zondag 31 mei 2009

Veranderingsporno


Deze titel overwoog ik even voor het blogbericht over het boek De wereldburger bestaat niet van René Cuperus, omdat de term in dat boek voorkomt. Maar ik vond het toch iets te demagogisch klinken. Ik gebruik het woord nu wel omdat het zich als titel opdrong tijdens het lezen van het artikel Als ik, dan iedereen van Willem Jan Otten.

Het woord drong zich op onder de invloed van uitspraken die Otten doet naar aanleiding van het Pinkstergebeuren. Daarover schrijft hij bijvoorbeeld: “Het is een evenement waarbij in principe iedereen, ongeacht kunnen, afkomst, sekse, of mate van reinheid, hoogstpersoonlijk en afzonderlijk één gedachte of denkbeweging deelachtig wordt. Het is, zou je kunnen zeggen, het feest van het universalisme”.

En: “Hoezeer de waarheid in ieder afzonderlijk ook op haar eigen, afzonderlijke wijze werkzaam is, sinds Paulus kunnen we niet anders dan zeggen: er zijn geen objectieve verschillen meer”.”Iedereen is in potentie aanspreekbaar. Iedereen zou door de bocht kunnen”.

Deze uitspraken, zeker de laatste, hadden – afgezien van de verwijzing naar Paulus – niet misstaan in een willekeurig managementboek van de opwekkende soort. De boodschap daarvan is meestal: we zijn allemaal uniek maar uiteindelijk krijgen we de neuzen wel dezelfde kant op. Op die denktrant sloeg het woord veranderingsporno, dat Cuperus in zijn boek gebruikt om het streven van de Nederlandse beleidselite aan te duiden.

Waar komt die gretigheid om iedereen te veranderen toch vandaan? Waar komt die drang vandaan om ons allen één te maken? Vanwaar dat streven naar die ene, universeel beleefde waarheid?

Je begint te vermoeden dat er een grote aantrekkingskracht uitgaat van iets wat universeel is, iets wat door iedereen wordt gedeeld. Dat is naar mijn idee paradoxaal genoeg ook de aantrekkingskracht van de rede waar Otten zich in zijn stuk juist tegen keert. Goed beschouwd is de aantrekkingskracht van de rede eveneens dat zij universaliteit belooft. De rede kan het in principe mogelijk maken dat iedereen hetzelfde begrijpt. Dus de afstand tussen Ottens waarheid en de rede is niet zo groot als hij zou willen. Beide hebben met elkaar het streven gemeen naar de kick die kennelijk verbonden is met ervaringen van ultieme universaliteit. Daar doe je het allemaal voor.

Als Frank Ankersmit in De sublieme historische ervaring zegt dat de Westerse nadruk op waarheid en rede de ervaring heeft verdonkermaand, heeft hij dus misschien in één opzicht niet gelijk: de kick van de universeel ervaren waarheid heeft het altijd goed gedaan, zowel in het Christendom als in de politiek (denk aan fascisme en communisme) als in management. Met zoveel mogelijk tegelijk door dezelfde bocht.

Aangepast aan Ottens onderwerp zouden we misschien moeten spreken van ‘bekeringsporno’: een feest voor het universaliserende denken.

Zie ook Lekker irrationeel en Zie mij eens open zijn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten