Denken is niet onschuldig. Soms lijkt dat wel zo te zijn temidden van alle
euforie rondom de nieuwe paus. Hij leeft zo sober. Hij communiceert zo goed.
Hij lacht. Hij durft zich Franciscus te noemen!
En tja, verder is hij recht in de leer en conservatief in
zijn denken, maar dat lijkt er niet veel toe te doen. Op grond van al die
andere, positieve, eigenschappen van de nieuwe paus wordt door velen al gehoopt
op een herstel van het imago van de kerk en van een Katholiek reveil.
Maar waarom is dat dan eerder Johannes Paulus niet gelukt,
die over die positieve eigenschappen ook ruim beschikte? En waarom lukte dat
Johannes XXIII kennelijk niet, ja waarom lukte dat eigenlijk Franciscus van
Assisië niet, door wie de huidige paus zich laat inspireren.
Ik denk dat voor het antwoord op die vraag juist de kerkleer
wel eens een belangrijke verklaring kan vormen. Want die is samen te vatten als
een staaltje van dualistisch denken dat de tegenstelling tussen het hoge leven
van de geest en het zondige leven van de wereld tot uitgangspunt neemt. In de
woorden van Franciscus volgens het Journaal: “De kerk moet zich verre houden
van wereldsheid, want wereldsheid is des duivels”. Engelachtige seksloosheid
versus bezoedelende begeerte, edelmoedige armoede versus hebberig materialisme,
dat is het Evangelie in zijn pure notedop.
Kom daar in een moderne wereld eens om, waar het dagelijks
leven grotendeels gestructureerd is op basis van het mogen en kunnen uitoefenen
van bezitsrechten, seksuele begeerte en geldingsdrang. En waarbij alle
inspanningen erop gericht zijn om dat op acceptabele wijze te laten gebeuren.
Afwijzing van die impulsen kan moderne mensen niet anders dan als wereldvreemd
voorkomen, het gaat erom ze in goede banen te leiden. En voor dat doel hebben
burgers tegenwoordig andere en betere middelen tot hun beschikking dan de
goede raad van de paus.
In werelddelen met minder burgerlijke vrijheden dan in het
Westen zal de simplistische kerkelijke boodschap nog wel landen. Maar zo gauw
zich ergens een zelfbewuste middenklasse van betekenis ontwikkelt en
burgerlijke vrijheden worden gekoesterd zal het traditionele dualisme gaan
aanvoelen als achterhaald. Het loopt dan al gauw uit op een maskerade of een
Vaticaans bankschandaal of seksueel misbruik of alles tegelijk. Je zult er
doorheen moeten, door die wereld.
Wie dat als eerste doorzagen in het zich ontwikkelende
Westen waren de Protestanten. Niet voor niets waren die vanaf de beginperiode
van de Reformatie, zeker in de Vlaamse en Nederlandse gebieden, afkomstig uit
de stedelijke burgerij. Dat waren mensen die voor de regulering van hun bestaan
al gewend waren voor een groot deel te steunen op hun eigen denkvermogen en
organisatietalent. De ene, voorgeschreven, simplistische kerkelijke leer werd
door velen als te knellend ervaren. Deze mensen zochten naar eigen
formuleringen van de leer, die op onderdelen ook meer werelds leven moest
toelaten. Zo werden de leden van de kerkeraden democratisch gekozen en mochten
ambtsdragers in de Protestantse kerk gehuwd zijn.
Dat in essentie het oud-kerkelijke schema van objectief
vaststelbaar goed tegenover fout in het Protestantisme niet werd verlaten kan
blijken uit het feit dat binnen de nieuwgevormde kerkgemeenschappen de
denkdwang niet minder heftig was dan voorheen in de Una Sancta. Maar er waren
wel meerdere kerkgenootschappen naast elkaar. Er viel, in tegenstelling tot de
tijd ervoor, iets te kiezen. Je mag de Protestantse scene dus behalve wat
volwassener ook wel pluralistischer noemen.
Mijn punt is dat deze historische verschijnselen en
ontwikkelingen een trend zichtbaar maken, namelijk van meer naar minder
simplisme en van minder naar meer complex en volwassen denken. En dat dat voor
het succes van een religieuze gemeenschap in het Westen een niet
verwaarloosbare factor is. Dat laat zich niet zomaar meer terugdraaien.
Als ik tegelijkertijd vaststel dat de Rooms-Katholieke kerk
zich – met een hoog gehalte aan evangelisch dualisme en simplisme – nog steeds
aan het primitieve einde van dat denkontwikkelingsspectrum bevindt, en dat de
nieuwe paus zich daartoe bekent; dan vind ik die groepjes juichende
adolescenten en nonnen misschien wel ontroerend maar ik zie ze ook een beetje
buiten de geschiedenis staan. Dolgelukkig dat de nieuwe uitverkorene van de Heilige Geest hún denkwerk gaat verrichten.
Naud,
BeantwoordenVerwijderengoede column waarvan ik de essentie helemaal kan onderschrijven.
ik weet niet zeker of we in ons denken en leven helemaal zonder een zekere mate van dualisme kunnen? Wel lijkt het mij noodzakelijk, dat gezocht wordt naar verbindingen tussen dat wat we denken en wat we leven. Dat hierin door de nieuwe paus pogingen zullen worden ondernomen, berust misschien op een illusie. Tegelijkertijd ben ik van mening dat wel geluisterd moet worden naar gedachtengangen van Franciscus (Bergoglio)die mogelijkerwijs die verbindingen kunnen initiëren. Hij is immers - wereldwijd gezien -een invloedrijk persoon. Zie bijvoorbeeld deze uitspraken: http://www.zenit.org/en/articles/havana-prelate-shares-notes-from-cardinal-bergoglio-s-pre-conclave-speech?utm_source=feedburner&utm_medium=feed&utm_campaign=Feed:+zenit/english+%28ZENIT+English%29&utm_content=Google+Reader
BeantwoordenVerwijderenVerder acht ik de overtuiging, dat katholieken zelf niet nadenken een vooroordeel dat niet berust op een verbinding tussen denken en leven.Overigens vind ik het lezen van uw columns zeker de moeite waard.
Met vriendelijke groet,
René van Doremalen
Dank voor je reactie, René.
VerwijderenDat katholieken niet nadenken, dat klinkt inderdaad wel erg beledigend. En ik wil niet beledigen. Maar ik ben wel van mening dat prikkelen tot zelfstandig nadenken niet sterk ontwikkeld is binnen de traditie en het instituut van de RK Kerk. En daar heeft de nadruk op het centrale leergezag veel mee te maken.
Groet, Naud
Beste René,
BeantwoordenVerwijderendoor de wijze waarop gedacht wordt 'voor een ander' in de kerk toont ze haar eigen onmogelijkheid aan. De werkelijke Ander wordt het zwijgen opgelegd.