vrijdag 24 juni 2022

Een dun maar cruciaal lijntje


Er zijn presentaties van Levinas die hem op zo’n manier weergeven dat de essentie van zijn boodschap verloren gaat. Dat gebeurt gemakkelijk omdat het om een subtiel maar weerbarstig punt gaat dat onwennig aanvoelt. Waar we getraind zijn in het denken vanuit het ik – ook als het gaat om empathie of de ander of compassie – draait hij iedere keer de denkrichting om: het start niet bij ons en onze goede bedoelingen; we worden overvallen, het initiatief ligt bij de ander. We kunnen dus helemaal niks doen, en dat is verwarrend.

Op het risico af dat ik beschuldigd wordt van het ‘narcisme van het kleine verschil’ wil ik ter illustratie een paar van die verwijzingen naar Levinas die net langs de kern scheren nader presenteren. Een eerste voorbeeld komt uit een lezing over menselijk lijden. Daarin opperde de spreker dat lijden mede voortkomt uit een verhoogd individueel zelfbewustzijn dat pijnprikkels kan accentueren. De spreker stelde dat een situatie van in andere richting gekanaliseerd bewustzijn – of iets anders dan bewustzijn – daarvoor tegenwicht kon bieden, bijvoorbeeld middels poëzie of aandacht voor andere mensen. Hij benoemde dat als “het vermijden van bewustzijn”, en vroeg mij of dat ook niet levinassiaans gedacht was. Ik snapte wat de spreker bedoelde, want Levinas heeft het over de verlossing, zeker via de ander, uit een overmaat van zelfbewustzijn, en benoemt dat als een bevrijding. Maar ik aarzelde en dat had te maken met het werkwoord ‘vermijden’, dat de spreker gebruikte. Dat klinkt te actief, als een initiatief van – opnieuw – het ik. Terwijl wezenlijk is voor Levinas dat het je overkómt; je wordt verrast door de ander, en dáárdoor wijkt het (zelf)bewustzijn. 

Een ander voorbeeld vind ik in een interview met filosoof Annemarie Mol. Zij beschrijft de aandacht voor de ander als volgt: “Levinas neemt herkenning van hetzelfde – ik zie mezelf in de ander – als voorwaarde voor respect voor die ander”. Opnieuw snap ik wat de spreker bedoelt, namelijk dat empathie en respect voor de andere mens bij Levinas veel nadruk krijgen. Maar de voorgestelde denkrichting is weer egologisch: ik ken mezelf, en omdat ik de ander waarneem als een heruitgave van mezelf kan ik respect opbrengen voor de ander. Het  initiatief en het referentiepunt worden gevormd door het ik, en dat is precies waar Levinas vanaf wil: hij wil het omdraaien. Niks door mezelf opgebracht respect, ik word overvállen.

Zelfs Martin Buber, toch bij uitstek een Joodse, dialogische denker, laat het, in de ogen van Levinas, op dit punt soms afweten. Dat bracht Levinas bijvoorbeeld naar voren op een bijeenkomst in 1975 aan de Universiteit van Leiden waar hij werd gevraagd commentaar te geven op de weergave in de Bijbelvertaling door Buber en Rosenzweig van vers 19,18 van het Bijbelboek Leviticus. Dat vers wordt gebruikelijk vertaald met ‘Heb je naaste lief als jezelf’, maar door Buber en Rosenzweig als ‘Heb je naaste lief, hij is zoals jij’. Een fundamentele gelijkheid tussen mij en de ander zou in die vertaling dus de brug slaan. Levinas wierp tegen: “Wat betekent ‘als jezelf?’ Buber en Rosenzweig waren hier in de war. De Bijbel belijdt de prioriteit van de ander in relatie tot mij. De andere komt altijd op de eerste plaats. Dit is wat ik de dissymmetrie van de interpersoonlijke relatie heb genoemd”. De visie van Buber gaat uit van een verwantschap, die ik van binnenuit kan activeren. De visie van Levinas gaat uit van een verschil, de ander overvalt me als het ware van buitenaf. 

Dit is geen klein verschil; dit is een complete omkering van de denkrichting. Maar het lijntje tussen die twee visies is gauw overschreden.

Zie ook Levinas en empathie.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Een dun maar cruciaal lijntje en scrol naar beneden door.

vrijdag 10 juni 2022

Eindtijdgedachten in NRC


Het is bijna niet te geloven maar zelfs de nuchter liberale NRC komt tegenwoordig met apocalyptische visioenen over gevaarlijke tendenzen in de wereld. In een van de laatste weekendbijlagen deed Maxim Februari dat onder de titel De wereld stort in, maar hoe maak je dat hot?

Februari benoemt vooral de groei van kunstmatige intelligentie als grote bedreiging, maar breidt zijn zorg daarna uit naar andere mogelijke wereldrampen. Maar dat niet alleen, hij sluit zijn stukje af met de roep om een sterke man: “Aan goede bedoelingen heb je niks. Je hebt iemand nodig die het onderwerp van de dreiging onbesuisd hot en sexy kan maken. Maar ja, waar vind je zo iemand?” Zo’n roep werd tot nog toe toch vooral gezien als uitvloeisel van onderbuikgevoelens, bepaald niet salonfähig in NRC-kringen. Maar nu staat het er gewoon! 

Al eerder deed Stevo Akkerman in Trouw verslag van een interview met Jan Rotmans en Marcel Levi waarin zij vertelden wel wat te zien in een tijdelijke dictatuur voor de oplossing van de gigantische milieuproblemen waar we voor staan. “Maar niet langer dan een jaar en nooit meer dan één keer.” Dan kunnen alle stuur-, klankbord- of regiegroepen in één keer opgedoekt worden. En dat terwijl Rotmans toch ook bekend staat als de veranderprofessor die altijd gepleit heeft voor sociale innovatie, zoals minder centralistische sturing en meer inbreng van onderop. Een dictator aanstellen kun je natuurlijk ook benoemen als sociale innovatie, maar dan toch met een heel andere strekking.

Kortom, soms weet ik niet wat ik lees! Aan de andere kant: ik denk dat drastisch ingrijpen inmiddels wel heel hard nodig is, maar vooralsnog schaar ik me net als Akkerman liever achter Rob Jetten, die doelen aanscherpt en regie voert over het milieubeleid voor landbouw, verkeer en wonen. En misschien kan het dreigende eindtijdgevoel ook mensen als Jetten een steun in de rug geven zonder dat een dictatuur nodig is.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Eindtijdgedachten in NRC en scrol naar beneden door.