donderdag 17 december 2009

Bekvechten


Opmerkelijk is dat veel traditionele, godsdienstgebonden bezwaren tegen Joden een overeenkomst vertonen met bezwaren die, vanuit diverse hoeken, worden ingebracht tegen het democratisch bestuurssysteem zoals de meeste Westerse landen dat tegenwoordig kennen.

Traditionele anti-Joodse bezwaren komen bijvoorbeeld van het Christendom. Daar werd, onder verwijzing naar de heftigheid waarmee Joden tegen elkaar tekeer konden gaan, de uitdrukking gemunt ‘Het lijkt hier wel een Jodenkerk’ om aan te geven dat er ergens veel tumult was. En verder gebruiken Christenen wel de uitspraak ‘twee Joden, drie meningen’, een stelling overigens die door Joden niet wordt weersproken. Integendeel, alle belangrijke debatten en meningsverschillen zijn in de Talmoed uitvoerig gedocumenteerd bewaard gebleven. Met evenveel aandacht voor de winnende als voor de verliezende partijen.

Voor zover de Koran zich negatief uitlaat over Joden, heeft dat volgens de Amerikaanse Islamkenner Frank Peters in belangrijke mate te maken met de Joodse discussiecultuur. Het Jodendom kreeg daardoor het negatieve imago van een religie die ten onder ging aan schisma’s en sektarisme.

Deze bezwaren tegen intern bekvechten lijken veel op de weerzin die je op gezette tijden hoort uiten tegen de democratie: die is omslachtig en traag, die zet aan tot manipulatie en gekissebis en genereert niet de eendrachtigheid die nodig is om de toekomst tegemoet te treden. Dit soort kritische geluiden over de democratie komen van alle kanten. Van minder opgeleide burgers tot aan reactionaire gegoede kringen, die gehecht zijn aan gezag en orde.

Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Als je gesteld bent op een zekere orde – en dat ben ik zelf bepaald wel – dan voelt veel politiek gedoe inderdaad al gauw als ontregelend. Het ziet er vaak niet verheffend uit. Neem nou de koehandel die er kennelijk nodig is om Obama’s zorgverzekeringsstelsel door het Amerikaanse Congres aangenomen te krijgen, en dan waarschijnlijk nog in zwaar gehavende vorm. Of dichter bij huis: het partijpolitieke gemarchandeer over verlenging van ons verblijf in Afghanistan of over het Irak-onderzoek.

Het eindeloze woord en wederwoord van democratisch politiek bedrijven krijgt makkelijk het imago van bezoedelend, smerig en platvloers te zijn. Het is ook zeker niet iets waar iedereen met evenveel plezier aan mee doet. Het is meer iets voor het type Churchill ("democracy is a bad system but it’s the best we’ve got”) dan voor het type Van Agt, die er niet voor niets na de formatie van zijn derde kabinet als premier de brui aan gaf en als commissaris van de koningin graag zijn eigen gang ging.

Maar het punt is: is er een alternatief voor democratie? En hoe zou dat alternatief eruit moeten zien?

Als traagheid, gekissebis en onvoldoende uitrusting voor de toekomst de democratie uiteindelijk waardeloos maken, dan zou het antwoord gezocht moeten worden in gecentraliseerd bestuur dat via strakke, snelle besluitvorming voortvarend te werk kan gaan. Een dictatuur dus.

Maar – hoe groot mijn hang naar orde ook is – daar geloof ik niet in. Voor de godsdienst niet, omdat dan een strenge hiërarchie en denktucht de dienst zouden gaan uitmaken. En om te zien hoe dat uitpakt valt te verwijzen naar de Rooms-katholieke kerk waar op last van Rome gezwegen moest worden over het misbruik van Ierse kinderen door Ierse priesters. En Rome kon dat kennelijk afdwingen. Dat lijkt me niks.

En voor de politiek geloof ik evenmin in een dictatuur. Over de toekomst gesproken, het is niet helemaal toevallig - zoals Willem Breedveld onlangs aangaf in Trouw - dat in dictatoriaal geleide landen het klimaat tot voor kort helemaal geen issue was. Dat we zover zijn dat we er überhaupt over praten, hebben we aan de democratieën te danken. Ook al staat daar tegenover dat, juist vanwege de democratie en de angst voor de kiezers, politici nog niet ver genoeg durven gaan.

Kiften hoort er gewoon bij, zeg ik dan maar tegen mezelf.

Zie ook Wel logisch

Geen opmerkingen:

Een reactie posten