Het bericht van onderzoeker Ilyaz Nasrullah meldt dat voor de productie van Artificial Intelligence-teksten (AI) per definitie menselijke creativiteit nodig is. Dat wil zeggen, niet per se voor de productie, maar voor goede kwaliteit van de opgeleverde tekstproducten. Zelfs voor sinterklaasgedichten presteren de AI-taalmodellen maar matig, ze kunnen niet zonder menselijke creativiteit.
Dat komt doordat AI werkt met tekst die al over de aardbol rondzwerft. Door de gigantische rekenkracht van hedendaagse computers kunnen die duizelingwekkende hoeveelheden circulerende tekstdata zodanig met elkaar vergeleken en gecombineerd worden dat er redelijk relevante nieuwe tekstcombinaties uit voortkomen. Maar, zegt Nasrullah, de afhankelijkheid van wat er al is impliceert dat deze ‘synthetische teksten’ niks oorspronkelijk nieuws opleveren. In eerste instantie is dat niet zo’n bezwaar omdat ‘wat er al is’ primair menselijke teksten bevat, waaronder teksten met voldoende oorspronkelijkheid en creatief niveau. Maar naarmate AI meer teksten genereert wordt het aandeel door AI zelf geleverde teksten in ‘wat er al is’ steeds groter en gaat AI dus in toenemende mate zijn eigen producten recyclen, zonder iets nieuws toe te voegen. Dit resulteert in verslechtering van de relevantie en kwaliteit van de synthetische teksten. Nasrullah: “De achteruitgang na een paar ‘generaties’ van dit proces is dramatisch. De oorzaak van deze model collapse is dat synthetische teksten niet dezelfde variatie hebben als menselijke teksten, zij zijn telkens een slag minder”. Er is dus een verschil tussen ‘mensachtige’ en ‘menselijke’ teksten en dat verschil komt neer op creativiteit die kennelijk alleen de mens gegeven is. AI parasiteert daarop maar kan op eigen kracht het menselijke niveau niet vasthouden.
Waarom word ik daar vrolijk van? Dat heeft te maken met de relativering van het toekomstbeeld waarmee de opkomst van AI vergezeld gaat. In de toekomst zouden volgens een veelgehoorde visie dankzij de prestaties van AI menselijke inspanning en creativiteit steeds minder nodig zijn. Computers nemen daarin de samenleving over en wij mensen zouden vervallen in een utopische verdoving. Dat idee, onder andere uitgedragen door Yuval Harari en eerder door Herbert Marcuse, vind ik een doembeeld. Het is een pessimistische visie van een gedetermineerde toekomst. Als ik nu hoor dat AI eigenlijk niet zonder creatieve menselijke inbreng kan functioneren vind ik dat een optimistisch tegengeluid. Kennelijk ben ik erg gehecht aan het idee van menselijke scheppingskracht en het vermogen om iets nieuws tot stand te brengen.
Nu heeft niet iedereen zin in creativiteit. Creativiteit kost best veel moeite namelijk, zeker als het om sinterklaasgedichten gaat. En in onze geïndustrialiseerde wereld met zijn illusieproducerende entertainmentindustrie is de verleiding groot om onze dromen en verlangens uit te besteden aan een systeem dat ze op technologische manier kan helpen verwezenlijken. Dat we ons ondertussen uitleveren aan de grote kapitalistische belangen daarachter nemen we dan maar voor lief. Ik snap het gemak daarvan en de aantrekkingskracht van de marketing die ons vertelt dat we achterover kunnen leunen. Ik leun ook graag achterover, maar creatieve actie vind ik toch net iets leuker.
Zie ook Zijn linkse mensen slimmer?
Wil je commentaar geven of zien: klik op AI kan niet zonder mensen en scrol naar beneden door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten