donderdag 27 juni 2024

Voetbalbroekjes


Er was een tijd – zo rond 1970 – dat de voetbalbroekjes ultrakort waren. Ik vond het een raar gezicht, maar iedereen vond dat toen heel normaal. Het paste in een algehele modetrend van prudente bedekking in de jaren vijftig naar steeds meer bloot in de jaren zestig, en die trend liep parallel met de seksuele revolutie waarin we seksuele vrijheid zochten en alle preutsheid van ons af gooiden. Zo min mogelijk lichaamsbedekking was een viering van de veroverde vrijheid, net zoals het percentage gebruind huidoppervlak daar een trots bewijs van was. 
De trend kreeg een vervolg “in de jaren zeventig en tachtig in een subcultuur waarin het expliciet benoemen van lichaamsdelen en lichamelijke functies eerder als een uiting van bevrijding dan als een vorm van vulgariteit werd gezien”, aldus NRC-ombudsman Arjen Fortuin. Hij heeft het daarover omdat een lezer zich gestoord had aan een plastische en gedetailleerde passage (met bewoordingen als ‘pijpen’ en ‘vagina’) in het NRC-verslag van het proces tegen de van verkrachting beschuldigde rapper Ali B. “Meneer, moet ik dit nu werkelijk bij mijn ontbijt lezen?”, zo was de klacht. Fortuin concludeert na een rondgang over de zaak onder collega’s dat de keuze voor expliciete of meer afstandelijke woorden op dit terrein vooral een kwestie van smaak is.

Wat ik daaruit opmaak is dat de normen ‘bloot moet’ of ‘benoem het expliciet’ nu minder dwingend zijn dan een paar decennia geleden. Sommigen spreken om die reden van vertrutting of verpreutsing van de samenleving, maar ik ben wel blij met minder normativiteit op dat vlak. En de huidige voetbalbroeken vind ik een stuk relaxter dan die hitsige van vroeger. De totale bedekking van de huid met tatoos vind ik dan weer een beetje overdreven. 

Wil je commentaar geven of zien: klik op Voetbalbroekjes en scrol naar beneden door.

vrijdag 14 juni 2024

Waarom komt bij Levinas de mens uit de lucht vallen?


Hoe wordt de mens mens? Het antwoord van Levinas op die vraag is opmerkelijk. Want bij hem komt de mens zo’n beetje uit de lucht vallen. Of liever gezegd, hij laat hem omhoog komen uit de oernevel, bij hem het anonieme zijn ofwel il-y-a genoemd. Dat wat mens wordt vloeit aanvankelijk over in het oeverloze, anonieme zijn. Maar het maakt zich daarvan los om mens (subject) te worden. Levinas gebruikt daarvoor het woord ‘hypostase’.

Het opmerkelijke hieraan is dat Levinas in zijn wordingsverhaal totaal voorbijgaat aan de verregaande biologische verstrengeling en historische inbedding die we vrij algemeen als waar aannemen. Volgens breed gedeelde wereld- en mensopvattingen is de mens een product van miljarden jaren evolutionaire ontwikkelingen, net als planten en (zoog)dieren waarmee wij onze habitat delen. We zijn aan hen verwant en hebben in ons dna meer met hen gemeen dan dat we verschillen. Daarnaast hebben we een persoonlijke oorsprong in de baarmoeder van een ander mens, maken we een jarenlang al dan niet geslaagd hechtingsproces door met onze ouders en ons kerngezin voordat er nog maar van enige zelfstandigheid sprake kan zijn. Maar Levinas spreekt rustig van een tot zelfstandigheid komend subject zonder enige tussenkomst van ouders, familie, laat staan van dieren of planten. 

Nu mag hij dat doen, want hij is filosoof en geen evolutiebioloog of ontwikkelingspsycholoog. Maar ook een filosoof kan aandacht besteden aan beddingen van (natuur)historische verbindingen die voor een groot deel de mens vormen. Heidegger doet dat bijvoorbeeld heel nadrukkelijk wanneer hij de mens benoemt als ‘er-zijn’, met een nadruk op ‘er’: een mens komt ergens ter wereld, is van meet af aan onderdeel van een wereld, een taal, een geschiedenis, een gemeenschap die aan het individu voorafgaan. En het mag zo zijn dat in onze samenleving veel traditionele verbanden zijn weggevallen, zoals de zuilen, de kerken, de vakbonden, er zijn toch nog genoeg essentiële verbanden die gewoon bestaan. Ik denk aan de verbinding van ouders en kinderen, aan buurtscholen waar kinderen jarenlang naar toe gaan, aan sportclubs. Hoezo moet  het subject het allemaal alleen doen, zoals in de voorstelling van Levinas?

Zo bekeken kiést Levinas er welbewust voor om een gechargeerd beeld neer te zetten van de mens als eenzaam en als onafhankelijke eenling. Daarbij speelt een belangrijke rol dat hij filosofen zoals Heidegger, die historische verbindingen zoals met Das (Deutsche) Volk centraal stellen, gevaarlijk vindt. Dat kan leiden tot totalitarisme en fascisme. Maar er speelt meer, ik denk dat Levinas de onmiskenbaar aanwezige tendens van het wegvallen van traditionele verbanden wil radicaliseren. Hij wil een modern beeld van de mens neerzetten, en die mens is existentieel eenzaam. Je hoeft niet per se slecht gehecht te zijn om eenzaamheid te voelen. Ook mensen met goede hechting hebben dat probleem in onze samenleving. 

Dat vind ik interessant omdat er ook sociale wetenschappers zijn die dat standpunt innemen. In weerwil van de net genoemde verbindingen die we (nog) steeds wél kennen, tekenen zij de moderne mens toch als ten diepste eenzaam. Zij zien zo’n beetje alle beddingen helemaal wegvallen. In zijn artikel met de veelzeggende ondertitel Eenzaamheid, de ziekte van deze tijd laat cultuurpsycholoog Jos van der Lans zien hoe het woord ‘eenzaamheid’ vóór 1800 nauwelijks voorkwam, maar met de groei van het kapitalisme en de secularisatie in de taal steeds vaker opduikt en nu tot grote bezorgdheid leidt. De politiek voelt de noodzaak tot eenzaamheidsbeleid en Theresa May stelde daar in 2018 zelfs een aparte staatssecretaris voor aan. Van der Lans verwijst naar het boek A Biography of Loneliness van Fay Bound Alberti als hij zegt: “Het is de kracht van de geschiedenis, die ervoor zorgt dat mensen steeds meer op zichzelf worden teruggeworpen. Het samenspel van kapitalisme, urbanisatie, sociale politiek, welvaartsgroei, mobiliteit, consumptie, woningbouw – kortom alles wat de modernisering heeft voortgestuwd – heeft de traditionele vormen waarin mensen eeuwenlang hun levens hebben vormgegeven doen eroderen. Dorpen, buurten, klassen, multigenerationele families, agrarische gemeenschappen, recent zelfs het kerngezin – ze zijn in de loop van de moderne geschiedenis van hun natuurlijke vanzelfsprekendheden ontdaan. De huidige individuele levens zijn dus niet langer per definitie daarvan afhankelijk of erop aangewezen.”

Volgens Noreena Hertz, schrijver van het boek De eenzame eeuw, heeft dit proces in onze neoliberale tijd een kritische grens bereikt. Misschien was eenzaamheid er altijd al, zegt ze, maar in onze tijd is eenzaamheid zélf eenzaam geworden. De nadruk op vrijheid – vrije keuze, vrije markten, vrijheid van overheidsbemoeienis – doet zo’n groot beroep op zelfredzaamheid en autonomie dat ook eenzaamheid je eigen schuld is geworden, er valt hooguit in het medische circuit nog ondersteuning voor te vinden. 

Wat ik hiermee wil zeggen: Levinas kan met zijn beschrijvingen van de hypostase bewust dat beeld van de mens als eenling hebben willen neerzetten omdat hij dat realistisch vond en passend voor de huidige situatie van de mens. Dat maakt wat mij betreft zijn tekening van de mens als eenling eigentijds en actueel. Maar er is nog een tweede en groter belang verbonden aan de beschrijvingen van Levinas van onze sociale situatie, namelijk het perspectief van een uitweg. Want de volstrekte individualiteit of afgescheidenheid van mensen ten opzichte van elkaar (Levinas spreekt over ‘de scheiding’) heeft niet het laatste woord bij hem. Het is voor Levinas namelijk het startpunt voor echt contact tussen mensen. Juist mensen die volstrekt eigen en onafhankelijk zijn kunnen geraakt worden door de volstrekt andere eigenheid van een ander mens. En op dat punt vindt ontmoeting plaats, van een kwalitatief betere aard dan socialiteit op basis van conformisme of voorgegeven historische verbanden. Dié levinassiaanse socialiteit weet relaties te leggen zonder dat de eigenheid van mensen in die relaties wordt bedreigd. Daarmee presenteert Levinas een vorm van verbinding die minder gevaarlijk is dan de socialiteit à la Heidegger en andere filosofische voorgangers.

Zie ook Il-y-a.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Waarom komt bij Levinas de mens uit de lucht vallen? en scrol naar beneden door.

vrijdag 7 juni 2024

Europese stofzuigers


Behalve de naar alle waarschijnlijkheid best meevallende uitslag van de Europese verkiezingen vind ik nog een ander opbeurend verhaal in de krant. Columnist Stevo Akkerman doet de zegenrijke werking van de Europese Stofzuigerrichtlijn (vanaf 2013) uit de doeken. Die gaat tegen 2030 wel 23 terawattuur (TWh) per jaar aan besparingen opleveren. 

Dat is op zichzelf al goed nieuws, maar misschien doet me iets anders nog het meeste deugd: dat er kennelijk mensen – Brusselse ambtenaren – bereid zijn om zich te verdiepen in de wattages van stofzuigers en daar wat mee te doen. En dat er vervolgens journalisten zijn zoals Akkerman die de moeite nemen om die ontwikkelingen tot in een zeker detail te volgen en uit te leggen.

Akkerman laat zien hoe EU-ambtenaren voor deze klus tegen de commercie in moesten gaan. Fabrikanten zetten destijds in op steeds zwaardere en grotere stofzuigers “omdat consumenten dachten: hoe meer vermogen hoe beter”. De EU heeft die perverse trend kunnen keren voor de stofzuigers. Nu de SUVs nog, zou ik zeggen. Maar dat is waarschijnlijk te naïef gedacht. Een grote auto maakt toch meer indruk op de buren dan een grote stofzuiger.

Zie ook: Monsters en Lang leve Europa!

Wil je commentaar geven of zien: klik op Europese stofzuigers en scrol naar beneden door.