vrijdag 24 september 2010

Plato op het werk


Nu we het toch over Plato en zijn dualisme hebben (zie voorgaande blogberichten): ook in arbeidsorganisaties heeft dat zich stevig genesteld.

De platoonse voorrang van het hoofd over het lijf, van het geestelijke over het lichamelijke die op dit moment de kerk en het Christendom parten speelt, oefent zijn negatieve invloed ook uit op de werkvloer. Dat manifesteert zich in de voorkeur bij veel organisatoren voor een strikte scheiding van beleid en uitvoering, van denk-werk en doe-werk. Met daaraan gekoppeld een hogere maatschappelijke status en financiële waardering voor het eerste en een onderwaardering van het tweede.

Dit verklaart naar mijn idee veel van de onvrede die op werkvloeren te horen is. Daar wordt immers de werkelijke toegevoegde waarde van organisaties gecreëerd, maar managers vinden wat daar gebeurt vaak te triviaal om serieus aandacht aan te besteden. Zij beperken zich liever tot de grote lijnen, dat geeft ook het meeste prestige.

Toch lijkt daar een kentering waarneembaar en dat heeft veel te maken met de automatisering en informatisering die overal plaatsvinden. Door de vele falende automatiseringsprojecten wordt het langzamerhand duidelijk dat de traditionele managementbenadering, met steevast een zekere laatdunkendheid voor de details van de concrete uitvoering, de oorzaak is van de mislukkingen. Immers, als je je bij automatisering beperkt tot de grote lijn en niet uitgaat van de precieze vereisten van de uitvoering, dan creëer je al gauw monsters van disfunctionaliteit.

Je moet dus heel precies weten wat er gebeurt. En natuurlijk hoeft de manager zelf niet alle details te kennen. Maar hij moet het belang van die kennis inzien en behartigen dat die verzameld wordt. Dat op zichzelf is al een breuk met het denken in grote lijnen, strategische concepten en ideeën. Het is (her)waardering van het empirisch concrete en daarmee van de werkvloer. Niks voor Plato.

Binnen arbeidsorganisaties lijkt er dus een zelfcorrigerend mechanisme voorhanden tegenover het platoonse dualisme. In de politiek is dat minder duidelijk. Soms lees je optimistische verhalen over de mogelijkheden die de inzet van internet en andere sociale media bieden voor het creëren van meer en directere vormen van inspraak. Ik heb dat ook wel eens gedacht, maar tegelijkertijd betwijfel ik of dat werkt.

Per definitie gaat de politiek over maatregelen op grote schaal voor mensen op afstand. Dat vereist denken in grote lijnen en staat aandacht voor de gedetailleerde uitkomsten van beleid slechts beperkt toe. Laatst las ik over het vermogen van Amerikanen om grootschaligheid kleinschalig te organiseren. Misschien biedt dat mogelijkheden om overmatig platonisme in de politiek te bestrijden.

Zie ook Poten in de modder en Plato, Bambi en Danneels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten