Het staat er echt in de bespreking van een artikel op online tijdschrift Aeon. Hoe raar is dat? Als je naar de dokter gaat heb je toch liever niet dat hij staat te stuntelen met de bloeddrukmeter of de stikstofpomp. Ik ben altijd blij als mijn kwaaltjes zich laten behandelen met een paar technische ingrepen die soepel worden uitgevoerd. De dokter is voor mijn lijf als de automonteur voor de APK-beurt.
Toch is dat de teneur van het artikel: er is niks mis met onzekere artsen, niet voor de artsen zelf en niet voor hun patiënten. Integendeel, de drang naar zekerheid schaadt artsen én patiënten. Zo worden klachten soms genegeerd omdat tests niets uitwezen. “Vrouwen kregen te horen dat hun vermoeidheid of pijn ‘psychisch’ was - een gevolg van medische zelfoverschatting en structureel gebrek aan tijd en empathie.” En dat heeft weer te maken met de instructies aan artsen in opleiding om zelfverzekerd over te komen. Terwijl, volgens het artikel, erkenning van eigen onzekerheid kan leiden tot echte gesprekken met patiënten. Die versterken de vertrouwensband tussen arts en patiënt en dat leidt in veel gevallen tot betere oplossingen.
Deze redenering is wel in lijn met uitkomsten van mijn onderzoek op het vlak van de ggz. Daar blijken patiënten het cruciaal te vinden dat ze serieus genomen worden. Maar ook flink wat psychiaters en psychotherapeuten vinden de persoonlijke ontmoeting met de patiënt van groot belang, ook als dat betekent dat zij hun eigen onzekerheden in het spel brengen. Dat zal ermee te maken hebben dat – nog meer dan in de somatische geneeskunde – authentiek persoonlijk contact het instrument is dat in de ggz genezing of heling kan bewerkstelligen. Een dergelijk contact gedijt niet echt in een technisch-medische omgeving met de behandelaar als alwetende fikser aan de top van een straffe kennishiërarchie.
Psychiater Bram de Ridder zegt daarover bijvoorbeeld: “Naarmate mij meer autoriteit wordt toegedicht en het appèl groter wordt om ‘de’ oplossing te zijn gaat het contact eigenlijk vaker mis. Op twee manieren gaat het mis: enerzijds krijgt de patiënt geen ruimte, en anderzijds verloochen ik mezelf want ik ben de expert aan het spelen terwijl ik me zo helemaal niet voel. Het is waar, het loslaten van de expertrol kan pijnlijk zijn want het impliceert dat ik moet toegeven dat ik een heleboel niet weet. Maar toch, bij de therapievormen waarin dat mag bestaan voel ik me het meeste thuis. Dus als ik ook de mist in kan gaan, en communicatie een waagstuk is. Voor mij is bijvoorbeeld Mentalization Based Treatment (MBT) een prettige therapievorm, omdat die ervan uitgaat dat de ander, in ieder geval in eerste instantie, niet gekend wordt en uiteindelijk misschien ook wel helemaal niet of in elk geval: nooit helemaal. Dus als ik in een MBT-sessie iets zei wat duidelijk de plank missloeg en dat vervolgens kon erkennen, dan gebeurde er iets, niet alleen met de patiënt, maar ook met mij. Dus eigenlijk tussen de patiënt en mij, en dat gebeuren kon op ongeëvenaarde manier dingen in beweging zetten. Zonder dat je het instrumenteel kunt maken, daarvoor is het teveel een waagstuk.”
Nieuw voor mij is dat in de somatische artsenij onzekerheid ook als pluspunt wordt genoemd. En wel om dezelfde reden: onzekerheid maakt echt contact en vertrouwen mogelijk. Kennelijk ook op dat terrein een onmisbaar medicijn.
Zie ook Verbinding.
Wil je commentaar geven of zien: klik op Lang leve de onzekere arts en scrol naar beneden door.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten