vrijdag 26 september 2014

Weerzin tegen het Westen


Een gemeenschappelijke factor in veel van de huidige wereldbranden is de weerzin van een aantal van de strijdende partijen tegen het Westen. Of het nu gaat om IS in het Midden-Oosten, de Russen in Oekraïne, of Boko Haram in Afrika, ze zijn alle vervuld van een diep wantrouwen, zo niet haat tegen het Westen. Evenals hun geestverwanten in ons eigen Nederland. En volgens Abdou Bouzerda is de buitenproportionele aandacht voor het Palestijns-Israëlische conflict daar ook op terug te voeren.

Wat moet je daarmee?

Je kunt erin meegaan want, zeg je dan, er zit wel iets in. We hebben als Westen gewoon te lang de baas gespeeld. De zekerheid waarmee het Westen ooit voor de hele wereld meende te kunnen beslissen over goed en slecht, is danig in het ongerede geraakt. Schuldgevoel over datzelfde kolonialisme is beter op zijn plaats, het is nu aan het Westen om te zwijgen.

Dit klinkt wat mij betreft wel erg gedateerd schuldbewust, naar illusies over onpartijdig pacifisme, of naar het geloof in bovenpartijdigheid. Alsof je zélf geen eigen standpunt hebt of zelf niets te verdedigen hebt. De hernieuwde aandacht voor defensie toont naar mijn idee goed aan dat we in het Westen wel degelijk iets te verdedigen hebben.

Een andere mogelijke reactie op de weerzin tegen het Westen is om ertegen in te gaan want, zo ben je van mening, veel van onze waarden zoals mensenrechten en democratie zijn eigenlijk universeel. “Eigenlijk” zouden alle volken dat willen, ook al beseffen ze dat nog niet. We moeten de universele geldigheid daarvan dus blijven uitdragen. Een beetje zoals Erik Borgman onlangs deed in een bijdrage over godsdienstvrijheid waarin hij uitriep dat godsdienstvrijheid in iedere grondwet thuis hoort.

Een probleem voor aanhangers van deze tweede optie is dat de weerzin tegen het Westen veel groeperingen en volken allergisch maakt voor dat soort boodschappen. Een veel gehoorde Westerse oplossing daarvoor is dat we die waarden dan niet Westers noemen, maar universeel. Het gevaar van deze tactische houding is dat die (begrijpelijkerwijs) de weerzin versterkt. Immers, zelfs als het zo is dat die waarden universeel zijn, dan nóg willen mensen dat zelf ontdekken. Zij willen die waarden niet aangereikt krijgen van voormalige imperialisten.

Je kunt ook, met burgemeester Van der Laan in zijn Abel Herzberglezing, kiezen voor een derde optie en zeggen: misschien bestaan er wel meerdere morele kompassen naast elkaar. “We leven met verschillende morele kompassen, in een wereld vol brandhaarden. We zullen elkaars morele kompas moeten leren kennen, en erkennen dat dat kompas vaak voortkomt uit leed. Er is geen ‘patent’ in de wereld van het leed”, aldus Van der Laan.

Deze derde optie lijkt op de eerste, met dit verschil dat Van der Laan dit standpunt koppelt aan grote alertheid en bereidheid tot daadwerkelijk fysiek ingrijpen. Dat vind ik ook wel het mooie van de positie van de burgermeester: zijn criteria voor al of niet ingrijpen zijn van zeer praktische aard. Hij kijkt naar gedrag van mensen en reduceert daarmee een ingewikkelde ideologische discussie tot een, in ieder geval voor zijn eigen gevoel, goed uit te voeren beoordeling van gedrag. Zaait iemand haat, roept iemand op tot geweld, gebruíkt iemand geweld? Dan is dat een  grensoverschrijding en zal er geen millimeter tolerantie zijn. Wij zullen handhaven!

