De verhouding tussen collectief en individu kan ingewikkeld zijn. In de film Life of Brian roept de menigte luid “We are all individuals” en bevestigt precies op die manier haar kuddekarakter.
Bij (andere) Joden is het soms andersom. Die horen bij elkaar in een sjoel of in Israël en zeggen met elkaar verbonden te zijn door een gedeelde traditie maar laten vervolgens geen gelegenheid onbenut om eigen individuele standpunten te benadrukken.
Het is interessant om de verhouding individu versus collectief door de geschiedenis heen te bekijken voor enerzijds de Joodse en anderzijds de Christelijke traditie. Dan blijkt dat de twee tradities op dit thema vaak met elkaar uit fase zijn, maar soms juist precies gelijk.
Voor de periode waar de vergelijking voor het eerst gemaakt kan worden, zo’n tweeduizend jaar geleden, zou ik zeggen dat de twee tradities uit fase liggen met elkaar. In de Joodse wordt sterk het leren benadrukt, als een plicht die rust op ieder individu. In de Christelijke wordt het collectieve belijden van het nieuwe geloof gestimuleerd onder de leiding van geestelijken die het volk vertellen wat dat geloof moet inhouden.
Vanaf de late Middeleeuwen en de Renaissance groeiden Jodendom en Christendom op dit gebied naar elkaar toe. In het Westen kwam het humanisme tot bloei, met grote aandacht voor de ontwikkeling en zelfstandigheid van het individu. Die trend werd alleen maar sterker met de Verlichting in de 18e en de Romantiek in de 19e eeuw.
Veel Joden voelden zich aangetrokken door die ontwikkeling en voegden zich met enthousiasme in het streven naar grotere individuele vrijheid en burgerschap van de omringende cultuur. Het emancipatiestreven van de Joden ging gelijk op met dat van andere groepen in de samenleving en van de burgerij als geheel.
In onze eigen tijd lijken de ontwikkelingen weer enigszins uit fase te zijn. Christenen klagen op dit moment dat het collectieve verhaal kwijt is, dat de samenleving alleen nog maar uit individuen bestaat. Wat dat individu nu precies verbindt met zijn medeburgers, aldus de filosoof Marcel Gauchet, en hoe hij zich verhoudt tot de staat is ondergeschikt geraakt aan de verdediging van zijn eigen vrijheid. Die mag door niets en niemand beperkt worden.
Omgekeerd ontdekten Joden in de twintigste eeuw, al voor de Sjoa, opnieuw hun collectiviteit. Dat kreeg vooral vorm in de Zionistische beweging en de stichting van Israël. Joden laten zich over het algemeen nog steeds niet veel vertellen, ook niet door hun mede-Joden. Maar ondertussen blijft de Joodse traditie levend en is Israël met al zijn tekortkomingen een bloeiend land. Paradoxaal genoeg tekent zich daarin een grote verbondenheid af.
Misschien is het wel de verbondenheid van iedereen die zich niet de mond laat snoeren: dat schept een band. Maar als dat zo is, dan zullen de Christelijke en de Joodse wereld op een gegeven moment weer op één lijn liggen. Want dat je eigen stem gehoord wordt, is dat niet een universeel menselijk verlangen? Of zoals David Grossman het laatst zei in Utrecht: het minste wat je ieder mens moet toekennen is de gelegenheid om zich uit te spreken in zijn eigen woorden over zijn eigen dingen.
Zie ook Parrèsia, Fatsoen en identiteit en Bewaak het perspectief
Zie ook Parrèsia, Fatsoen en identiteit en Bewaak het perspectief
Geen opmerkingen:
Een reactie posten