woensdag 18 februari 2009

Bestemming bereikt


In Trouw sprak Bert Keizer vorige week zijn verbazing uit over de snelheid waarmee de Katholieke kerken vanaf de jaren zestig zijn leeggelopen. Zijn verbazing spitst zich toe op de constatering dat dit juist gebeurde vanaf het moment dat de kerkleiders besloten de kerk een meer humaan gezicht te geven. “Wie het snapt mag het zeggen”.

Dit brengt mij de uitroep in gedachten van een Franse revolutionair die rond 1790 verklaarde dat de Christelijke beschaving zijn doel had bereikt met de instelling van een regime van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.

Zo bezien is de diepste bestemming van het Christendom een humane samenleving waar redelijkheid heerst en die best geseculariseerd mag zijn, als de Christelijke idealen eenmaal hun belichaming in deugdelijke instituties hebben gevonden. Dat zou een eerste verklaring kunnen zijn voor de afnemende aantrekkingskracht van het Christendom in onze ontwikkelde samenleving. Het heeft zijn bestemming bereikt en zichzelf overbodig gemaakt

Daarnaast is er nog een andere verklaring mogelijk, en die situeer ik in de Christelijke gerichtheid op waarheid. Het centraal stellen van de waarheidsvraag – metafysische maar ook feitelijke waarheid – brengt mogelijk een soort schraalheid met zich mee die het Christendom op dit moment opbreekt.

De centrale plaats van de waarheidsvraag in het Christendom laat zich gemakkelijk vaststellen aan de hand van de opwinding die er ooit geweest is over de ware aard van Jezus – God of mens – of over het spreken van de slang in het paradijs. Er is – voor zover ik weet – geen andere godsdienst waarin de vraag of iets letterlijk zo gebeurd is als het in de heilige boeken staat de gemoederen zozeer kan verhitten.

Dat geldt bijvoorbeeld op dit moment voor de vraag of de wereld nu wel of niet in zes dagen geschapen is. Uit de krant begrijp ik dat Moslims daar wel over discussiëren maar er soepel mee omgaan. Wat als een dag staat aangeduid kan evengoed duizend jaar zijn. Het verhaal van de schepping in zes dagen kan door Moslims gemakkelijk worden uitgelegd als een geleidelijk proces van miljoenen jaren. Voor Joden, ook orthodoxe, is het evenmin een heet hangijzer.

Maar onder Christenen is de verdeeldheid over deze kwestie groot. Dat komt niet omdat die Christenen fundamentalistischer zijn. Want fanatieke Moslims of Joden zijn dat net zo zeer of nog meer. Maar hun fundamentalisme heeft een andere kleur dan die van de Christenen. Hun fundamentalisme gaat niet over wel of niet echt gebeurd. Zij zijn fundamentalistisch over opdrachten, het letterlijk nemen van wat je al dan niet moet doen.

Ook op dit vlak, van het zoeken naar waarheid, lijkt het Christendom door zijn eigen succes te worden ingehaald, net als bij het streven naar een humane samenleving. Die gerichtheid namelijk, op de juistheid en betrouwbaarheid van de overgeleverde waarheden, stimuleerde in het Westen kritisch, wetenschappelijk onderzoek. Ook historisch onderzoek, en de uitkomsten daarvan bleken dodelijk te zijn voor die religie waarin zoveel afhangt van de vraag of een bepaalde gebeurtenis nu wel of niet echt gebeurd is.

De Islam kent die kwetsbaarheid veel minder. Ik weet dat uitspraken over het gedrag, de moraal en de manier van leven van de Profeet voor Moslims gevoelig liggen. Maar ik denk niet dat Moslims vreselijk van slag raken als zou blijken dat Mohammed niet echt ten hemel is gevaren maar ergens begraven ligt. De praktijk van geboden en gebeden wordt er niet minder om.

En voor de Joodse traditie is het niet zo’n probleem als de Uittocht uit Egypte niet precies zo blijkt te hebben plaatsgevonden als de Bijbel vertelt. Zelfs niet als die helemaal niet zou hebben plaatsgevonden. De opdracht om erover te blijven vertellen blijft recht overeind staan, zelfs als er geen Exodus geweest is.

De twee genoemde verklaringen voor de verdamping van het Christendom zouden wel eens samen kunnen hangen. Gerichtheid op de waarheid ligt dicht bij de gerichtheid op de rede die streeft naar een humane samenleving. Wat die twee gemeen hebben is een moeizame verhouding tot ervaring. Zoals Frank Ankersmit zegt in zijn boek De sublieme historische ervaring: aandacht voor de waarheid en de rede heeft het in het Westen altijd gewonnen van die voor de ervaring.

Dat breekt het Christendom op dit moment op. Want gehechtheid aan een traditie komt primair voort uit doorgaande, gemeenschappelijke ervaringen. En die zijn eerder gelegen in het doen van dingen, in het uitvoeren van geboden, dan in het scherp stellen van de rede en de waarheid. Met dat laatste kun je zeker vooruitgang boeken, maar ook jezelf overbodig maken.

(Wetenschappelijk Naschrift: Uit betrouwbare bron heb ik begrepen dat ten aanzien van Mohammed niet gauw een probleem zal optreden: hij is zowel ten hemel gevaren, als - tien jaar na terugkomst op aarde - in Medina begraven.)

Zie ook La trahison des clercs, Lekker irrationeel en Taylor, Levinas en de leegte

1 opmerking:

  1. Haha, nooit gedacht dat het Christendom en de PvdA overeenkomst zouden hebben, maar ze zijn beide van het type 'doel bereikt en nu?'
    Grappig!

    BeantwoordenVerwijderen