Wat mij aanspreekt is dat Van der Laan daadwerkelijk afrekent met het altijd zo pretentieuze universalisme. Dat doet de eerste optie niet omdat die, naar een uitspraak van Alain Finkielkraut, gevangen blijft in de adoratie van de ander, of van alle anderen en van daaruit in een soort steriele bovenpartijdigheid. De tweede optie doet dat evident niet, omdat die juist gelooft in de universele geldigheid van bepaalde waarden.

De optie Van der Laan rekent af met het universalisme omdat het handelingsperspectief dat eraan vastzit wezenlijk plaatsgebonden is. Het is namelijk van kracht tot aan de gemeentegrenzen van Amsterdam, of in het geval van de aanwezigheid van meer geestverwante burgemeesters, tot aan de landsgrenzen. Daarbinnen geldt het kompas van Van der Laan, met zijn eigen criteria voor ontoelaatbaarheid, daarbuiten niet.

Dat kan een geruststelling zijn voor die Moslims, van wie het kompas - om maar wat te noemen - vrouwelijk wapperend haar als absoluut ontoelaatbaar aanmerkt. Op andere plaatsen dan Amsterdam of Nederland, bijvoorbeeld in Saoedi-Arabië of Iran, zal men daar, geheel volgens de optie Van der Laan, dan inderdaad tegen kunnen optreden. Daar kunnen zij aan hun trekken komen.

En voor mij is het een geruststelling omdat het plaatselijke Amsterdamse kompas, met de bovengenoemde ontoelaatbaarheidscriteria van Van der Laan, gelukkig ook het mijne is.

Zie ook Welk geweld heb je liever? en Het heroïsche kosmopolitische individu

donderdag 18 september 2014

Israël en het ABP


Raar van het ABP om het over Gaza te hebben. Het pensioenfonds evalueert zijn beleggingen in Israëlische banken en doet dat naar eigen zeggen op basis van internationale wet- en regelgeving en de UN Global Compact. Een bericht op de ABP-site meldt dat de evaluatie op dit moment niet leidt tot terugtrekking uit de beleggingen. Het bericht voegt daaraan toe dat het ABP begrip heeft “voor alle onrust en emotie die het conflict in Gaza oproept”.

Ik vind dat raar, want als het gaat om het morele gehalte van Israël lijkt mij het Israëlische  optreden op de Westbank van veel groter belang.

In Gaza is het maar zeer de vraag of Israël over de schreef is gegaan, en zo ja, of niet beide partijen over de schreef zijn gegaan. Israël voerde daar een verdedigingsoorlog tegen raketten die zijn burgers troffen, en naar gaandeweg bleek, ook tegen tunnels die nog heel gevaarlijk hadden kunnen worden.

Je kunt vraagtekens plaatsen bij de grote aantallen slachtoffers die Israël maakte in Gaza. Maar experts betwijfelen of je zo’n oorlog op een andere manier kunt voeren, gegeven de bevolkingsdichtheid in Gaza en de tactieken van Hamas. Het moet, ter vergelijking, nog blijken hoe chirurgisch de luchtaanvallen van de Amerikanen op IS zullen uitpakken. Daar gaan ongetwijfeld onschuldige burgers het slachtoffer van worden, al zullen er minder cameraploegen zijn dan in Gaza om hen in beeld te brengen.

Voor de Israëlische kolonisering van de Westbank daarentegen bestaat geen enkel excuus. Het gaat daar niet om zelfverdediging, maar om ideologisch gedreven landjepik, dat uiteindelijk moet leiden tot annexatie. Er is daar sprake van kille machtspolitiek à la Poetin en het creëren van  facts on the ground, zonder enige morele rechtvaardiging.

Dus als het het ABP te doen is om meer dan de emotionele ophef over een altijd ellendige oorlog, en als een serieuze beoordeling van het internationaal rechtelijke fatsoen en morele gehalte van Israël aan de orde is, dan had het pensioenfonds veel beter kunnen verwijzen naar de Israëlische acties op de Westbank.

