Tegelijkertijd hebben beide filosofen zo hun reserves ten opzichte van dat denkvermogen. Habermas ziet scherp de gevaren van op de rede gebaseerde economische en administratieve systemen waarin menselijkheid in het gedrang komt. En Levinas is van mening dat de rede aan de lopende band illusies produceert. Die scepsis werd bij beiden gevoed door hun ervaringen met het twintigste-eeuwse geweld van nazisme en Sjoa waarin zij doorwerkingen bespeuren van het moderne denken. Zowel Habermas als Levinas hebben er veel voor moeten doen om uiteindelijk hun liefde voor de rede te laten prevaleren boven hun grote scepsis.
De scepsis ten aanzien van de rede werd Habermas indringend bijgebracht door denkers van de Frankfurter Schule als Horkheimer en Adorno, bij wie hij zich in de jaren vijftig aansloot. De Frankfurter Schule stond zeer kritisch tegenover het traditionele idee van een rationaliteit die de maatschappij op een goede manier kan inrichten, zoals men zich dat vanaf de Verlichting tot in de twintigste eeuw voorgesteld had. Horkheimer en Adorno onderzochten de redelijkheid van de rede zelf en kwamen tot ontluisterende conclusies. De rede heeft gefaald en de rationaliteit en haar idealen zijn in haar tegengestelde omgeslagen: in fenomenen als de Sjoa toont het Westen zijn ware gelaat, dat van onderdrukking en geweld.
Habermas onderschreef veel van de ideeën van het Frankfurter duo, maar worstelde tegelijkertijd met de consequenties ervan. Hun filosofie had iets zelfvernietigends en was ontoepasbaar. Zij bestreden de status quo, maar geloofden niet in verandering. Habermas wilde in het nazisme niet het definitieve failliet zien van de op rede gebaseerde beschaving. Hij hervond geleidelijk aan zijn vertrouwen in de menselijke rede door een eigen, wel toepasbaar antwoord te formuleren op de inktzwarte analyse van de Frankfurter Schule.
Levinas op zijn beurt zocht na de oorlog, waarin zijn gehele Litouwse familie was uitgemoord, steun in de Joodse traditie en vond die daar. Onder leiding van de geniale Chouchani – een mysterieuze combinatie van clochard, wandelende Jood en groot geleerde – ging hij de Talmoed bestuderen. Door hem kreeg Levinas naar eigen zeggen het vertrouwen in de boeken weer terug.
De verschillende manieren waarop de twee filosofen hun scepsis hebben overwonnen leidden uiteindelijk tot twee nogal van elkaar verschillende posities ten opzichte van de rede.
Habermas vond een toepasbaar uitgangspunt in zijn humanistische geloof dat de intermenselijke dialoog een mogelijkheid biedt om te komen tot beter begrip tussen mensen. Dit bracht hem onder meer tot de stelling dat er, naast de door de Frankfurter Schule diepgaand geanalyseerde doel-middel-rationaliteit, zoiets is als de ‘communicatieve rede’, die wezenlijk anders van aard is. De rede van de doel-middel-rationaliteit gaat instrumenteel te werk en beschouwt alles wat zij tegenkomt, inclusief menselijke wezens, als middelen voor het bereiken van haar doel. De rede van de communicatieve rationaliteit gaat uit van de eigenheid van de menselijke communicatie zelf. Wanneer mensen in gesprek met elkaar treden, doen ze immers meer dan de ander louter als middel of instrument gebruiken, want ze veronderstellen dat ze te maken hebben met rationele personen, en die zijn doelen in zichzelf.
Voortbouwend op dat uitgangspunt is het volgens Habermas mogelijk een methodiek te ontwerpen voor het goede gesprek: een gespreksethiek. Habermas claimt dat een goed uitgewerkte gespreksethiek voor alle mensen bruikbaar is, en dus universele geldigheid heeft.
Levinas zocht zoals gezegd aansluiting bij de Joodse traditie. Zijn interpretatie daarvan gaf hem in dat de beperkingen van de rede niet volledig met behulp van de rede te repareren zijn. Want volgens hem heeft alle rede iets blinds en eenkennigs, er is geen speciale rede te vinden die op die regel een uitzondering is, zoals Habermas claimt. Dus moet het antwoord op het tekort van de rede volgens Levinas iets zijn van buiten de rede, iets geheel anders. Daarmee doelt hij niet op muziek of romantiek. Nee, hij ziet dat primair komen van de ervaring dat de andere mens waarmee wij thuis of op het werk te maken hebben ons regelmatig totaal verrast. Hij of zij is soms geheel anders dan wat wij hadden kúnnen verzinnen, en repareert daarmee onze verzinsels.
Levinas gelooft zeker ook in de kracht van de zoekende dialoog en de corrigerende werking die daarvan uit gaat. Maar niet in dezelfde mate als Habermas. Levinas gelooft niet dat je miscommunicatie en kwetsing in de communicatie vóór kunt zijn. Daarvoor is het autistische en zelf-misleidende karakter van de rede simpelweg te groot. Dus de grootschaligheid en gedetailleerdheid van Habermas’ maatregelen doen vanuit het perspectief van Levinas een beetje grotesk aan. Je kunt een heel eind komen met je eigen maatregelen, aldus Levinas, maar je zult er door de ander toch steeds op betrapt worden dat je, met al je goede bedoelingen, te ver bent gegaan. Communicatie is niet zo maakbaar als Habermas gelooft. Het blijft een waagstuk, zegt Levinas, en dat treft mij soms als zeer juist.
Zie ook Bristol en Lekker irrationeel (2)