donderdag 19 juli 2018

Fort Europa


Fort Europa, het lijkt ervan te gaan komen. Met tienduizend grenswachten, en mogelijk ontschepingsplatforms en terugnamepunten aan binnengrenzen.

Tot een paar jaar geleden was het volkomen incorrect om zoiets te opperen of daarmee in te stemmen. Dat dat nu gewoon gebeurt zou kunnen duiden op moreel verval van Europa, dat zijn geloof in humanitaire waarden en mensenrechten verkwanselt.

Maar ik weet niet of dat zo is. Het is zonder meer waar dat in ieder geval de West-Europeanen de overtuiging hadden dat ze in die waarden geloofden. Dat was omdat we op sommige momenten er ook inderdaad naar konden handelen, zie het ‘Wir schaffen das’ van Merkel. Maar dat was ook omdat we lange tijd – al ruim vóór 2015 – het probleem van migratie op afstand konden houden door het vooral bij Italië en andere zuidelijke landen neer te leggen en daarnaast te ijveren voor ‘opvang in de regio’. Als je wilt kun je het hypocriet noemen, maar grosso modo speelden (West-)Europeanen het klaar om koestering van de eigen welvaart en veiligheid te combineren met het zelfbeeld van strijder te zijn voor humanitaire waarden.

Die spagaat is op dit moment niet goed meer vol te houden, door nieuwe inzichten die we gekregen hebben. Het lijkt er bijvoorbeeld op dat Merkel met haar beleid de Duitse samenleving heeft overvraagd. Een samenleving kan minder migratie aan dan in alle oprechtheid werd gedacht. Voordat je het weet creëer je op die manier een populistische weerstand die je veel verder van huis brengt. Daarmee rekening houden is realistisch, en geen zwakheid.

Verder realiseren we ons nu dat Oost-Europa dat geloof in onze waarden nooit op dezelfde manier geïnternaliseerd heeft. Wat dat betreft zit minister Blok er niet zo ver naast als hij zegt dat het straatbeeld in Praag en Warschau er anders uitziet dan bij ons. Dat Oost-Europese landen wel lippendienst bewezen aan die waarden had alles te maken met de eisen die West-Europa stelde voor toegang tot de EU. Dat kun je Oost-Europese hypocrisie, of West-Europese bevoogding noemen, maar zo is het gegaan. Van verkwanselen van waarden is in ieder geval geen sprake, want Oost-Europa heeft die waarden nooit oprecht beleden. Het heeft wel de EU-plannen voor spreiding van de migranten gefrustreerd, maar daar ging dus al een West-Europese blindheid aan vooraf.

Tenslotte wordt duidelijk dat de toestroom van migranten, met name vanuit Afrika, wel eens veel groter zou kunnen worden dan Europa ooit heeft kunnen denken, en daarmee onze welvaart serieus bedreigt. Dat inzicht stelt vragen aan je geloof in humanitaire waarden, hoe oprecht je daar tot nu toe ook in geloofde.  Het is nooit echt de bedoeling geweest dat wij welvaart zouden inleveren.

De spagaat was kortom, tot een paar jaar geleden, simpelweg beter vol te houden dan nu. Omdat een oprecht geloof in humanitaire waarden te combineren was met handhaving van onze levensstandaard en veiligheid. Dat kan niet meer.

Het is waar, er zijn nog steeds oprechte idealisten. De organisaties die reddingsoperaties uitvoeren op de Middellandse Zee. Maar, eerlijk gezegd, vind ik dat de voorvechters van volledig open grenzen zich weleens mogen afvragen in hoeverre zij met hun radicale ideeën het andere, namelijk populistische, radicalisme voeden. Of je wilt of niet, je bent onderdeel van een groter systeem en zult rekening moeten houden met anders denkende, noem ze voor mijn part minder verlicht denkende, delen van onze samenleving: Oost-Europeanen, Duitse populisten, Italiaanse kiezers.

Zie ook Met universele waarden kom je niet ver

vrijdag 13 juli 2018

Levinas en René Girard


René Girard is de filosoof van het zondebokmechanisme. Daaronder verstaat hij het verschijnsel dat één mens geslachtofferd wordt als genoegdoening voor de uit de hand gelopen rivaliteiten binnen een collectief. Dat mechanisme is al zo oud als de mensheid, maar Girard heeft het in de twintigste eeuw een plaats gegeven binnen de filosofie. Daarmee komt hij dicht in de buurt van een aantal thema’s van mijn favoriete filosoof Emmanuel Levinas.

In zijn beschrijving van het mechanisme in zijn boek God en geweld start Girard bij wat hij noemt de ‘mimesis’: de neiging van mensen om elkaars gedrag te kopiëren. In feite gaat het daarbij om jaloezie – mensen willen zijn of bezitten wat andere mensen zijn of bezitten.

De mimetische rivaliteit leidt vervolgens tot een bepaalde dynamiek die verschillende stadia doorloopt. De eerste stap is de strijd van allen tegen allen, bijvoorbeeld binnen een stadsgemeenschap. Als die strijd onbeheersbaar gewelddadig wordt kan de tweede stap in werking treden: de strijd van allen tegen allen wordt een strijd van allen tegen één. Die ene wordt fysiek geslachtofferd – meestal betekent dat: vermoord – en die gebeurtenis brengt de rust terug in de stad. Door dit weldadige effect wordt het slachtoffer al snel vergoddelijkt en als steun en toeverlaat aanbeden door de burgers.

Maar om op termijn de rust te kunnen handhaven is voortgaande slachtoffering noodzakelijk, en in die lange-termijn-behoefte blijkt het oorspronkelijke slachtoffer opnieuw een rol te kunnen spelen. Weliswaar is het slachtoffer al dood en heilig verklaard, maar het kan heel goed opnieuw geslachtofferd worden, alleen nu op symbolische wijze. Dat bevalt goed en dat gaat men vervolgens ieder jaar herhalen. De offerrituelen die daarbij horen hebben een verzoenende en kalmerende uitwerking op de stadsbevolking.

Zes jaar later, in zijn boek Wat vanaf het begin der tijden verborgen was, stelt Girard vast dat in de loop van de tijd een verschil zichtbaar wordt in de omgang met het zondebokmechanisme. Waar de heidense mythologieën, zoals die van de Mesopotamiërs, de Egyptenaren en de Grieken, hun geloof in de reinigende werking van het zondebokoffer volhouden zolang hun cultuur bestaat, ontstaat daar in de Hebreeuwse Bijbel twijfel over. Daar duikt geleidelijk aan de gedachte op dat de zondebok wel eens onschuldig zou kunnen zijn, of gepaard gaat met onnodig veel geweld.

Dat is dodelijk voor het effect van het mechanisme, want als maatschappelijk fenomeen werkt het systeem alleen als iedereen het eens is over de zondebok. Het slachtoffer moet dus neergezet kunnen worden als de oorzaak van de huidige ellende. En daar moet iedereen in geloven, inclusief de zondebok, al is het maar omdat hij zich er niet tegen kan verweren. Zodra iemand in staat is om te zeggen: dit is een zondebok, werkt dat mechanisme niet meer voor ons.

En precies dat gebeurt, aldus Girard, in de Hebreeuwse Bijbel. Eén van de plaatsen waar de twijfel over de zondebok opduikt is het boek Job. Als zijn vrienden op hem inpraten en hem proberen te overtuigen dat de ellende waarin hij zich bevindt zijn eigen schuld is, dan weigert Job daarin mee te gaan. Hij laat zich niet gebruiken als zondebok.

Het is, volgens Girard, de verdienste van de Hebreeuwse profeten dat zij het besef omtrent de mogelijke onschuld van de zondebok hebben geïntroduceerd. Zij maken bezwaar tegen deze vorm van sacraliteit die zo dicht tegen geweld aanschurkt. Zij nemen de offerrituelen op de korrel en verkondigen dat het uiteindelijk gaat om individuele en collectieve rechtvaardigheid en om niets anders.

