vrijdag 22 september 2023

Kol Nidrei en andere illusies


Soms laten mensen zich gezeggen door het verdriet van een ander, op het moment dat hen duidelijk wordt dat ze die ander gekwetst hebben. Dat is de centrale stelling die de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas uitwerkt in zijn boeken.

Onder de vele kwetsuren die mensen elkaar toebrengen gaat de aandacht van Levinas vooral uit naar, wat hij noemt, ‘denkgeweld’. Dat treedt op waar de ene mens denkt voor de andere en die ander daar niet van gediend is. Het is een soort grensoverschrijding, Levinas noemt het ‘imperialisme’. De denker kan in de hooggestemde illusie verkeren dat hij de ander helpt. Maar de kwetsuur die de ander oploopt vanwege de opdringerigheid van de denker kan variëren van vernedering tot het gevoel klem gezet te worden. Als de denker dat opmerkt kan hij schrikken van zijn eigen illusie en zijn gedrag aanpassen.

Wanneer je met mensen praat over deze stelling van Levinas dan herkennen ze vaak dat verschijnsel wel en kunnen ze concrete ervaringen daarvan aanwijzen in hun eigen leven. Maar tegelijkertijd stellen ze vaak de vraag: waarom zijn er ook mensen die zich níet laten gezeggen door het verdriet dat ze bij een ander veroorzaken; die gewoon doorrausen, hun eigen soevereine gang blijven gaan met hun opdringerige plannetjes? Wat maakt dat de ene mens gevoelig is voor de kwetsuur van het Gelaat (zoals Levinas de gekwetste ander noemt) en een andere mens niet?

Dat vind ik iedere keer weer een intrigerende vraag en ik heb er geen antwoord op. Sommige Levinaslezers denken dat je die gevoeligheid kunt trainen. Bijvoorbeeld door goed te luisteren naar anderen en jezelf daarin te oefenen. Ik denk dat dat niet verkeerd is, al was het maar omdat je een soort alertheid ontwikkelt ten aanzien van illusies waarin je mogelijk doordraaft en grenzen overschrijdt. Daar ligt voor mij ook de waarde van Jom Kipoer, de Grote Verzoendag die we vanaf zondagavond tot maandagavond weer vieren: het is altijd goed om jezelf systematisch, in dit geval via een speciaal gemarkeerde dag met vasten en een indringende liturgie, voor ogen te houden waar je de fout ingaat. Om dat te kunnen doen moet er een taal voor zijn en de liturgie van Jom Kipoer biedt die taal. Zo bezien is Jom Kipoer op te vatten als een training in gevoeligheid, doordat je een hele dag met die taal in de weer bent.

Maar ik blijft sceptisch ten aanzien van de gedachte dat je illusies eruit kunt trainen. Want illusies zijn nu eenmaal inherent aan het denken. Dus, zolang we het denken niet opgeven (en dat lijkt me geen goed idee) zullen illusies blijven optreden en dus ook de kwetsuren die zij veroorzaken. Ik geloof wel dat bezinning op de effecten van ons denken en handelen verbeteringen oplevert, maar tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat we door onze illusies verrast zullen blijven en daar ongewild anderen mee blijven kwetsen.

Het mooie is dat die scepsis ten aanzien van het tegengaan van illusies ook al in de liturgie van Jom Kipoer een plaats heeft gekregen. Namelijk in het Kol Nidrei, waar we alvast aandacht vragen voor de beloften (op te vatten als hooggestemde intenties of illusies) die we in de toekomst zeker zullen gaan breken. Verre van een vrijbrief te bieden voor het lukraak aangaan en breken van beloftes – zoals deze tekst door kwaadwilligen wel geïnterpreteerd is – getuigt het Kol Nidrei hiermee van realisme en een diep inzicht in de verraderlijkheid van het menselijke denken. Het uitspreken van het Kol Nidrei is daarmee al meteen een oefening in gevoeligheid.


Wil je commentaar geven of zien: klik op Kol Nidrei en andere illusies en scrol naar beneden door.

maandag 4 september 2023

Leo Mock z.l.


Hij probeerde het wel, tijdens het maandelijkse ‘Lernen met Leo’ van Crescas, om tot uitwisseling van meningen en tot dialoog te komen. Meestal aan het begin van het uur, dan kon hij weleens expliciet vragen om opinies en eigen inbreng van de deelnemers over de parasja (het stuk van de Tora dat die week in sjoel gelezen werd). Maar vervolgens ging hij al snel van de een naar de ander, een echte uitwisseling kwam er vaak niet van. Leo stak van wal en dan kon je er niet gemakkelijk meer tussenkomen. Soms stak iemand schuchter zijn hand op, zonder succes, en dan nog een paar keer voordat Leo erop inging – meestal maar kort. Zijn goede voornemens ten spijt, Leo had gewoon het temperament er niet voor om dialogisch te doceren.

Maar dat gaf helemaal niets. Integendeel, ik vond het vaak een feest om nu eens niet ‘interactief’ te hoeven zijn en alleen maar te mogen luisteren naar deze geweldige docent. Zijn uitleg van de parasja was altijd onderhoudend, getuigde van een diepgaande en doorleefde kennis van de Joodse traditie (‘het project van Abraham’, zoals hij het noemde), en er viel altijd wat te lachen door zijn snelle grapjes en imitaties. 

Geestverruimend vond ik iedere keer hoe hij zijn achtergrond van jesjiva-student wist te combineren met een brede historische blik. Hij had oog voor de manier waarop de verschillende historische periodes hun sporen nalieten in de traditie. Dat stelde hem in staat om orthodox te leven en tegelijkertijd de traditie vanaf een zekere wetenschappelijke afstand te bekijken, een voor Nederland zeldzaam mooie combinatie met vaak geestige relativeringen als gevolg.

We gaan hem missen. Gelukkig heb ik nog een stapel schriften met aantekeningen van zijn uitleg (“Naud, opschrijven dit!”). Die ga ik systematisch doornemen.

Zie ook Ido Abram.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Leo Mock z.l. en scrol naar beneden door.