Benjamin Netanjahoe is voor vier dagen de eregast van zijn Hongaarse ambtgenoot Viktor Orban. Sommigen zullen zich afvragen: hoe kunnen Netanjahoe en Orban zo innig zijn? Orban steekt de bewondering voor zijn fascistische en antisemitische voorganger Miklos Horthy niet onder stoelen of banken. En in zijn campagne tegen de Hongaars-Joodse filantroop Georges Soros maakt hij regelmatig gebruik van antisemitische stereotypen. Ik vertrouw hem voor geen cent. Voor Netanjahoe moet dat toch op zijn minst ongemakkelijk aanvoelen?
Maar daar staat voor de Israëlische premier veel tegenover. Hij deelt met Orban de voorliefde voor autocratisch regeren, en de weerzin tegen de internationale rechtsorde. In hun wereldbeeld is de toekomst aan sterke zelfbewuste natiestaten. Het feit dat Orban Soros in de ban doet kan Netanjahoe niet zoveel schelen. Dat kan hij natuurlijk niet hardop zeggen, want dan zou hij in het kamp van de antisemieten terechtkomen. Maar dat hij de diaspora niet ziet zitten blijkt wel uit de gretigheid waarmee hij graag aanslagen, zoals die van 2015 in Frankrijk, aangrijpt om te vertellen dat Joden gewoon in Israël thuishoren.
Ik vertrouw Netanjahoe ook niet. Wat mij betreft verklaart hij met dit bezoek de oorlog aan de diaspora. Wie vertrouw ik eigenlijk wél?
Zie ook Sacks en Netanjahoe.
Wil je commentaar geven of zien: klik op Netanjahoe verklaart de oorlog aan de diaspora en scrol naar beneden door.