Zie ook De man van hoger honing en Het nieuwe Midden-Oosten

vrijdag 12 september 2014

Donkere hokjes


Ik ben geen Arthur Gotlieb. Maar ik had wel onlangs een afspraak van acht minuten met de gemeentesecretaris om mijn zorgen te uiten over bepaalde aspecten van de bedrijfsvoering van de gemeente Amsterdam.

Die zorgen betreffen de verwaarlozing van de basale processen binnen de gemeente. Zoals de wijze van vergunningverstrekking, de onderlinge afstemming van afdelingen, en de inrichting van het gemeentelijke financiële systeem.

De gemeentesecretaris had niet veel zin in dit onderwerp. Want je hebt het hier over werkprocesverheldering, en tientallen jaren lang werd dat gedaan door eenzame procesbeschrijvers in donkere hokjes, en daar heeft niemand wat mee. Daarna kwam een fase dat men begreep dat overleg over de processen met betrokkenen van groot belang is, maar dat leidde in een aantal gevallen tot oeverloos gepolder zonder heldere vastleggingen, en daar was de gemeentesecretaris inmiddels ook allergisch voor geworden. Logisch.

Wat door die pendelbeweging tussen extremen uit beeld verdwijnt is dat er een heel geloofwaardige tussenpositie is. Namelijk die waarbij je wel structureel de betrokkenen betrekt bij het gesprek over hun processen, maar ervoor zorgt dat die gesprekken zakelijk en efficiënt verlopen doordat je de zaak goed structureert.

De frequentie van die gesprekken kan afgestemd worden op de mate waarin je iets nieuws aan het ontwikkelen bent, maar wel zodanig dat daarna, als daar aanleiding toe is, het gesprek onmiddellijk geactiveerd kan worden. Maar dat leek de gemeentesecretaris, vanuit de recent opgebouwde allergie voor het polderen, iets te ver gaan. En ook vanwege de momenteel overladen gemeentelijke agenda natuurlijk.

Maar, zei ik in de achtste minuut, zonder die nadruk op het gesprek met betrokkenen zit je weer gauw in het donkere-hokjes-werk. Dan zul je later gedwongen zijn om de pendelbeweging naar het andere extreem nog een keer te herhalen. Dat zou wel meevallen, dacht de gemeentesecretaris.

Zie ook Amsterdam en ICT en Soorten overleg

vrijdag 5 september 2014

Antisemitisme


Isis-aanhangers in de Schilderswijk schreeuwen antisemitische leuzen.

Rabbijn Jacobs krijgt een baksteen door zijn ruit.

Een voorbeeldige allochtoon in overheidsdienst vertoont karikaturaal antisemitisch complotdenken.

Raar genoeg voel ik me wat antisemitisme betreft iets rustiger dan jaren het geval was. Want wat er altijd al was, was het vermoeden van antisemitisme. Dat vermoeden werd regelmatig geactiveerd doordat vanonder een schijnbaar rimpelloos oppervlak zomaar ineens een anti-Joodse of anti-Israëlische opmerking gemaakt kon worden. En vooral de gretigheid waarmee sommige mensen dat deden – in navolging van Abram de Swaan, ook al had hij het juist over anti-Israëlisme, treffend aan te duiden als enthousiasme – dat maakte mij onrustig.

Na het oppoppen van zo’n opmerking sloot het oppervlak zich weer en leek er opnieuw weinig aan de hand. Maar mijn onrust was gewekt. Waarom popte daar, vaak naar aanleiding van iets kleins, zomaar ineens dat anti-Joodse op, en vooral: waarom zo gretig? Dat suggereerde een verborgen, diepgaande vanzelfsprekendheid: Joden deugen niet, of ze zich nu wel of niet gedragen.

Met name de verborgenheid van die stemming, terwijl je weet dat hij onderhuids aanwezig is, veroorzaakt onrust. Dan heb ik liever dat dat voor iedereen zichtbaar wordt. Misschien dat ik me daardoor wat rustiger voel.

Zie ook Antizionisme en antisemitisme en Hoe naïef is Levinas eigenlijk?