donderdag 22 december 2022

Eerlijk is eerlijk


Eerlijk is eerlijk, déze draai van Rutte komt oprecht op me over. “Ik had het mis”, zei hij toen hij in zijn toespraak van 19 december sprak over zijn eerdere opvatting dat het slavernijverleden te ver achter ons ligt en excuses niet nodig zijn. 

Rutte maakt per week vele draaien en kijkt regelmatig opportunistisch weg van schandalige kwesties. Hij lijkt dan niet zo veel last te hebben van een inwendig kompas van waarden en principes. Dat hij ook in staat is om zijn blindheid voor gruwelijke werkelijkheden af te leggen stemt me positief. Met zijn ommezwaai inzake Zwarte Piet had hij dat trouwens ook al laten zien.

Zie ook Excuses en denkschaamte en Marc Rutte, historicus.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Eerlijk is eerlijk en scrol naar beneden door.

donderdag 15 december 2022

Excuses en denkschaamte


Voor mij als geïnteresseerde in het verschijnsel denkschaamte is het een voor de hand liggende vraag: raakt wat er nu gebeurt rondom de excuses voor slavernij aan dat verschijnsel? De regering kondigt aan om op 19 december excuses te maken voor het slavernijverleden, en allerlei Surinaamse en Antilliaanse organisaties keren zich tegen daartegen. Er is zelfs een kort geding over aangespannen. Leent de dagelijks zichtbare verlegenheid van de Nederlandse regering in deze kwestie zich voor formuleringen in termen van denkschaamte?

Denkschaamte kan omschreven worden als de verlegenheid over je eigen denken, ook al was dat denken alleen maar oprecht goed bedoeld. Het kan optreden wanneer, ondanks jouw goede intenties, en volledig tegen je verwachtingen in, de ander juist doodongelukkig blijkt te worden van jouw goedbedoelde ideeën. Het geloof in je eigen ideeën en ordeningen blijkt toch niet zo weldadig te zijn. Als dan het besef doordringt: ‘Oef, ik bedoel het goed maar ik loop over anderen heen’ kan een soort existentiële verlegenheid toeslaan die maakt dat je even stopt met denken en alleen nog maar luistert naar die anderen.

Op het eerste gezicht lijken een aantal onderdelen van de denkschaamte wel van toepassing te zijn op de huidige consternatie. Voor een nadere beoordeling loop ik onderstaand de op dit moment actuele casus ‘Excuses voor de slavernij’ op meer precieze manier door met aandacht voor de vraag in hoeverre de voor denkschaamte benodigde ingrediënten aanwezig zijn.

Het ingrediënt van de goede ideeën en goede intenties is beslist aanwezig in het voornemen van de regering, maar niet op een heel eenduidige manier. Uitlatingen van premier Rutte uit voorgaande jaren laten ruimte voor twijfel. In 2020 vond hij excuses niet nodig en in 2021 vond hij het niet het goede moment. In de Tweede Kamer waren CDA en VVD lang tegen en was er pas afgelopen oktober een meerderheid voor excuses.

Had – en dat is het tweede ingrediënt – de regering zelf het gevoel iets goeds te gaan doen? Dat er bij Rutte c.s. sprake was van een geloof in de eigen goede bedoelingen, zou je kunnen afleiden uit een zekere verrastheid bij het kabinet naar aanleiding van de boze reacties op het initiatief. Die reacties hadden ze niet verwacht, en de regering lijkt er behoorlijk van geschrokken te zijn. 

Over het derde ingrediënt wat dan volgt – namelijk: de existentiële verlegenheid met het eigen denken, ofwel: de denkschaamte zelf – hebben we geen uitsluitsel. Tot nu toe heb ik daar in ieder geval niemand over horen spreken. Het is wel het kerningrediënt.

Het vierde ingrediënt – namelijk dat je even stopt met denken en initiatieven nemen en alleen nog maar luistert – lijkt niet bepaald aan de orde te zijn. Men houdt vast aan de oorspronkelijke plannen, met name de datum van 19 december, en ontplooit extra activiteiten waarbij niet duidelijk is in hoeverre men het verhaal van de gesprekspartners tot zich laat doordringen.  

Al met al overtuigt de ophef over de excuses niet echt als casus voor denkschaamte. Was het maar waar, van die existentiële verlegenheid, dan zou ook het vierde ingrediënt moeiteloos volgen: uitstel van de datum voor excuses van 19 december naar 1 juli 2023. Want zo werkt dat met het kerningrediënt: ok, je snapt die gevoeligheden van de ander niet, maar je hebt even gevoeld dat er iets belangrijker is dan dat snappen van jou; je bent even echt in contact. En dan verschuif je die datum gewoon, geen probleem.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Excuses en denkschaamte en scrol naar beneden door.

donderdag 8 december 2022

Grossman, Kafka en de roman


‘Is dat wel waar?’, vroeg ik me af over de uitspraak van David Grossman in de weergave van Ilan Roos. Namelijk dat een schrijver probeert, bij de ontmoeting met andere mensen – en speciaal met de personages in zijn boeken –, tot het uiterste te gaan om ze te leren kennen. Ter illustratie vertelde Grossman een anekdote over een psycholoog die onmiddellijk achter een drenkeling het water in springt om deze uiteindelijk te redden. Terwijl een schrijver erachteraan springt en naar hem toe zwemt om uiteindelijk met hem te verdrinken.

Maar de meerderheid van de schrijvers die ik ken (toegegeven, dat zijn er niet zo veel) voldoen niet aan dat beeld. Schrijvers als Harry Mülisch of A.F.Th. van der Heijden, maar ook wel Amos Oz zijn wat mij betreft het tegendeel van een drenkeling. Zij zijn als goden in een zelf-gecreëerd universum vol al dan niet lineair verlopende verwikkelingen, waarin zij zelf tot op het allerlaatst de touwtjes in handen hebben. Reden voor mij om met het genre ‘roman’ niet zoveel op te hebben, ik ben meer van de poëzie.

Wel maak ik voor sommige schrijvers een uitzondering omdat zij de vreemdheid van de ander – of in termen van de filosoof Levinas: de scheiding – tot het eind toe serieus lijken te nemen. Met de scheiding doelt Levinas op het verstorende moment dat volgens hem optreedt bij iedere ontmoeting met een ander mens. Verstorend, maar tegelijkertijd voorwaarde voor echte dialoog en ontmoeting, wat verklaart dat er verwikkelingen mogelijk zijn en er over de ander geschreven kan worden. Al zal dat laatste bij het type schrijvers dat hier gevoelig voor is al gauw een hakkelend en voortdurend zoekend karakter hebben.

Voor Kafka geldt dat bijvoorbeeld, gezien de mate waarin hij door zijn eigen werk verrast en overvallen kon worden – zie zijn recent verschenen nagelaten verhalen In het labyrinth. En ik denk dat het voor Grossman ook geldt, wat te maken zal hebben met de vaststelling van Roos tegen het eind van zijn bespreking: David Grossman is niet bang om te voelen.

Maar moet je met dat besef van de scheiding, en dus van de onkenbaarheid van de ander, per se eindigen als drenkeling? Of, metaforisch opgevat, als verstoken van maatschappelijke inbedding en samenwerking en gedoemd tot eenzaamheid? Kafka’s levensloop lijkt dat te suggereren, maar Grossman laat het tegendeel zien.

Zie ook Buber, Levinas en het schandaal van de filosofie.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Grossman, Kafka en de roman en scrol naar beneden door.

donderdag 1 december 2022

Woke avant la lettre


Jammer, de Levinas Studiedag van 3 december over het thema “Safe spaces en het risico van het gesprek” gaat niet door. Te weinig aanmeldingen. Ik keek er naar uit vanwege de verfrissende invalshoek die beloofde de actualiteit van maatschappelijke polarisatie en het haperende publieke gesprek te belichten vanuit het denken van Levinas.

Wat zegt het tekort aan aanmeldingen? Misschien dat de gemiddelde Levinas-fan de voorkeur geeft – behalve aan Sinterklaas – aan de brave Levinas. Dat wil zeggen aan de interpretatie van zijn werk in de richting van het hebt-uw-naaste-lief-sfeertje, nu eens niet uit Christelijke maar uit Joodse hoek afkomstig en daarom van nieuwe geloofwaardigheid voorzien.

Maar die interpretatie gaat gemakkelijk voorbij aan de oncomfortabele elementen van Levinas’ filosofie. Zoals Erik Hagoort zegt in de folder waarin hij vertelt over zijn workshop die gepland stond voor de studiedag: “Levinas werkt zijn gedachten over het gesprek uit in termen van ongelijkheid, asymmetrie en scheiding. Niet bepaald comfortabel”. Beslist oncomfortabel, maar het zou wel eens kunnen dat juist dit soort termen de scherpte bezitten die ons mede helpen inzien waarom oncomfortabele verschijnselen als safe spaces, woke en identiteitspolitiek maatschappelijk op dit moment zo’n grote vlucht nemen. Waarschijnlijk hebben die lastige levinassiaanse termen meer potentie dan de langzamerhand onmachtig klinkende oproepen tot verbinding en empathische dialoog. Hoewel daar als vormen van beschaving, ook vanuit Levinas gezien, natuurlijk niks tegen is.

Al in vroege besprekingen van het werk van Levinas, voordat er überhaupt sprake was van woke bewegingen, wijzen commentatoren op de ongemakkelijk radicale, maar ook krachtige implicaties van het denken van Levinas. Dat doet bijvoorbeeld Robert Bernasconi in zijn artikel uit 1995 met de titel You Don’t Know What I’m Talking About. Bernasconi bekritiseert daarin vanuit een levinassiaans perspectief de hermeneutische opvatting van dialoog als versmelting van de horizonnen van de gesprekspartners met elkaar door inleving in en kennismaking met elkaars werelden. Bernasconi zet daar vraagtekens bij omdat zo’n dialoog de andersheid van de ander teniet kan doen, en die vernietiging doet spontaan de gedachte opkomen: you don’t know what I’m talking about. Daarmee wordt het idee verwoord dat wanneer de claim van de ander wordt geïntegreerd in mijn kennishorizon, de ander daardoor wordt gereduceerd tot de categorieën van ‘hetzelfde’, om de taal van Levinas te gebruiken: er vindt onterechte versmelting plaats. Voor Levinas, maar ook voor Bernasconi, wordt daarmee de ander geweld aan gedaan.

Warempel een gedachte die je woke avant la lettre zou kunnen noemen. Zeker als Bernasconi  vervolgens zegt: “The phrase says, ‘You cannot be yourself and understand me.’ Women say it to men; the poor say it to the rich; the victim says it to the oppressor; the target of racism says it to the racist”. 

Dit alles presenteer ik niet omdat ik zelf zo’n voorstander ben van radicale polarisatie of identiteitspolitiek of cancelculture. Ik ben eerder van het harmoniemodel. Maar het harmoniemodel heeft het moeilijk momenteel, en we snappen niet goed waarom. We doen eindeloos beroep op termen als ‘verbinding’ en ‘dialoog’ maar die blijken in toenemende mate loos en hun uitwerking te missen. Op dat punt kan het – inderdaad soms radicale – denken van Levinas over scheiding en andersheid ons wat verheldering bieden.

Zie ook Levinas en empathie.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Woke avant la lettre en scrol naar beneden door.