaker terecht.

Ter geruststelling: deze website maakt geen cookies (voor zover ik weet). Als websites dat wel doen moeten ze op basis van de Telecommunicatiewet en de Wet bescherming persoonsgegevens u daarover informeren. Vandaar dat u berichten ontvangt over de nieuwe cookiewet en gevraagd wordt uw toestemming te verlenen voor het gebruik van cookies. Een toestemming die u vervolgens gedachteloos geeft omdat de website u al lang gerust gesteld heeft met teksten als de volgende: “Deze website gebruikt cookies om meer service te kunnen bieden aan onze klanten. Cookies helpen ons om door ons geleverde informatie nog beter af te stemmen op de belangstelling van de bezoekers van onze websites. Op die manier kunnen we u nu en in de toekomst voorzien van op u afgestemde informatie. U hoeft bij het eerste bezoek aan onze website in het nieuwe jaar slechts eenmalig de cookies te accepteren. Na acceptatie kunt u als vanouds alle informatie zien”.

De meest gebruiksvriendelijk manier om toestemming te registeren is, ironisch genoeg, via een cookie. In dat cookie staat dan of een gebruiker toestemming heeft gegeven voor het plaatsen van andere cookies. Het paradoxale effect van deze wet is daardoor, zo hoorde ik van deskundigen op de radio, dat nu in Nederland per computer ongeveer zoveel cookies extra zijn aangemaakt als de gebruiker op sites is geweest waar hij, al dan niet blind, akkoord is gegaan met de nieuwe regels. Aangespoord door de informatie die uitlegt dat er niks aan de hand is.

De deskundigen op de radio moesten er een beetje om lachen en suggereerden dat een heel circus is opgetuigd zonder veel verstand van zaken. Politici die over cookies spraken als over kwaadaardige programmaatjes wisten toch echt niet goed waar ze mee bezig waren.

Je kunt het exemplarisch noemen voor een kloof die veel breder aanwezig is: die tussen de werkvloer (in dit geval: de mensen thuis) enerzijds en beleidsmakers en managers anderzijds. Met een toenemend aantal techneuten-deskundigen daartussenin die zich, vaak meer dan de managers, bewust worden van de kloof.

In het radioprogramma werd de suggestie geopperd dat meer mensen in de politiek de technotaal zouden moeten spreken. Maar ik weet niet of dat de oplossing is. Het zou naar mijn idee al veel helpen als de technotaal beter verbonden werd met de gewone mensentaal. Daarvoor hoeven techneuten niet in de politiek en politici geen codetaal te leren, maar moet er bij beleidsambtenaren, financials, managers een cultuur ontstaan die de technotaal inbedt in gewone mensentaal. Natuurlijk vergt dat investering, maar dan heb je ook wat: de mogelijkheid om elkaar te begrijpen.

Opmerkelijk is dat de meer weldenkende nerds al lang zover zijn: die willen daar wel in investeren. Desondanks kwam op mijn werk die investering de afgelopen jaren niet van de grond omdat de inbreng van de ingehuurde procesexperts van de romantische soort was: die  wilden de ICT er even helemaal buiten houden. Dat was natuurlijk niet de meest geschikte benadering voor een organisatie waarin ICT inmiddels een cruciale rol speelt. Van de weeromstuit gelooft het management nu helemaal niet meer in zorgvuldige reflectie op werkprocessen en informatiestromen. De patstelling management versus ICT is helemaal terug van weg geweest.

De berichten in de media over de nieuwe politieorganisatie doen mij daar beangstigend veel aan denken. De symptomen zijn dezelfde: een werkvloer die gek wordt van haperende ICT en onbetrouwbare informatie, met schijnbeleid als antwoord daarop. En een topbaas in de persoon van minister Opstelten als een soort burgemeester Dickerdack die op klassiek-regenteske wijze sust dat aandacht voor de ICT nog wel een jaartje kan wachten. Met als terecht commentaar van kamerlid Magda Berndsen: “Maar wat als het straks niet lukt? Dan krijgt niet hij, maar de politie dat op haar bord”.

Ik ben wel benieuwd naar de nieuwjaarstoespraken van de voormalige corpschefs, nu regiochefs geheten. Of zijn die - soms geruchtmakende - toespraken misschien afgeschaft?

Zie ook Ontleren en Bellen blazen en I think to myself

Geen opmerkingen:

Een reactie posten