Waarom maak ik me eigenlijk zo druk om een mogelijk fysiek einde van de mensheid? Terwijl de mensheid tachtig jaar geleden al moreel failliet ging?
Dat vraag ik me af naar aanleiding van de indringende tweede aflevering van Koen Verbraaks televisieserie Het beloofde land. In de serie interviewt Verbraak ruim twintig bekende en onbekende Nederlandse Joden over het Jodendom, zionisme, de Sjoa en de toekomst van Israël. De tweede aflevering ging over de periode van de Tweede Wereldoorlog. Aan bod kwamen onder meer Duitse razzia’s waarbij Joden uit hun huizen gedreven werden, omwonenden die dat met verrekijkers volgden, ondergedoken kinderen onder de vloer tussen ratten en muizen en natuurlijk de grote moordmachine. “Je moet er niet te veel aan denken”, zegt één van de overlevenden, “want dan word je gek”. Arnon Grunberg benoemt Auschwitz aan het einde van de aflevering als “een lidteken op het gezicht van de mensheid”. Wat doet het er dan nog toe dat we bovendien druk bezig zijn ons leefmilieu te verpesten? We hebben het toch al verkloot.
De vraag is wel: waarom hakt speciaal deze misdaad tegen de menselijkheid – de Sjoa dus – er zo in? Wie zich enigszins verdiept in de geschiedenis van de mensheid komt grote moordpartijen tegen in de Oudheid, kinderoffers in Zuid-Amerika, slavenschepen op de Atlantische Oceaan, geweld van Israël tegen de Palestijnen, geweld van de Palestijnen tegen Israël en gruwelijke bombardementen van Poetin op Oekraïne. Je hebt de Sjoa niet per se nodig voor de conclusie dat de mensheid moreel failliet is.
De speciale plaats van de Sjoa temidden van deze mensgemaakte rampen zou weleens van doen kunnen hebben met het ontluisterende contrast dat bij de Sjoa aan de orde is. Het contrast namelijk dat het een zeer ontwikkelde en verfijnde beschaving was – de Duitse, met haar muziek, haar denkers en dichters – waarin de gruwelijke vernietiging plaatsvond. En dat – naast de massa’s arme Joden – evenzeer ontwikkelde, zelfbewuste en voluit aan de samenleving deelnemende Joden het onderspit delfden. Daardoor is hier niet alleen de, aan ieder weldenkende mens bekende en bijna banale, geneigdheid tot het kwaad in het geding. Maar minstens zo vernietigend: ook de hoop dat ‘beschaving’ ons verder brengt houdt geen stand. Dat maakt de Sjoa zo extra ontmoedigend.
Want: kun je wel verder zonder hoop? Ik denk van niet. Maar dan hebben we een groot probleem, want die hoop verkrijgen we dus niet meer via het geloof in wat ethicus Frits de Lange ‘de metafysische droom van het Westen’ noemt. Die vertelt ons sinds Plato over het bestaan van een stabiele orde van het Ware, het Schone en het Goede die voor ons bereikbaar is. Voor het handhaven van die droom was het Westen, aldus De Lange, bereid om andere levende wezens (dieren, planten, niet-westerse mensen) aan zich te onderwerpen. De superieure pretenties die daaraan vastzaten zijn definitief ontmaskerd als vals. Het socratische denken blijkt onverbloemd zelfverheffend, de westerse esthetiek werkt uitsluiting in de hand en ‘het Goede’ is te lang gepaard gegaan met uitbuiting en imperialisme. Hoop kun je alleen nog maar hebben als de samenleving het falen van die metafysische droom onder ogen gaat zien.
Als de ecologische crisis ons dat nederige besef kan bijbrengen zou er weer wat te hopen zijn, zoals de fysieke redding uit de klimaatdreiging, en de morele redding uit ons superioriteitsdenken. Voor die dubbele hoop, en om dít denkwerk een beetje draaglijk te houden, put ik deze keer uit het laatste couplet van het laatste gedicht van Huub Oosterhuis, het Lied van de zevende dag.
Jij die je krachten geeft
Om aarde en hemel te hoeden
Jij met de last op je schouders
Te zorgen voor lichaam en ziel:
Ik schenk je de zevende dag
Om jezelf te hervinden
Dag van rusten maal rusten
En dat wij vinden elkaar
Zie ook Dichter, trooster, zwager, zwijger.
Wil je commentaar geven of zien: klik op Failliet en scrol naar beneden door.
Ik moest van mijn stiefvader op 10 jarige leeftijd (1973) alle dagboeken lezen en documentaires zien als getuige om te voorkomen dat dit ooit nog zou gebeuren. Heb tot op het bot in shock nachtenlang gehuild, wilde dat ik nooit als mens geboren was. Reddeloos verloren. Groet, Blanka
BeantwoordenVerwijderen"Hoop kun je alleen nog maar hebben als de samenleving het falen van die metafysische droom onder ogen gaat zien." Ja, dat is ook mijn inzicht, momenteel.
BeantwoordenVerwijderen