woensdag 29 april 2009

Sociaal geweld


Laatst verscheen het boek Joden-haat en Zions-haat van Herman van Praag. Naar aanleiding daarvan publiceerde de auteur in Trouw een artikel over de herkomst van de jodenhaat door de eeuwen heen onder de titel Haat behoeft een motief.

Van Praag presenteert in dat artikel een mix van inhoudelijke en sociale factoren die hebben bijgedragen aan het ontstaan van antisemitisme. Daarbij legt hij veel nadruk op de inhoudelijke factoren en kent hij een relatief bescheiden rol toe aan de neiging van de Joodse gemeenschap tot afzondering door spijswetten en eigen regelgeving.

Wat de inhoud betreft wijst Van Praag op de Joodse opvatting van de ene God als een ethisch wezen dat ethische eisen stelt: de ander moet behandeld worden als jouws gelijke, ongeacht diens antecedenten. Ook aan die ander waren van hogerhand zeer bepaalde rechten toegekend. Dat was, aldus Van Praag, in vroeger tijden strijdig met zowat alles wat gangbaar was en wekte daardoor intense weerstand.

De sociale aspecten komen in het artikel pas in tweede instantie aan bod als oorzaken van Jodenhaat: “Bovendien speelde mee dat Joden in betrekkelijk gesloten gemeenschappen leefden. Zij waren in het dagelijkse leven gehouden aan allerlei voorschriften. De betekenis hiervan werd niet begrepen. Zij leken het leven alleen maar gecompliceerder te maken”.

Over de doorwerking van die dagelijkse, op afzondering gerichte leefregels valt naar mijn idee wel wat meer te zeggen in relatie tot antisemitisme. Want die afzondering is niet zo onschuldig als uit het terloopse vermelden daarvan kan worden opgemaakt. Afzondering van de ene groep ten opzichte van de andere heeft altijd een dimensie van sociaal geweld. 'Ik wil niet bij jullie horen' kun je als boodschap best aanstootgevend noemen. Het is niet raar als dat weerzin oproept.

Maar dat zo zijnde kun je er nog redenen voor hebben om je eigenheid te willen markeren. En ik denk dat de Joodse traditie die redenen wel heeft. Daarmee doel ik niet direct op het goddelijke gebod tot heiliging en afzondering, maar eerder op de behoefte van een cultuur om zichzelf vorm te geven. Tot in materiële zaken toe, zoals wat je eet en hoe je je kleedt. Je kunt deze vormgeving zien als begeleidend verschijnsel van een spiritueel standpunt. En dat verschijnsel doet zich niet alleen voor in de Joodse traditie maar bijvoorbeeld ook in de Islam.

Alleen, wat doe je dan met de spanningen die die behoefte in sociaal opzicht oplevert? Als je bewust kiest voor een zekere afzondering dan mag je toch ook best bedacht zijn op wat je daarmee bij anderen teweeg brengt? Dat hoef je naar mijn idee niet meteen af te doen als haat, of het begin van haat.

Veel meer nuanceringen over de werking van een dergelijk sociaal-psychologisch mechanisme zouden daar aangebracht kunnen worden. Ik had het wel mooi gevonden als de psychotherapeut Van Praag daar nader op in was gegaan.

Want zo onschuldig is het – sociaal gezien – niet om jezelf te willen markeren.

Zie ook God en Psyche

Geen opmerkingen:

Een reactie posten