Voor wat betreft het ontstaan van dit drama is het al even moeilijk om helder zich te krijgen op wat zich heeft afgespeeld. Van een paar factoren in de wirwar ben ik wel overtuigd.
Bijvoorbeeld:
- dat de politiek, regering én parlement, te lichtzinnig nieuw beleid uitvaardigt zonder zich over de uitvoerbaarheid te bekommeren; denk aan het laten uitkeren van toeslagen door de Belastingdienst die eigenlijk alleen deskundig was in het invorderen van geld;
- dat bij de geringste tekenen van fraude op de knop zero tolerance gedrukt wordt; Rutte gaat hier beslist niet vrijuit: toen staatssecretaries Weekers in 2013 twijfels uitte over de strenge fraudejacht omdat de goeden onder de kwaden zou kunnen lijden, had Rutte daar geen boodschap aan; die poseert liever als stoere bewaker van grenzen;
- dat die houding zijn weerslag heeft op het ambtelijke apparaat dat daar een vrijbrief en zelfs opdracht in zag tot rücksichtlos opjagen van mogelijk onschuldige mensen;
- dat er vervolgens zoveel bureaucratische lagen zitten tussen de ambtelijke beslissers en de uitvoerders die spreken met de toeslaggerechtigden annex -slachtoffers dat allerlei signalen van schrijnend leed vervagen.
Toch denk ik dat er in de algehele mist sprake moet zijn geweest van rode lijntjes die níet vervaagden maar wel overschreden zijn. Zulke lijntjes zijn de simpele, elementaire fatsoensregels met betrekking tot de ontvangst van aangetekende stukken, of van door slachtoffers zelf – soms vanuit Drenthe en Groningen – persoonlijk in Heerlen aangeleverde bewijzen van betaling of onschuld. Als de aanleveraar een week later te horen krijgt dat er niks ontvangen is, dan is dat niet alleen gekmakend voor die persoon. Dat is een indicatie dat er heel bewust en heel systematisch door een of meerdere mensen is gezegd: doe maar alsof we niets ontvangen hebben. Een kind weet: dat is niet eerlijk. Daar is niks vaags aan, dat is een overduidelijke overtreding van recht en fatsoen. Men speelt vals. Het kan niet anders of er lopen mensen rond die weten dat ze hier over de grens gegaan zijn.
Zou het helpen om collectief die simpele maar elementaire regels van fatsoen en recht uit te roepen als onopgeefbaar en bewaking ervan expliciet te honoreren? Omdat overtreding dáárvan, naast het evidente leed van de slachtoffers, een niet te missen signaal is voor de ambtelijke top en de politiek dat er iets gruwelijk fout gaat.