Op 27 november vond een studiedag plaats van Stichting PaRDeS met als thema ‘Magie in het Jodendom’. Dit ter nagedachtenis aan de vorig jaar onverwachts overleden rabbijn en geleerde Leo Mock. PaRDeS, waar Mock bestuurslid van was, stelt zich ten doel om – in het voetspoor van rabbijn Yehuda Ashkenasy (1924 – 2011) – met een zo breed mogelijk publiek de bronnen van Joodse wijsheid te bestuderen. Daar komen Christenen, humanisten en Joden op af, en die laatste groep was deze keer wat nadrukkelijker aanwezig. Dat had te maken met de verschijning van het boek Een onttoverde wereld? Over magie in het Jodendom, waarin een aantal uit het Engels vertaalde artikelen van Leo Mock zijn gebundeld. Het boek werd door Marcel Poorthuis aangeboden aan Leo’s weduwe Yael Mock.
Marcel Poorthuis, emeritus hoogleraar interreligieuze dialoog, opende de dag met de constatering dat religies in het Westen graag afstand houden van magie. En wel omdat magie wordt geassocieerd met primitief bijgeloof. Die klassieke scheiding van religie en magie was niet aan Leo besteed. Met een zekere argeloosheid en plezier liet hij zien hoe ook in het Jodendom die twee regelmatig door elkaar heen lopen. Zo stelt Leo vast dat, met alle (rationele) nadruk in de Joodse traditie op het belang van tekst, er in Joodse contexten amuletten zonder tekst zijn gevonden waaraan geneeskracht werd toegekend. Maar, aldus Mock, Noach wordt opgedragen zijn boek van geneeskunde op te schrijven, dat weer wel. Om dit soort paradoxale overgangen te kunnen maken is, aldus Poorthuis, zowel openheid als kritische zin nodig. “Leo beschikte over beide op bewonderenswaardige wijze”.
Bart Koet, emeritus hoogleraar Theologie, vertelde over zijn samenwerking met Leo Mock aan de Theologische Hogeschool Tilburg. Leo had daar een leeropdracht voor Judaïca, Bart voor het Nieuwe Testament en ze gaven samen regelmatig college, waarbij ze soms de rollen omdraaiden. Dat kon omdat Leo goed wist welke teksten uit Tenach en Rabbijnse literatuur doorwerken in het Nieuwe Testament. Toen zij stuitten op een passage in het Nieuwtestamentische boek Handelingen over ‘toverij’ deed zich de vraag voor: wat wordt daarmee bedoeld? Magie, droomuitleg, verrichting van wonderen? Leo opperde dat die laatste suggesties hier misschien niet van toepassing zijn. In ‘toverij’ klinkt, aldus Leo, eerder een echo door van een kwestie die Tenach op een aantal plaatsen aan de orde stelt. Namelijk: hoe herken je een valse profeet? In Handelingen wordt het in Tenach gegeven antwoord overgenomen. Dat stelt dat een valse profeet uit is op zijn eigen grandeur, terwijl een goede profeet het algemeen belang op het oog heeft.
Als derde spreker ging Joram Rookmaaker, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam, in op de vermeende afwijzing door Maimonides van magie. Het is waar, magische praktijken mogen niet, zegt Maimonides, omdat ze ijdel zijn, ze hebben slechts schijnbaar kracht. Maar Leo wees, aldus Rookmaaker, graag op de pragmatische kant van Maimonides: hij zag regelmatig bijgelovige praktijken door de vingers. Bijvoorbeeld het schrijven van de letter Sjin, als verwijzing naar de Godsnaam ‘Sjaddai’ op de achterkant van het perkamenten tekstrolletje in de mezoeza. Dat geeft de mezoeza iets amulet-achtigs, maar ach, zegt Maimonides, het zit maar aan de achterkant. In Leo’s woorden: Maimonides was niet zo superrationeel als hij vaak wordt voorgesteld, en zo houd je een traditie leefbaar.
Voor de middag kon je kiezen uit drie workshops: “Spelen met Nazi’s op glad ijs”, “Over magie en het verbod daarop in Tenach” en “Wie is de mens? Van magie tot AI”. Deze laatste workshop werd gegeven door Esther van Eenennaam. Zij was op het spoor van haar onderzoek over dit onderwerp gezet door Leo, hij was ook haar promotor. Een vervanger heeft ze nog niet. Leo wordt node gemist, en niet alleen door haar.
Zie ook Leo Mock z''l.
Wil je commentaar geven of zien: klik op De Golem en andere vormen van magie in het Jodendom en scrol naar beneden door.