vrijdag 21 maart 2008

Edelkitsch


Wat niet spannend meer is moet je niet geforceerd weer spannend proberen te maken. Die gedachte overviel me bij de uitvoering van de Matthäus Passion onder leiding van Paul Goodwin op de televisie.

Deze uitvoering was gedramatiseerd. Dat wil zeggen, de musici, en dan vooral de zangers, maakten niet alleen muziek maar traden deels op als acteurs. Jezus knielde soms en kreeg klappen, koorleden keken angstig of boos, en Judas gaf Jezus een kus. Uiteraard werd het geen toneelstuk, de dramaturgie was beperkt en de uitvoerenden hadden hun dagelijkse kleren aan en geen kostuums. Maar gebaren en blikken waren heel bewust toegevoegd.

Als het bedoeld was om de zaak te verlevendigen is het wat mij betreft mislukt. Op een enkele plaats in het verhaal werkte de formule wel, namelijk waar een werkelijk menselijk drama aan de orde is. Bijvoorbeeld in de scène waarin Petrus Jezus drie keer verloochent en dan bij het kraaien van de haan in diepe vertwijfeling raakt.

Maar in het merendeel van de scènes voelden de gebaren en blikken als opgelegde dramatiek. Koorleden die minutenlang met vrome nadrukkelijkheid iedere handbeweging van Jezus volgen of zangers die elkaar of een violist smartelijk aankijken, dat is wat te veel van het goede. Het leidt af en contrasteert met het juist luchtige en onnadrukkelijke voortkabbelen dat Bachs muziek – naast de dramatische muzikale accenten – ook in de Matthäus kenmerkt.

Het deed mij terugverlangen naar de uitvoeringen waar het gewichtige nog werd gezocht in zwart-wit kostuums en niet in zwaar aangezette gebaren. Dat voelde minder gekunsteld en opdringerig en liet meer ruimte voor de muziek. Die overigens, ook in deze uitvoering, niet kapot kon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten