donderdag 11 juni 2009

Collectieve onmacht


De krant meldde gisteren dat de Jeugdzorg hervormingen van minister Rouvoet tot niets zullen leiden. Althans dat denkt ongeveer de vierde commissie die zich hierover buigt. Coördinatie- en bekostigingsproblemen belasten de instellingen. Kinderen en gezinnen zijn de dupe van de slecht functionerende jeugdzorg, ondanks alle goede bedoelingen. Iedereen is het erover eens dat de bureaucratie bestreden moet worden maar dat blijkt iedere keer uit te lopen op nog meer bureaucratie.

Aan de vooravond van de Europese verkiezingen woonde ik een debat bij over Europees kunstbeleid waaraan onder andere Hedy d’Ancona en Stefan Sanders deelnamen. Ondanks mijn sympathie voor d’Ancona vielen me haar regelzuchtige reflexen op. Woorden als gericht beleid, stimuleringssubsidies en cultuurnota’s rolden haar net te makkelijk uit de mond. De echte inspiratie is bij mij dan al gauw zoek. Ik heb het niet zo op zijn VVD maar ik moet zeggen dat ik Sanders’ meer liberale houding wel verfrissend vond. Terwijl ik heel goed begrijp wat d’Ancona wil en het eigenlijk wel met haar eens ben.

De dag erna werd er afgerekend met de PvdA, de partij ging van 7 naar 3 zetels in het Europese parlement. Daar had d’Ancona natuurlijk niets mee te maken maar door diverse commentatoren werd wel een verband gelegd met het bleke profiel van de partij. Die barst van de goede bedoelingen en de genuanceerde standpunten maar loopt tegelijkertijd vast in gehechtheid aan procedures, overmatige politieke correctheid en regelgevingssocialisme.

Verder las ik nog over een promotieonderzoek van Lida van den Broek waarin zij concludeert dat discriminatie meer voorkomt bij organisaties waarvan de medewerkers denken dat ze juist níet discrimineren. Juist bij die bedrijven wordt veel onderscheid gemaakt tussen prestaties van allochtonen en autochtonen.

In hoeverre is er een gemeenschappelijke lijn te ontdekken in bovenstaande plannen en projecten, behalve dat ze een zekere moedeloosheid veroorzaken? Het start allemaal met goede bedoelingen en het eindigt in het tegendeel of in stroperigheid. Wat betekent dat?

Wat bovenstaande zaken gemeenschappelijk hebben is een zekere hooggestemdheid, een bepaald geloof in de eigen progressiviteit, althans bij de start van de plannen, projecten en bewegingen die hier aan de orde zijn. Er is een sterk vertrouwen in maakbaarheid aan verbonden, dat zich uitdrukt in de gedachte dat je het allemaal wel geregeld hebt of op z’n minst kúnt regelen. En juist dat blijkt in al die gevallen anders uit te pakken.

Het is zonder meer waar dat deze fiasco’s aan de linkerkant van het politieke spectrum het sterkste uitkomen. De verklaring daarvoor is waarschijnlijk dat aan die kant het aantal goede bedoelingen groter is of dat ze daar de goede bedoelingen meer uitdragen.

Maar als je goed kijkt is die onmacht om dingen goed te regelen collectief. In feite delen alle politieke stromingen in de onmacht. Rouvoet is van de Christen Unie, de VVD deed aardig mee toen Erica Terpstra in de jaren negentig de hele geestelijke gezondheid overplaatste van de duinen naar de stad, en het Innovatieplatform van premier Balkenende is blijkens het boek van Frans Nauta daarover in zijn tegendeel verkeerd.

De onmacht zit dus dieper, het heeft met de ingewikkeldheid van onze samenleving te maken. Maar ook met een geloof dat alle politieke stromingen met elkaar delen omdat het diep in onze cultuur verankerd zit. Dat is het geloof in de ordenende rede, met zijn hooggestemdheid die steeds harder aanloopt tegen het feit dat zij iets wezenlijks verwaarloost. Ik doel op het verschijnsel dat anderen niet zo makkelijk in jouw plannen te vangen zijn als je zou willen. Verwaarlozing van dat verschijnsel is gelijkelijk verdeeld over alle politieke stromingen.

Daar is wel iets tegenover te stellen, zegt Levinas: een meer ingebed besef dat een ander wel eens veel meer en totaler anders zou kunnen zijn dan je in eerste instantie geneigd bent te denken. En dat besef zou voor zowel het technocratische als het ideologische denken, van rechts én van links, een aanwinst kunnen zijn.

Al met al kan ik dus gerust PvdA blijven stemmen.

Zie ook Geen eer meer aan te behalen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten