Het filosofische proza van Levinas heeft geen beste reputatie qua leesbaarheid. Eén van de bezwaren is dat hij overvloedig strooit met onbegrijpelijke termen en lastige concepten. Een voorbeeld daarvan is het onderscheid dat Levinas maakt tussen wat hij noemt ‘Zeggen’ en ‘Gezegde’ (in het Engels: tussen ‘saying’ en ‘said’).
Zeggen is een werkwoordsvorm en daarmee duidt Levinas aan dat het om een activiteit gaat. Door iets te zeggen doe je iets, je maakt een begin, je handelt in een ambigue situatie, je creëert in expressie iets wat er daarvoor nog niet was – wat Levinas betreft altijd ten overstaan van een ander mens. Het Gezegde is daar het product van, het is iets, en dat heeft dus de vorm van een zelfstandig naamwoord. Levinas benadrukt het dinglijke, stellige karakter van het Gezegde: zodra het gezegd is zijn de woorden de band met hun vloeibare oorsprong kwijt, ze stollen in valse eenduidigheid. Maar wat erger is, het Gezegde heeft de neiging om het Zeggen te absorberen, dat wil zeggen: zijn eigen oorsprong in de expressie van het Zeggen te vergeten en zichzelf op de voorgrond te plaatsen.
Nu is het, aldus Levinas, ook heel moeilijk om het moment van het Zeggen te bewaren of te achterhalen, of beter: dat kán helemaal niet. Want ten eerste is dat moment voor altijd voorbij, en ten tweede omvat dat ambigue moment altijd meer dan in het Gezegde kon worden uitgedrukt. Wat wél kan: ontzeggen wat er Gezegd is, om daarmee de onterechte, stellige pretenties van al het Gezegde dat in omloop is kritisch onder de loep te houden. Dat laatste ziet Levinas als de taak van de filosofie.
Moeilijk dus, deze concepten. Maar dankzij de opkomst van AI denk ik dat ze iets gemakkelijker te illustreren zijn. Om te beginnen: het Gezegde, opgevat als alle (geschreven) tekst die over de hele wereld in omloop is, dat is letterlijk (!) het materiaal waar AI mee werkt. Het laat daarop rekenkracht en statistiek los en voegt daarmee per definitie niks nieuws toe. Peter Kuipers Munnike legt uit waarom een AI model zoals ChatGPT nooit in staat zal zijn om een creatieve tekst of een origineel idee voort te brengen. “In de kern zoekt het model naar het meest waarschijnlijke woord dat volgt op de woorden die al geschreven zijn. Je kunt de werking daarvan mooi zien in chatapps op je telefoon. Als je zelf „van harte” intoetst, geeft je telefoon als vervolgsuggesties „gefeliciteerd”, „proficiat”, of een emoji met een feestmuts. Daarmee heb je hoogstwaarschijnlijk het juiste vervolg van die zin wel te pakken – die ene keer dat je van harte een condoleance per tekstbericht afdoet daargelaten.”
Het Zeggen, vervolgens, is op te vatten als precies datgene wat AI niet kan: zich uitdrukken, origineel zijn, op een idee komen. Kuipers Munneke stelt vast dat door AI geproduceerde muziek zielloos, saai en mainstream is. “Hier schittert het onvermogen om iets creatiefs te maken, omdat AI nu eenmaal ontworpen is om het meest waarschijnlijke vervolg te geven aan een melodie of akkoordenschema. AI zal daarom ook nooit de volgende Beethoven, Stravinsky, Queen of Radiohead worden.” Zo is het ook met goed schrijven, een vermogen dat Kuipers Munnike zijn studenten in het academisch onderwijs wil bijbrengen. “AI is prima in staat om teksten te schrijven die in het verlengde liggen van wat er al geschreven is. Maar om nieuwe ideeën te formuleren en ze helder op papier te krijgen, zul je zelf aan het werk moeten. Schrijven gaat niet over na-apen of reproduceren. Schrijven is een scheppend proces waarvan originaliteit en verrassing de kern zijn.” Vervang ‘schrijven’ door ‘Zeggen’ en je bent bij Levinas.
Wil je commentaar geven of zien: klik op Levinas en AI en scrol naar beneden door.