donderdag 27 februari 2020
Waarschuwing
Ja lieve lezer, het spijt me het te moeten zeggen, maar ook op deze weblog krijgt u nepnieuws voorgeschoteld. En wel in de linkerkolom onder de rubriek “Pageviews afgelopen 30 dagen”.
Tot twee maanden geleden schommelden de daar vermelde aantallen redelijk stabiel rond de 1300, met een licht stijgende tendens. Maar sinds het begin van het jaar kwamen ze in een groeispurt, en inmiddels is de grens van 6000 pageviews overschreden.
Die cijfers worden geleverd door Blogger als je de rubriek Pageviews installeert op je blog. Voor een nadere specificatie daarvan kan ik terecht onder het tabblad Statistieken en dan krijg ik de volgende informatie over de afgelopen 30 dagen.
Die aantallen slaan natuurlijk nergens op, want ik geloof niet dat iemand in een van die buitenlanden geïnteresseerd is in mijn Nederlandstalige blogberichten. Kortom: fakenews, en de vaststelling dat trollen niet alleen in Rusland rondlopen.
Als wél betrouwbaar beschouw ik de cijfers van Google Analytics, al is het maar omdat ze lager zijn en meebewegen met de aantallen reacties die ik krijg op mijn blogberichten. Echt onderzoek heb ik er niet naar gedaan, maar bij gebrek aan beter neem ik die cijfers serieus. Voor hetzelfde tijdvak van de afgelopen 30 dagen zien die er als volgt uit:
Het aantal van 1300 pageviews per maand gedurende 2019 was dus al geflatteerd, in werkelijkheid moet het ongeveer de helft geweest zijn. En waarschijnlijk zal dat ook het gemiddelde aantal worden voor 2020. Vanaf volgende week zal ik dan ook bij de rubriek de melding plaatsen dat het weergegeven aantal door tien, of misschien wel meer, moet worden gedeeld.
Zie ook Nep
vrijdag 21 februari 2020
Hollandse jongen
Comedian Raoul Heertje is voor honderd procent
Asjkenazisch Joods, zo blijkt uit een DNA-test die hij heeft laten afnemen.
Daarnaast is Heertje een oprechte Hollandse jongen,
blijkens de authentieke verbijstering die hem overvalt bij allerlei
confrontaties in Israël. Bijvoorbeeld als hij spreekt met een aan Israël
toegewijde Druze die zich verraden voelt door de ‘Joodse natiestaat’-wet, of
als hij een schijnproces meemaakt in de militaire rechtbank op de Westbank.
Dit alles komt langs in de documentaire Het Israel van
Heertje en Bromet. De verbijstering waarmee Heertje worstelt welt spontaan
op en komt zichtbaar van heel diep. Hij heeft duidelijk de normen
geïnternaliseerd zoals wij die koesteren in onze bijna perfecte West-Europese
rechtsstaat. Vanzelfsprekend schud je dan je hoofd bij zoveel Israëlische
onrechtsstatelijkheid.
Er zijn genoeg momenten in de documentaire waarop hij
begrip toont voor checkpoints en de afscheidingsmuur en andere discriminerende
veiligheidsmaatregelen. “Dat is niet voor niets, hè” zegt Heertje dan,
verwijzend naar de voorheen frequente terroristische aanvallen die dood en
verderf zaaiden.
Maar de grondtoon van de film is verontwaardiging.
Misschien moet je zeggen: gelukkig de Hollandse jongen die zijn leven lang niet
anders gekend heeft dan West-Europese vrede, welvaart en rechtsstaat. En die
oprecht van slag kan raken van systematisch onrecht en discriminatie. Dat geldt
eigenlijk ook voor mezelf.
Maar zo rechtlijnig simpel ligt het voor Heertje toch
niet, zo blijkt uit de laatste aflevering. Heertje worstelt niet alleen met
praktijken waar je gemakkelijk helemaal tegen of voor kunt zijn. Hij heeft ook
een geschiedenis op zijn nek – van uitgemoorde familie en ondergedoken ouders.
En daar ben je minder snel mee klaar dan met heldere ideeën.
Zie ook Schuiven
vrijdag 7 februari 2020
Arendt en Beethoven
‘Alle Menschen werden Brüder’, dat hoor je regelmatig in dit Beethovenjaar. Niks ten nadele van de geniale muziek van Beethoven, maar de tekst van Friedrich Schiller klonk de filosoof Hannah Arendt wat vals in de oren. “Het zou geen teken van menselijkheid geweest zijn als een Duitser en een Jood tijdens het Derde Rijk over hun onderlinge relatie zouden hebben gezegd: ‘Zijn wij niet allebei mensen?’ Op die manier zouden ze alleen maar op de vlucht geslagen zijn voor de werkelijkheid en de wereld, die ze op dat ogenblik deelden”, zo stelt zij in haar lezing Over menselijkheid in donkere tijden: gedachten over Lessing. Met het uitroepen van broederschap kun je ook iets te snel zijn, zo stelt ze vast.
Als ik iets mooi vind aan Hannah Arendt is het haar realiteitszin. Naast haar liefde voor de wereld en haar hoop voor de mensheid – noem het maar: haar spirituele neigingen – houdt zij niet aflatend in de gaten wat de netto opbrengsten zijn van die spirituele impulsen. Welke bijdrage leveren ze wérkelijk aan de vooruitgang van ons samenleven?
Arendt snapt de vervoering wel die mensen ervaren bij de achttiende-eeuwse ideeën van wereldwijde broederschap en universele mensenrechten. Maar ze wijst erop dat deze ideeën een compensatiekarakter hebben. Ze zijn ontstaan in de achttiende eeuw en dat is goed te begrijpen omdat op dat moment het materialistische wereldbeeld in Europa overal terrein wint. Onder invloed van de wetenschappelijke tijdgeest zijn ‘zakelijkheid’ en ‘objectiviteit’ de trefwoorden. Wat erbij inschiet is de tot dan toe gedeelde wereld van Christelijke waarden en normen. Mensen verleren daardoor het onderlinge gesprek over wat werkelijk van waarde is, en verliezen zo, met al hun objectiviteit en zakelijkheid, hun werkelijke relatie met de wereld.
Dat is onleefbaar, en schreeuwde om compensatie. Zo lag het voor de hand, aldus Arendt, dat men ging zoeken naar een nieuwe gemeenschappelijke noemer. Die meende men te vinden in een universele menselijke natuur, waarbij sommigen het accent legden op een bij alle mensen gelijke rede (rationalisme) en anderen op een door alle mensen gedeeld vermogen tot medelijden (sentimentalisme).
Arendt: “Het rationalisme en sentimentalisme van de achttiende eeuw zijn slechts twee kanten van dezelfde medaille, en allebei kunnen ze tot dweperige overdrijving leiden, waarin men zich met alle mensen broederlijk verbonden voelt. In elk geval waren dit rationalisme en sentimentalisme slechts het innerlijke, in het onzichtbare gelokaliseerde vervangmiddel voor het verlies van een gemeenschappelijke, zichtbare wereld”.
Dus, zegt ze – en hier spreekt haar realiteitszin – daar moet je mee oppassen. Voordat je het weet verworden ‘gedeelde menselijkheid’ en ‘broederschap’ tot holle frasen. Haar eigen ervaringen zijn niet vreemd aan deze gedachte. Toen zij zelf op de vlucht moest voor de nazi’s, konden alleen particuliere, nationale burgerrechten haar beschermen, maar die had ze niet meer. De veelgeprezen mensenrechten bleken van nul en gener waarde en daarom blijft het wat haar betreft zaak om zo goed mogelijk “weerstand te bieden aan de ijselijke ‘werkelijkheidloosheid’ van universele broederschap”.
Ze heeft daarom meer met vriendschap dan met broederschap. En dan bedoelt ze met vriendschap niet de verheven versmelting van twee zielen, want dat zou haar opnieuw te spiritueel zijn. Vriendschap formeert zich tussen mensen altijd door betrokkenheid op een zichtbare, gedeelde wereld waarin fysieke bescherming telt, en minstens zozeer: tolerantie voor de verschillende of juist gelijkgestemde manieren van in de wereld staan. Daar waar meningen uitgewisseld mogen worden kan vriendschap zich ontwikkelen, en die biedt meer menselijkheid dan abstracte, universele van de wereld losgemaakte concepten, zoals broederschap.
Nou ja, de muziek is gelukkig van Beethoven.
Zie ook Levinas zoals ik hem begrijp en Bestemming bereikt.
Labels:
cultuurgeschiedenis,
mensenrechten,
particularisme,
universalisme
Posted by
Naud van der Ven
op
10:42
Abonneren op:
Posts (Atom)