Voor mij als geïnteresseerde in het verschijnsel denkschaamte is het een voor de hand liggende vraag: raakt wat er nu gebeurt rondom de excuses voor slavernij aan dat verschijnsel? De regering kondigt aan om op 19 december excuses te maken voor het slavernijverleden, en allerlei Surinaamse en Antilliaanse organisaties keren zich tegen daartegen. Er is zelfs een kort geding over aangespannen. Leent de dagelijks zichtbare verlegenheid van de Nederlandse regering in deze kwestie zich voor formuleringen in termen van
denkschaamte?
Denkschaamte kan omschreven worden als de verlegenheid over je eigen denken, ook al was dat denken alleen maar oprecht goed bedoeld. Het kan optreden wanneer, ondanks jouw goede intenties, en volledig tegen je verwachtingen in, de ander juist doodongelukkig blijkt te worden van jouw goedbedoelde ideeën. Het geloof in je eigen ideeën en ordeningen blijkt toch niet zo weldadig te zijn. Als dan het besef doordringt: ‘Oef, ik bedoel het goed maar ik loop over anderen heen’ kan een soort existentiële verlegenheid toeslaan die maakt dat je even stopt met denken en alleen nog maar luistert naar die anderen.
Op het eerste gezicht lijken een aantal onderdelen van de denkschaamte wel van toepassing te zijn op de huidige consternatie. Voor een nadere beoordeling loop ik onderstaand de op dit moment actuele casus ‘Excuses voor de slavernij’ op meer precieze manier door met aandacht voor de vraag in hoeverre de voor denkschaamte benodigde ingrediënten aanwezig zijn.
Het ingrediënt van de goede ideeën en goede intenties is beslist aanwezig in het voornemen van de regering, maar niet op een heel eenduidige manier. Uitlatingen van premier Rutte uit voorgaande jaren laten ruimte voor twijfel. In 2020 vond hij excuses niet nodig en in 2021 vond hij het niet het goede moment. In de Tweede Kamer waren CDA en VVD lang tegen en was er pas afgelopen oktober een meerderheid voor excuses.
Had – en dat is het tweede ingrediënt – de regering zelf het gevoel iets goeds te gaan doen? Dat er bij Rutte c.s. sprake was van een geloof in de eigen goede bedoelingen, zou je kunnen afleiden uit een zekere verrastheid bij het kabinet naar aanleiding van de boze reacties op het initiatief. Die reacties hadden ze niet verwacht, en de regering lijkt er behoorlijk van geschrokken te zijn.
Over het derde ingrediënt wat dan volgt – namelijk: de existentiële verlegenheid met het eigen denken, ofwel: de denkschaamte zelf – hebben we geen uitsluitsel. Tot nu toe heb ik daar in ieder geval niemand over horen spreken. Het is wel het kerningrediënt.
Het vierde ingrediënt – namelijk dat je even stopt met denken en initiatieven nemen en alleen nog maar luistert – lijkt niet bepaald aan de orde te zijn. Men houdt vast aan de oorspronkelijke plannen, met name de datum van 19 december, en ontplooit extra activiteiten waarbij niet duidelijk is in hoeverre men het verhaal van de gesprekspartners tot zich laat doordringen.
Al met al overtuigt de ophef over de excuses niet echt als casus voor denkschaamte. Was het maar waar, van die existentiële verlegenheid, dan zou ook het vierde ingrediënt moeiteloos volgen: uitstel van de datum voor excuses van 19 december naar 1 juli 2023. Want zo werkt dat met het kerningrediënt: ok, je snapt die gevoeligheden van de ander niet, maar je hebt even gevoeld dat er iets belangrijker is dan dat snappen van jou; je bent even echt in contact. En dan verschuif je die datum gewoon, geen probleem.
Wil je commentaar geven of zien: klik op Excuses en denkschaamte en scrol naar beneden door.