Naar mijn idee lopen veel van Levinas’ opvattingen parallel aan deze denklijnen van Girard. Ook Levinas laat zich inspireren door de profeten en vooral hun gedachte dat niets, geen offers maar ook geen instituten of heersende moraal, jouw persoonlijke verantwoordelijkheid kan vervangen.

Tegelijkertijd is duidelijk dat op een verder punt de wegen van de beide filosofen uit elkaar gaan. Voor Girard is de logische consequentie van de ontwikkeling die hij in de Hebreeuwse Bijbel waarneemt de kruisdood van ‘het lam’ Jezus. Christus drijft op ultieme wijze de spot met het mechanisme van de zondebok, en wel op twee manieren. Enerzijds gelooft ook hij, net als Job, niet in zijn eigen schuld; maar anderzijds neemt hij toch het lijden op zich. Daarmee legt hij in één klap het geweld bloot waarop de religie en de beschaving zijn gegrondvest. Daardoor zal, aldus Girard, het mechanisme van de zondebok niet meer werken en heeft Christus ons allemaal werkelijk verlost van alle geweld dat in naam van het heilige gepleegd wordt.

Dat ‘ons allemaal’ zal Levinas te opdringerig in de oren hebben geklonken. En hij zal erop gewezen hebben dat het zondebokmechanisme met het ontstaan van het Christendom bepaald niet is verdwenen. Het Christendom beschouwde nog eeuwenlang het lijden van Christus als een offerrite, en blijft dat in het misritueel ook systematisch herhalen. Daarnaast zijn gedurende bijna twee millennia Christelijke overheersing de Joden veelvuldig ingezet als zondebok waarop allerlei maatschappelijke onvrede geprojecteerd kon worden.

Door een levinassiaanse bril bekeken moet je zeggen dat Girard wat te vroeg gejuichd heeft en een zekere blindheid vertoont voor het reëel bestaande Christendom en zijn gedroomde moraal.

Zie ook Zondebok (2)

zondag 1 juli 2018

Voetbal, broeklengte en islamisering


Als je die ultrakorte voetbalbroekjes van de jaren zestig en zeventig vergelijkt met de comfortabele lengtes van vandaag de dag, dan is de voetbalkledij toch wel een stuk relaxter geworden. Eerlijk gezegd vond ik die hitserige broekjes er toen al niet uitzien, en het heeft beslist bijgedragen aan mijn desinteresse voor of weerzin tegen alles wat sportief was. Bewegen vond ik altijd wel leuk, maar met ballen was ik onhandig en de lol van het breken van records ken ik niet.

Laatst las ik dat, in weerwil van de seksuele bevrijding die we vanaf de jaren zestig hebben beleefd, de niet-preutsheid van de samenleving niet langer dan een decennium geduurd heeft. De associatie van publiek bloot met nieuw gewonnen vrijheid was gedurende de jaren zeventig zo sterk dat het de afstotende werking ervan overtrof. Maar daarna werd het waarschijnlijk toch als te onrustig beleefd.

In ieder geval ontwikkelde zich vanaf de jaren negentig de sportieve en andere mode weer naar beduidend langere lengtes. Het verwondert me niet, ik denk dat dat rustiger aanvoelt en dat mensen dat, bewust of onbewust, comfortabeler vinden.

Het zou me niets verbazen als die trend gaat doorzetten, mede onder invloed van de opvattingen en gevoelens van Moslims over deze dingen. Maar dan moet het niet zo zonnestekerig heet zijn als met de warme dagen die we nu beleven. Nu tekent zich op straat eerder een scherpe tweedeling af tussen degenen die teruggaan naar de mini-afmetingen van de jaren zeventig en degenen die daar niets van willen weten.

Zie ook Alcohol