zondag 12 oktober 2008

Crisis van het contact


In mijn vorige blogbericht schreef ik dat bij de waanzinnige hypotheektransacties in de VS niet goed helder te krijgen is wie daar in de rol van de Ander zit. Dat zou kunnen verklaren waarom reflectie op die waanzin zo zeldzaam was. Want dat soort reflectie komt volgens Levinas op gang door confrontatie met een ander die slachtoffer blijkt te zijn van jouw mooie plannetjes.

Toch is het de vraag of het waar is dat gedupeerden van de hypotheekpraktijken zo moeilijk aan te wijzen zijn. Het is waarschijnlijk waar op dít moment, nu de crisis weinig betrokkenen onberoerd laat en er slachtoffers vallen aan alle kanten.

Maar zo was het een paar jaar geleden nog niet. Toen bestond er bijvoorbeeld de praktijk dat arme, werkeloze huiseigenaren een lening werd aangesmeerd voor het opknappen van hun huis. Al bij het sluiten van een dergelijke transactie was het – in ieder geval voor de bankmedewerker – duidelijk dat de eigenaar nooit aan de bijbehorende renteverplichtingen zou kunnen voldoen vanwege het ontoereikende inkomen. Hetgeen de bank de gelegenheid verschafte om op een later moment het opgeknapte huis te vorderen, te verkopen en – dat mag in Amerika – de gehele opbrengst te houden.

Dat hier geen eenduidig aanwijsbaar verdriet aan de orde is kun je niet volhouden. En ook niet dat dat verdriet niet linea recta voortkomt uit de praktijk van de bank. Er is dus een Ander. Dat de confrontaties met die Ander, die mogelijk reflectie op gang brengen, in die situatie toch uitbleven, moet dus een andere oorzaak hebben dan de mistigheid van een crisissituatie waarin iedereen slachtoffer wordt.

Wat hier de confrontaties belet heeft, is waarschijnlijk de organisatie van het uitvoerende werk en de organisatie van de klantencontacten van de bank. De bankvertegenwoordiger die het slachtoffer zijn huis uitzet, is waarschijnlijk veelal een andere geweest dan degene die hem de lening heeft aangesmeerd. Door Chinese muren op te trekken tussen degenen die een actie in gang zetten en degenen die hem afronden wordt de confrontatie met wat je zelf aangericht hebt effectief aan het oog onttrokken.

Het is wat Zygmunt Bauman noemt: het systematisch onzichtbaar maken van het gelaat van de ander, waardoor lastige reflectie minder kans krijgt. Hij onderzocht dat verschijnsel bij managers die plannen opstellen en zich vervolgens met behulp van onderliggende managementlagen doeltreffend afschermen voor wat ze aanrichten, op de werkvloer zowel als bij de klant. Arbeidsorganisaties en bureaucratieën zijn daar volgens hem angstwekkend goed in.

Zie ook Bauman, Levinas en de bedrijfsethiek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten