donderdag 28 december 2023

Boemerang


Het kan, vanuit Joods standpunt, lijken dat de Duitse overheid op een goede manier reageert op de Gaza-Israël oorlog. Wie het in Duitsland opneemt voor de Palestijnse zaak wordt met een zekere argwaan bekeken. Vooral in de kunstwereld laait deze discussie hoog op. Exposities worden afgezegd, prijzen niet uitgereikt.

Zo konden de Palestijnse schrijver Adania Shibli en de Duits-Britse schrijver Sharon Dodua Otoo afgelopen maand twee Duitse prijzen voor hun werk niet ontvangen, vanwege hun verbondenheid met de Palestijnse zaak. En de Zuid-Afrikaanse Candice Breitz zou in de lente een tentoonstelling openen in het Duitse Saarland Museum. Maar de directeur zei zich genoodzaakt te zien de expositie, waar Breitz drie jaar aan werkte, af te zeggen. De stichting achter het museum laat weten de samenwerking met Breitz te beëindigen vanwege ‘de controversiële uitspraken van de kunstenaar in verband met de aanvalsoorlog van Hamas tegen de staat Israël’. Nog altijd is Breitz verbijsterd: “Ik heb Hamas herhaaldelijk en ondubbelzinnig veroordeeld. Maar blijkbaar is dat niet voldoende.”

De houding van de Duitse overheid is begrijpelijk vanwege de beladenheid van de Duitse geschiedenis in relatie tot Joden. En er is ook iets te zeggen voor een dergelijke straffe houding gezien het gemak waarmee men in progressief-linkse kringen overgaat tot demonisering van Israël en Joden. Er mag om anti-Joodse uitingen wel een extra hek gezet worden.

Maar toch moet je daar voorzichtig mee zijn. In de eerste plaats omdat een overheid die bepaalt wat je mag denken erg bevoogdend is en omdat die bemoeienis riekt naar censuur. Ik hecht veel waarde aan de mogelijkheid van mensen om hun eigen standpunt te bepalen. Verder vind ik het een beetje eng. Want je kunt als het ware het moment al voelen aankomen dat men genoeg heeft van die bevoogding en dat je dan precies de tegengestelde standpunten als een boemerang terugkrijgt.

Het is kennelijk erg lastig omgaan met deze materie. Dat is te zien aan Amerikaanse universiteiten waar de tolerantie voor pro-Palestina anti-Israël demonstraties soms uitloopt op het beledigen en lastigvallen van Joodse medestudenten. Heb je het dan niet over antisemitisme?

Zie ook Twee soorten vergif.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Boemerang en scrol naar beneden door.

vrijdag 15 december 2023

Trump en 7 oktober


Toen Trump begin 2021 het veld moest ruimen voor Biden was ik opgelucht. Ik bedacht ook dat die vier jaar van hem als president nog best goed afgelopen waren. De instituties hadden het (net) gehouden en er was geen Derde Wereldoorlog uitgebroken. We waren met de schrik vrijgekomen. Maar langzamerhand wordt toch een zeer kwalijk gevolg van zijn presidentschap zichtbaar. Volgens een van de analyses die ik onder ogen kreeg van de aanloop naar de huidige oorlog tussen Hamas en Israël heeft Trumps Midden-Oosten politiek polariserend gewerkt. 

Al langere tijd bestaat er binnen Hamas een richtingenstrijd. Er zijn groeperingen die willen aansturen op een al dan niet tijdelijke overeenkomst met Israël, en andere groeperingen die harde confrontatie voorstaan. In de periode rond 2015 wonnen de eerstgenoemde groepen aan invloed, en dat resulteerde onder andere in een nieuw Hamashandvest waarin niet meer de totale vernietiging van Israël als doelstelling genoemd werd. Wat het ook waard was – van de aanspraken op Israëlisch gebied werd geen afstand gedaan – de toon was in ieder geval een andere dan die van de hardstliners

Maar toen kwam Trump met zijn simplistische anti-Palestijnse opstelling. Hij verplaatste de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem en gaf eerder blijk van sympathie voor, dan kritiek op de settlers die de Westbank koloniseren. Die voelden zich daardoor vrij om nog gewelddadiger te opereren dan ze al deden, gesteund door Netanjahoe die toch al niet in vrede is geïnteresseerd. De ‘gematigde’ groeperingen binnen Hamas, met hun streven naar een langdurig staakt-het-vuren met Israël, verloren vanwege deze door Trump gefaciliteerde verharding van de Israëlische positie hun geloofwaardigheid. De oorlogszuchtige terroristen kregen sinds 2017 het overwicht, en dat hebben we gemerkt op 7 oktober. 

Een nieuw presidentschap van Trump is alleen al om die reden beslist ongewenst.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Trump en 7 oktober en scrol naar beneden door.

donderdag 7 december 2023

Zacht roze


Dit plaatje, wonderlijk toch? Het geeft de gevoeligheid weer voor droogte van de verschillende gebieden op aarde. Uitgerekend de continenten die in het verleden en nog steeds het grootste deel van de CO2-uitstoot veroorzaken blijken er het minste last van te hebben (zacht roze, bijna onzichtbaar). Als je al geen complotdenker was zou je het hiervan wel worden. Hoe is het mogelijk dat Europa (en dan ook nog eens specifiek West-Europa), Noord-Amerika en Australië van bedreiging gevrijwaard zijn? 

Voor de duidelijkheid: ik geloof niet in complotten en zou ook niet weten hoe je – als je dat zou willen – zoiets voor elkaar krijgt. Maar wrang en oneerlijk is het wel.

Zie ook Ik heb makkelijk praten.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Zacht roze en scrol naar beneden door.

zondag 3 december 2023

AI kan niet zonder mensen


Voor de afwisseling maak ik eens melding van een vrolijk bericht. Althans, ik vind het opbeurend, anderen waarschijnlijk juist niet. Die anderen zijn de ChatGPT-enthousiastelingen, die hun hoop vestigen op door robots geproduceerde teksten voor verbetering van de wereld.

Het bericht van onderzoeker Ilyaz Nasrullah meldt dat voor de productie van Artificial Intelligence-teksten (AI) per definitie menselijke creativiteit nodig is. Dat wil zeggen, niet per se voor de productie, maar voor goede kwaliteit van de opgeleverde tekstproducten. Zelfs voor sinterklaasgedichten presteren de AI-taalmodellen maar matig, ze kunnen niet zonder menselijke creativiteit. 

Dat komt doordat AI werkt met tekst die al over de aardbol rondzwerft. Door de gigantische rekenkracht van hedendaagse computers kunnen die duizelingwekkende hoeveelheden circulerende tekstdata zodanig met elkaar vergeleken en gecombineerd worden dat er redelijk relevante nieuwe tekstcombinaties uit voortkomen. Maar, zegt Nasrullah, de afhankelijkheid van wat er al is impliceert dat deze ‘synthetische teksten’ niks oorspronkelijk nieuws opleveren. In eerste instantie is dat niet zo’n bezwaar omdat ‘wat er al is’ primair menselijke teksten bevat, waaronder teksten met voldoende oorspronkelijkheid en creatief niveau. Maar naarmate AI meer teksten genereert wordt het aandeel door AI zelf geleverde teksten in ‘wat er al is’ steeds groter en gaat AI dus in toenemende mate zijn eigen producten recyclen, zonder iets nieuws toe te voegen. Dit resulteert in verslechtering van de relevantie en kwaliteit van de synthetische teksten. Nasrullah: “De achteruitgang na een paar ‘generaties’ van dit proces is dramatisch. De oorzaak van deze model collapse is dat synthetische teksten niet dezelfde variatie hebben als menselijke teksten, zij zijn telkens een slag minder”. Er is dus een verschil tussen ‘mensachtige’ en ‘menselijke’ teksten en dat verschil komt neer op creativiteit die kennelijk alleen de mens gegeven is. AI parasiteert daarop maar kan op eigen kracht het menselijke niveau niet vasthouden.

Waarom word ik daar vrolijk van? Dat heeft te maken met de relativering van het toekomstbeeld waarmee de opkomst van AI vergezeld gaat. In de toekomst zouden volgens een veelgehoorde visie dankzij de prestaties van AI menselijke inspanning en creativiteit steeds minder nodig zijn. Computers nemen daarin de samenleving over en wij mensen zouden vervallen in een utopische verdoving. Dat idee, onder andere uitgedragen door Yuval Harari en eerder door Herbert Marcuse, vind ik een doembeeld. Het is een pessimistische visie van een gedetermineerde toekomst. Als ik nu hoor dat AI eigenlijk niet zonder creatieve menselijke inbreng kan functioneren vind ik dat een optimistisch tegengeluid. Kennelijk ben ik erg gehecht aan het idee van menselijke scheppingskracht en het vermogen om iets nieuws tot stand te brengen.

Nu heeft niet iedereen zin in creativiteit. Creativiteit kost best veel moeite namelijk, zeker als het om sinterklaasgedichten gaat. En in onze geïndustrialiseerde wereld met zijn illusieproducerende entertainmentindustrie is de verleiding groot om onze dromen en verlangens uit te besteden aan een systeem dat ze op technologische manier kan helpen verwezenlijken. Dat we ons ondertussen uitleveren aan de grote kapitalistische belangen daarachter nemen we dan maar voor lief. Ik snap het gemak daarvan en de aantrekkingskracht van de marketing die ons vertelt dat we achterover kunnen leunen. Ik leun ook graag achterover, maar creatieve actie vind ik toch net iets leuker.

Zie ook Zijn linkse mensen slimmer?

Wil je commentaar geven of zien: klik op AI kan niet zonder mensen en scrol naar beneden door.

vrijdag 17 november 2023

Disproportioneel


Eva Peek schreef vorige week in NRC dat het haar tegenviel hoe weinig we collectief geleerd hebben van de Sjoa. Bijna tachtig jaren van herdenkingen en reflectie op medeplichtigheid en op het gemak waarmee destijds de uitroeiing van Joden kon plaatsvinden, hebben niet geleid tot “een breed gedragen, verfijnde kennis van antisemitische stereotypen”. Dat stelt haar teleur, want daar had ze op gehoopt.

Ik moet zeggen, ik ben het niet helemaal met Peek eens. Het valt mij niet tegen wat ik tegenkom in landelijke kranten en nieuwszenders (ik heb het dus nadrukkelijk niet over social media). De betere journalisten zouden het kunnen laten bij het afzetten van het aantal slachtoffers van Palestijns geweld (tegen de 1600, inclusief gesneuvelde militairen) tegen het aantal slachtoffers van Israëlische bommen (meer dan 10.000), en vervolgens inzoomen op de disbalans. Dat gebeurt zeker ook, maar daarnaast is er opmerkelijk veel oog voor de vernietigende doorwerking van eeuwenlange uitsluiting en vervolging, uitmondend in de poging tot totale vernietiging. De door generaties heen opgebouwde en bijna tot genetische aanleg gegroeide getraumatiseerdheid vertegenwoordigt in zijn akelige diepte net zo goed een disbalans waar we mee te dealen hebben. Niet alleen Joden, maar ook, of juist, die (westerse) samenlevingen die eeuwenlang de trauma’s hebben gevoed. De kennelijk gevoelde noodzaak – op zijn minst in de betere journalistieke kringen – om dat te benoemen kan verklaren waarom er de afgelopen maand betrekkelijk veel redelijk diepgravende artikelen verschenen over (de geschiedenis van) antisemitisme, evenals genuanceerde interviews over Joodse angsten en trauma’s die als uit het niets dezer dagen levensgroot tevoorschijn komen. 

Ter vergelijking: in 1940 zou ik voor de ‘betere journalistieke kringen’ niet hebben willen instaan qua opvattingen over Joden, zeker niet voor het confessionele deel van die kringen. Cleveringa was met zijn opvattingen een uitzondering op de regel. Joodse stereotyperingen werden, ook door de ‘weldenkenden’ van toen, voor zoete koek geslikt. Het lijkt erop dat decennia van herdenkingen hier nu voor een breder blikveld zorgen. Daar staat tegenover dat het klassieke antisemitisme zich, onder andere door de huidige gebeurtenissen, in rap tempo over andere delen van de wereld verspreidt.

Zie ook Disproportioneel geweld.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Disproportioneel en scrol naar beneden door.

vrijdag 3 november 2023

Twee soorten vergif


Twee soorten vergif houden me bezig: de CO2 in de lucht wereldwijd, en het antisemitisme in de grond, van oudsher de Europees-Russische bodem maar zich nu gestaag uitbreidend naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De twee soorten vergif zijn even wanhopig makend, en ik weet vaak niet waar ik me op moet richten. Rondom 4 en 5 mei van dit jaar, voor de zoveelste keer geconfronteerd met de peilloze en inktzwarte afgronden van de vernietigingskampen, vroeg ik me af waarom ik me eigenlijk zo druk maak om het klimaat en een mogelijk fysiek einde van de mensheid. Was de mensheid immers tachtig jaar geleden al niet moreel failliet? Toch ondersteunde ik van harte de bezetting van de A12 en andere ontregelende acties van Extinction Rebellion (XR). Protesteren tegen klimaatbedreigend vergif is hoe dan ook altijd goed, dacht ik.

Op dit moment houdt het andere gif me meer bezig, vooral door de snelheid en het gemak waarmee het vrijkomt. Onze Nederlandse, Europese bodem moet er wel tot de rand toe mee verzadigd zijn, anders is de gretigheid niet verklaarbaar waarmee vlak na de sadistische massamoord van Hamas op Israëlische burgers de anti-Israëlische agressie ontvlamde. Al op 9 oktober wist Johan Derksen te melden dat de massamoord erg was, maar “dat de Joden er wel een beetje om gevraagd hebben”. Op 11 oktober, nog voor de vernietigende Israëlische bombardementen, werd de Palestijnse vlag geprojecteerd op de Euromast door een afdeling van XR. De toch voor de hand liggende fase van begrip of compassie voor Joodse Nederlanders werd zo goed als overgeslagen, er werd (aldus NRC) “in één keer doorgeschakeld naar een bijzonder agressieve vorm van solidariteit met de Palestijnen – vaak uitmondend in onversneden antisemitisme”. Katya Tolstoya, de scheidend Theoloog des Vaderlands, zegt: “Door de oorlog in Gaza voel ik hier een golf van antisemitisme, dat ken ik nog uit de Sovjet-Unie”. 

Ik wist dat dat gif in onze bodem zit – hoe zou het ook anders kunnen na honderden jaren van aanvankelijk Christelijk geïnspireerde en daarna seculiere antisemitische denkbeelden? Dat is gezonken sociaal-cultureel erfgoed, zeg maar. Maar zó ontvlambaar, in zúlke grote concentraties en zó dicht onder de oppervlakte, daar schrik ik toch van. En dat Extinction Rebellion niet de hygiënische organisatie is waarvoor ik het had gehouden, dat vind ik ook schokkend. In plaats van het antisemitische vergif te bestrijden zoals zij strijdt tegen CO2, subsidieert XR de verspreiding ervan. Nu blijkt dat XR net zo blind is voor het sociaal-maatschappelijke vergif als de olie-industrie voor het broeikasgas, heeft de beweging voor mij afgedaan. Ik denk dat ik wel weet waar mijn aandacht voorlopig op gericht zal zijn: op het antisemitische vergif, dat wil zeggen op de vraag hoe het mechanisme werkt waardoor één groep de schuld van letterlijk álles kan krijgen, inclusief het broeikasgas.

Overigens ben ik van mening dat de A12 bezet mag blijven. En de Westbank niet.

Zie voor een ander verslag van onbekommerd antisemitisme ook Ironisch.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Twee soorten vergif en scrol naar beneden door.

donderdag 26 oktober 2023

Ironisch


Het is ironisch, onwerkelijk en verbijsterend om juist deze dagen, waarin het in het Midden-Oosten gaat om grond en militaire actie, bij de Duitse filosoof Heidegger bepaalde passages te lezen uit zijn dagboeken, ook wel de Schwartze Hefte genoemd. Zij worden als volgt gepresenteerd door de filosoof Jean-Luc Nancy in zijn boek The Banality of Heidegger.

►  Ontworteling en dus Bodenlosigkeit (gebrek aan eigen grond) is een ondersceidend kenmerk van het Jodendom. Het gebrek aan grond bestaat in – of leidt tot – “aan niets gebonden zijn, alles ten eigen dienste stellen (het Jodendom)”. (Citaat van Heidegger in deze zin: uit ‘Überlegungen VII-XI’, Schwartze Hefte 1938/39, p. 97).

► Door dat gebrek aan een eigen land schrijft het Jodendom zichzelf uit de menselijke geschiedenis want “gebrek aan grond sluit zichzelf uit.” (Citaat van Heidegger in deze zin: uit ‘Überlegungen VII-XI’, Schwartze Hefte 1938/39, p. 97). Heeft Heidegger gedacht, zo vraagt Nancy zich af, dat het Jodendom bij die zelfdestructie een handje kon worden geholpen, bijvoorbeeld door de antisemitische Neurenberger wetten?

► De minachting voor het (toenmalige) gebrek aan eigen grond wordt bij Heidegger versterkt doordat Joden dus ook niet weten wat vechten is: “Het wereldjodendom (…) hoeft niet deel te nemen aan militaire actie, terwijl wij het beste bloed van het beste van ons volk moeten opofferen.” (Citaat van Heidegger in deze zin: uit ‘Überlegungen XII-XV’, Schwartze Hefte 1939-1941, p. 262). 

Heidegger zou er waarschijnlijk niet mee gezeten hebben om in de hedendaagse situatie precies het omgekeerde te zeggen. Een beetje zoals in de vorige eeuw de antisemitische communisten de Joden verafschuwden vanwege ‘hun’ kapitalisme, en de antisemitische kapitalisten omdat ze allemaal communisten zouden zijn. 


Wil je commentaar geven of zien: klik op Ironisch en scrol naar beneden door.

vrijdag 13 oktober 2023

Toxisch


De Frans-Joodse denker Levinas bedrijft sociale filosofie in die zin dat hij voortdurend spreekt over verhoudingen tussen mensen. Hij heeft het veel over face-to-face ervaringen en die beschrijft hij het liefst als ontmoetingen met ‘het gelaat van de ander’. Dat is wat hem betreft niks uitzonderlijks, die ontmoetingen vinden op dagelijkse basis plaats. Hij vindt die al terug in het openhouden van een deur voor iemand, of in een simpel “Na U!” Loopt zijn denken daarmee niet het risico om te verworden tot een kneuterige filosofie van de aardigheid waar niemand het mee oneens kan zijn? Schattig en lief, maar politiek krachteloos en ongevaarlijk? Vergeleken met de kritische filosofie à la Foucault of de Frankfurter Schule,  die maatschappelijke machtsstructuren en structurele sociale ongelijkheid aan de kaak stellen, kan Levinas’ filosofie inderdaad naïef lijken. 

Maar dat hoeft die niet te zijn. Om dat te illustreren citeer ik een bespreking van De mythe van normaal – Over trauma, ziekte en heling in een toxische maatschappij, een recent boek van de Canadese arts en verslavingsdeskundige Gabor Maté. De recensent legt uit wat Maté bedoelt wanneer hij schrijft over socialiteit, verbinding en trauma. “Omdat wij mensen zeer afhankelijk zijn van onze verbindingen met elkaar en de wereld om lichamelijk en geestelijk gezond te blijven, zijn we ook zeer kwetsbaar voor verwonding. Gabor spreekt over trauma met een grote ‘T’ en met een kleine ‘t’. De eerste vorm kennen we inmiddels wel. Dat gaat over trauma ten gevolge van mishandeling, seksueel misbruik, geweldservaringen, kortom alle grote en zware inbreuken op onze integriteit als mens. Maar er bestaat een veel sluipender vorm van trauma. Dat gaat over al die kleine momenten dat je niet gekend of gezien werd terwijl je dat nodig had, die kwetsende opmerking die zomaar voorbij komt omdat iemand slecht gezind is, gebrek aan positieve ervaringen of een ongelukkige pesterij van een paar leeftijdsgenoten.”

Wat hier van Trauma met een grote T gezegd wordt: “die vorm kennen we inmiddels wel”, ben ik geneigd te zeggen van Geweld met een grote G: het geweld van de politieke machtsstructuren, en van oorlog. Dat went nooit, zoals we met de actuele geweldsuitbarsting in en rond Israël deze dagen weer ondervinden. Maar in zekere zin kun je zeggen: dat kennen we inmiddels wel, want dat geweld is uitvoerig geanalyseerd (hoewel nooit genoeg) door de kritische sociale filosofen. Het geweld van de alledaagse menselijke verhoudingen is daarentegen onderbelicht gebleven in de filosofie. Terwijl, zoals de recensie duidelijk stelt, die geweldsmomenten kunnen optellen tot een serieus trauma. Dat is ten eerste al erg genoeg voor degenen die dat oplopen op persoonlijk niveau en Levinas vraagt daar dus terecht aandacht voor. Maar voor het politieke niveau zijn die trauma’s net zo goed relevant, omdat die mede bijdragen aan een toxische samenleving waarin mensen uiteindelijk hun toevlucht zoeken in gewelddadige, radicale politieke bewegingen. Ook dat geweld zou weleens akelig actueel kunnen zijn in het huidige Midden-Oosten. In zijn thematisering van intermenselijk geweld – álle geweld, van interpersoonlijk tot politiek/militair en terroristisch – ligt dus de ook een grote politiek-maatschappelijke relevantie van Levinas’ filosofie verscholen.

Zie ook Levinas en politiek en Troost.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Toxisch en scrol naar beneden door.

donderdag 28 september 2023

Zo hebben we het niet bedoeld


In haar Trouw-columns over sociale media onder de titel Swipen&klikken maakt Kelli van der Waals me vaak spontaan aan het lachen. Dat moet te maken hebben met de woorden die ze gebruikt en de ordening ervan, maar ik kan de trigger meestal niet precies aanwijzen.

Afgelopen maandag kon ik er wél de vinger op leggen. Ze sprak over boomers (met geboortejaren tussen 1946 en 1964; met 1955 zit ik er precies middenin) als een generatie voor wie, dankzij de gunstige historische omstandigheden, de wereld aan hun voeten heeft gelegen. Er was relatief goede werkgelegenheid, sociale zekerheid, gezondheidszorg en tenslotte pensioen. En je kon nog zonder schuldgevoel de aarde vergiftigen. Ze begrijpt dat het even schakelen is voor die generatie als de klimaatdreiging nu komt inbreken in dat paradijs, kortom “als vliegen of vlees eten opeens niet meer de bedoeling is”. 

Dat laatste is goed uitgedrukt van Van der Waals. Het was inderdaad de bedoeling. Hogere machten hadden bepaald dat dat goed was. Er móest en zou gevlogen worden, het was zowat een burgerplicht om de wereld af te struinen, onderdeel van de opvoeding en gepropageerd door belastingvrije kerosine. Sowieso was veel consumeren bijna een daad van vaderlandslievendheid, zoals Rutte een jaar of tien geleden illustreerde met zijn voorstel om ieder huishouden 1000 euro te geven voor stimulering van de economie. Ja, dan moet ik even lachen om het woord ‘bedoeling’, maar het is natuurlijk alles bij elkaar een treurige zaak. De richting van de bedoeling van onze politici en opvoeders is kennelijk volkomen fout geweest, ze hebben de plank mis geslagen. De gevolgen zijn niet mals: er moeten ons ‘opeens’ andere bedoelingen geleerd worden, maar zo mogelijk nog moeilijker: er moet weer vertrouwen komen in de politiek, nadat die ons zo lang met rare bedoelingen heeft opgezadeld.

Zie ook Ik heb makkelijk praten.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Zo hebben we het niet bedoeld en scrol naar beneden door.

vrijdag 22 september 2023

Kol Nidrei en andere illusies


Soms laten mensen zich gezeggen door het verdriet van een ander, op het moment dat hen duidelijk wordt dat ze die ander gekwetst hebben. Dat is de centrale stelling die de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas uitwerkt in zijn boeken.

Onder de vele kwetsuren die mensen elkaar toebrengen gaat de aandacht van Levinas vooral uit naar, wat hij noemt, ‘denkgeweld’. Dat treedt op waar de ene mens denkt voor de andere en die ander daar niet van gediend is. Het is een soort grensoverschrijding, Levinas noemt het ‘imperialisme’. De denker kan in de hooggestemde illusie verkeren dat hij de ander helpt. Maar de kwetsuur die de ander oploopt vanwege de opdringerigheid van de denker kan variëren van vernedering tot het gevoel klem gezet te worden. Als de denker dat opmerkt kan hij schrikken van zijn eigen illusie en zijn gedrag aanpassen.

Wanneer je met mensen praat over deze stelling van Levinas dan herkennen ze vaak dat verschijnsel wel en kunnen ze concrete ervaringen daarvan aanwijzen in hun eigen leven. Maar tegelijkertijd stellen ze vaak de vraag: waarom zijn er ook mensen die zich níet laten gezeggen door het verdriet dat ze bij een ander veroorzaken; die gewoon doorrausen, hun eigen soevereine gang blijven gaan met hun opdringerige plannetjes? Wat maakt dat de ene mens gevoelig is voor de kwetsuur van het Gelaat (zoals Levinas de gekwetste ander noemt) en een andere mens niet?

Dat vind ik iedere keer weer een intrigerende vraag en ik heb er geen antwoord op. Sommige Levinaslezers denken dat je die gevoeligheid kunt trainen. Bijvoorbeeld door goed te luisteren naar anderen en jezelf daarin te oefenen. Ik denk dat dat niet verkeerd is, al was het maar omdat je een soort alertheid ontwikkelt ten aanzien van illusies waarin je mogelijk doordraaft en grenzen overschrijdt. Daar ligt voor mij ook de waarde van Jom Kipoer, de Grote Verzoendag die we vanaf zondagavond tot maandagavond weer vieren: het is altijd goed om jezelf systematisch, in dit geval via een speciaal gemarkeerde dag met vasten en een indringende liturgie, voor ogen te houden waar je de fout ingaat. Om dat te kunnen doen moet er een taal voor zijn en de liturgie van Jom Kipoer biedt die taal. Zo bezien is Jom Kipoer op te vatten als een training in gevoeligheid, doordat je een hele dag met die taal in de weer bent.

Maar ik blijft sceptisch ten aanzien van de gedachte dat je illusies eruit kunt trainen. Want illusies zijn nu eenmaal inherent aan het denken. Dus, zolang we het denken niet opgeven (en dat lijkt me geen goed idee) zullen illusies blijven optreden en dus ook de kwetsuren die zij veroorzaken. Ik geloof wel dat bezinning op de effecten van ons denken en handelen verbeteringen oplevert, maar tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat we door onze illusies verrast zullen blijven en daar ongewild anderen mee blijven kwetsen.

Het mooie is dat die scepsis ten aanzien van het tegengaan van illusies ook al in de liturgie van Jom Kipoer een plaats heeft gekregen. Namelijk in het Kol Nidrei, waar we alvast aandacht vragen voor de beloften (op te vatten als hooggestemde intenties of illusies) die we in de toekomst zeker zullen gaan breken. Verre van een vrijbrief te bieden voor het lukraak aangaan en breken van beloftes – zoals deze tekst door kwaadwilligen wel geïnterpreteerd is – getuigt het Kol Nidrei hiermee van realisme en een diep inzicht in de verraderlijkheid van het menselijke denken. Het uitspreken van het Kol Nidrei is daarmee al meteen een oefening in gevoeligheid.


Wil je commentaar geven of zien: klik op Kol Nidrei en andere illusies en scrol naar beneden door.

maandag 4 september 2023

Leo Mock z.l.


Hij probeerde het wel, tijdens het maandelijkse ‘Lernen met Leo’ van Crescas, om tot uitwisseling van meningen en tot dialoog te komen. Meestal aan het begin van het uur, dan kon hij weleens expliciet vragen om opinies en eigen inbreng van de deelnemers over de parasja (het stuk van de Tora dat die week in sjoel gelezen werd). Maar vervolgens ging hij al snel van de een naar de ander, een echte uitwisseling kwam er vaak niet van. Leo stak van wal en dan kon je er niet gemakkelijk meer tussenkomen. Soms stak iemand schuchter zijn hand op, zonder succes, en dan nog een paar keer voordat Leo erop inging – meestal maar kort. Zijn goede voornemens ten spijt, Leo had gewoon het temperament er niet voor om dialogisch te doceren.

Maar dat gaf helemaal niets. Integendeel, ik vond het vaak een feest om nu eens niet ‘interactief’ te hoeven zijn en alleen maar te mogen luisteren naar deze geweldige docent. Zijn uitleg van de parasja was altijd onderhoudend, getuigde van een diepgaande en doorleefde kennis van de Joodse traditie (‘het project van Abraham’, zoals hij het noemde), en er viel altijd wat te lachen door zijn snelle grapjes en imitaties. 

Geestverruimend vond ik iedere keer hoe hij zijn achtergrond van jesjiva-student wist te combineren met een brede historische blik. Hij had oog voor de manier waarop de verschillende historische periodes hun sporen nalieten in de traditie. Dat stelde hem in staat om orthodox te leven en tegelijkertijd de traditie vanaf een zekere wetenschappelijke afstand te bekijken, een voor Nederland zeldzaam mooie combinatie met vaak geestige relativeringen als gevolg.

We gaan hem missen. Gelukkig heb ik nog een stapel schriften met aantekeningen van zijn uitleg (“Naud, opschrijven dit!”). Die ga ik systematisch doornemen.

Zie ook Ido Abram.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Leo Mock z.l. en scrol naar beneden door.

vrijdag 25 augustus 2023

Zo democratisch ingesteld is de gemiddelde Israëliër niet


Het klopt niet helemaal, of misschien wel helemaal niet, wat ik schreef over een veronderstelde ‘democratische inborst’ van de gemiddelde Israëliër. In het blogbericht Wonderen opper ik dat de stichters van Israël in hun euforie een bovengemiddeld vertrouwen hadden in de inherent democratische gezindheid van de burgers van de nieuwe staat. “Die zouden, met hun achtergrond als egalitaristische kibboetsniks, vrij debatterende Talmoedstudenten en slachtoffers van  dictaturen, van zichzelf zo rechtsstatelijk aangelegd zijn dat de nieuw te vormen staat het zou kunnen stellen zonder de gebruikelijke waarborgen.”

Maar uit gesprekken in reactie op dat blogbericht begreep ik dat die democratische gezindheid, ook bij Ben-Goerion c.s., wel wat te wensen overliet. Iemand wees me bijvoorbeeld op een recent opgedoken rede uit 1949 van Ben-Goerion voor de Knesset commissie voor “Constitutie, Wetgeving en Rechtspraak”. Daarin pleit hij tegen het opstellen van een grondwet voor Israël. 

In het Nieuw Israëlietisch Weekblad wond columnist Hans Knoop er ook geen doekjes om. Over de machtige Arbeiderspartij uit die dagen vertelt hij: “Die partij werd bevolkt en geleid door van oorsprong Oost-Europese apparatsjiks met een rudimentaire opvatting van democratie. Niet Westminster stond voor die generatie model en evenmin stond Montesquieu met diens scheiding der machten hoog bij hen in aanzien. Ik durf de stelling aan dat links in die jaren een grotere greep op Israël had dan nu met rechts het geval is. Het democratische en liberale gehalte van de modale Israëlische functionaris hield bepaald niet over.”

Aan de andere kant: als niet een groot deel van de Israëlische bevolking het gevoel zou hebben dat democratie en rechtsstaat tot het DNA van hun land behoren, dan zouden de demonstraties tegen de plannen van de regering Netanjahoe nooit zo massaal kunnen zijn als ze zijn. In datzelfde NIW beschrijft Asjer Waterman zijn betrokkenheid bij die demonstraties. Hij voelt “trots op de mensen die zich wekelijks inzetten om Israël te redden van de ineenstrortende democratie. Trots misschien ook wel op het idee van een democratische en Joodse staat.”

Maar van een vanzelfsprekende democratische gezindheid van de Israëliër kun je dus beslist niet spreken. Het zal nog een gevecht worden om het land overeind te houden.

Zie ook Meerstemmigheid.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Zo democratisch ingesteld is de gemiddelde Israëliër niet en scrol naar beneden door.

vrijdag 11 augustus 2023

Wonderen


Wonderen zijn mooie dingen, staat in het stuk van de Tora dat we deze week in sjoel lezen, maar hecht er niet te snel geloof aan. “Wanneer een profeet of een droomuitlegger uit uw midden een teken of een wonder voorspelt, dat vervolgens uitkomt, en hij verbindt daaraan een oproep om andere, u onbekende goden te volgen en te dienen – luister dan niet naar wat hij zegt…Blijf de Eeuwige, uw God, volgen en heb alleen voor hem ontzag”. Kennelijk zijn er in de loop van de tijd té veel pijnlijke en verwarrende ervaringen opgedaan met valse boodschappen en wonderen die bedrieglijk bleken om daar nog op te kunnen vertrouwen. 

David Ben-Goerion, mede-stichter en eerste premier van Israël, lijkt me er de man niet naar geweest te zijn om te geloven in wonderen. Daarvoor was hij te veel een macher, iemand die wist dat er veel mensenwerk verzet moest worden om Israël van de grond te krijgen. Hij wordt beschreven als realistisch, nuchter en een tikje humorloos. 

Toch wordt de stichting van de staat vaak voorgesteld als een al dan niet goddelijk wonder en Ben-Goerion misschien niet als profeet, maar op zijn minst als uitvoerder van dat wonder. Die voorstelling van zaken mag wat mij betreft grotendeels overeind blijven, want het feit dat Israël bestaat is van onschatbare waarde. Maar het wonder vertoont wat mankementen, en die zijn mogelijk wél terug te voeren op een ongefundeerd geloof bij Ben-Goerion c.s. in bovennatuurlijke krachten. Niet dat zij geloofden in goddelijk ingrijpen zoals de religie zich dat voorstelt. Maar wél hadden zij in hun euforie een bovengemiddeld vertrouwen in de democratische inborst van de burgers van de nieuwe staat. Die zouden, met hun achtergrond als egalitaristische kibboetsniks, vrij debatterende Talmoedstudenten en slachtoffers van  dictaturen, van zichzelf zo rechtsstatelijk aangelegd zijn dat de nieuw te vormen staat het zou kunnen stellen zonder de gebruikelijke waarborgen. Dat geloof kan verklaren waarom de staat rechtsstatelijk zo slordig werd ingericht – zonder grondwet en zonder een extra controlerende kamer. De stichters hebben zich niet kunnen voorstellen dat de democratische rechtsstaat op een bepaald moment van binnenuit zou worden uitgehold zoals nu door Netanjahoe en religieus rechts gebeurt. Ik ook niet trouwens, tot voor kort.

Reden genoeg om de Tora-boodschap van deze week serieus te blijven nemen. Er is niet zo gauw een goddelijke remedie of inherent Joodse karakteraanleg voorhanden die het ontbreken van staatsrechtelijke instituties kan goedmaken.

Zie ook Zo democratisch ingesteld is de gemiddelde Israëliër niet.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Wonderen en scrol naar beneden door.

vrijdag 4 augustus 2023

Verschillen


Als je plotseling Filosoof des Vaderlands geworden bent, krijg je van alle kanten verzoeken voor interviews. Je zult vaker dan normaal je opvattingen over allerlei dingen vertellen, maar ze daardoor ook steeds bijstellen en verfijnen. 

Dat proces is te volgen bij Marjan Slob die in maart aantrad als nationale denker en sindsdien veelvuldig in het openbaar optreedt. Ik constateer een nadere precisering op een klein onderdeel van haar interessegebied, namelijk dat van onze omgang met verschillen. Voor mij is dat, in navolging van Levinas met zijn gevoeligheid voor totaliserende tendensen, een belangrijk thema. Levinas pleit ervoor om de eigenheid en andersheid van ieder mens serieus te nemen, en automatisch volgt daaruit dat je tussen mensen (grote) verschillen zult aantreffen. Geef die vooral de ruimte, is zijn boodschap.

Voor zover ik Slobs opvattingen een beetje ken zal zij dat standpunt van Levinas zeker onderschrijven. Dat kun je al opmaken uit de titel van de bundel interviews met haar: Ruimte maken voor het andere. Toch zegt zij daar “Maak de wereld groter, ruimer en je ziet dat er eigenlijk geen verschil is tussen jou en de ander”. Het is duidelijk wat ze bedoelt: de ene mens is niet meer waard dan de ander, we moeten uitgaan van menselijke gelijkwaardigheid. Maar Slob moet beseft hebben dat deze formulering in het vaarwater terecht kan komen van ideologieën zoals fascisme en communisme die, omwille van een utopisch einddoel, de neiging hebben om verschillen tussen mensen weg te praten en glad te strijken. Daar wil ze, denk ik, beslist niet mee geassocieerd worden. Dat kan verklaren waarom ze iets later, in een interview in het Noordhollands Dagblad, de formulering daarop aanpast: “Je zult zien dat er tussen jou en de ander eigenlijk geen verschil is in menselijkheid” (mijn onderstreping). In veel andere opzichten zullen mensen verschillen en blijven botsen met elkaar.

Zie ook Badiou, Levinas en verschillen en Meerstemmigheid.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Verschillen en scrol naar beneden door.


vrijdag 28 juli 2023

Meelopen après la lettre


De vraag: “wat te doen met Heidegger?” klinkt regelmatig in de filosofie en aanverwante terreinen. Want Heidegger is een filosofische gigant van de 20e eeuw met uitstraling naar de gebieden van kunst, psychiatrie, theologie en literatuurwetenschappen. Je kunt eigenlijk niet om hem heen. Probleem: de man deugt niet. Hij was van 1933 tot 1945 lid van de de nazipartij, bleef zijn levenlang geloven in de bijzondere “zijnshistorische missie van het Duitse volk” en heeft nooit enige spijt betuigd over de Duitse misdaden uit de Tweede Wereldoorlog.

In dat licht gezien is het verbijsterend om te zien met welke vanzelfsprekendheid Heidegger als filosofische autoriteit erkend wordt. Op al die terreinen waar men uit zijn werk put is het gebruikelijk om aan het begin hoofdschuddend even stil te staan bij zijn bruine interesses, zich eventueel nog af te vragen of er een verband te leggen is tussen ’s mans filosofie en zijn nationalistische sympathieën. Men concludeert dan het liefst van niet, want daarvoor is zijn bijdrage te zeer onmisbaar.

Daarom vond ik het verrassend om een filosoof te treffen die de gebruikelijke vergoelijking van Heidegger simpelweg weigert. Als een daad van verzet, tegen het meelopen après la lettre. Die filosoof is Miriam Rasch. In haar boek Frictie over techniek en dataïsme vertelt zij dat ze niet rechtstreeks naar Heidegger wil verwijzen als het gaat om kritische techniekfilosofie, maar dat liever indirect doet: via het werk van de minder beladen auteurs Caputo, Capurro en Eldred. Zij verklaart haar positiekeuze als volgt:

“Hoe de kritische analyse van technologie als grote gelijkmaker (‘Gleichschaltung’: het op één lijn brengen en elimineren van tegenstand, dingen ondergeschikt maken aan een gemeenschappelijke maat’, aldus Stuart Elden) in een geest als die van Heidegger samen kon gaan met de politieke overtuiging dat bepaalde groepen mensen vernietigd moeten worden (ook een vorm van Gleichschaltung), is moeilijk te bevatten. Even lastig te begrijpen vind ik het dat die overtuiging uiteindelijk zo weinig invloed heeft gehad op de receptie van zijn werk. Inmiddels benoemt iedereen weliswaar de olifant in de kamer (zoals nu, hier). Om vervolgens over te gaan op de exegese van de teksten. Het is een feit dat je de twintigste-eeuwse westerse filosofie niet kunt bestuderen of begrijpen zonder Heidegger; je kunt niet onder hem uit. Ik kies ervoor om hem grotendeels indirect te behandelen. Heidegger beriep zich op de geschiedenis die teruggaat tot aan Plato en Aristoteles, ik beroep mij op hen die dezelfde beweging hebben gemaakt – zoals Rafael Capurro en Michael Eldred.”

Je kunt je afvragen of dit niet een leeg gebaar is van Rasch, want bijvoorbeeld Capurro en Eldred, op wie zij zich oriënteert, volgen in hun analyses de kritische techniekfilosofie van Heidegger. Ik vind haar positiekeuze moedig en meer dan louter symboliek, omdat Heidegger over het algemeen te makkelijk wegkomt met zijn immorele gedrag. Daar moet meer over gesproken worden.

Zie ook Heidegger en de Joden.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Meelopen après la lettre en scrol naar beneden door.

woensdag 19 juli 2023

Gerechtigheid


Deze week lezen we in sjoel uit het eerste hoofdstuk van de profeet Jesaja. Het wordt de eerste van een reeks van zeven lezingen uit Jesaja, die loopt vanaf nu tot aan het Joodse Nieuwjaar. Jesaja profeteert in zijn boeken over het koninkrijk Juda en de hoofdstad Jerusalem in de periode van de Judese koningen Oeziahoe, Jotam, Achaz en Jechizkiahoe. Die vier koningen worden vermeld in de eerste zin, en hun regeerperiodes bestrijken het tijdvak van rond 760 tot 698 voor de gebruikelijke jaartelling, dus bij elkaar zo’n 62 jaar. 

In die periode kwam de dreiging voor de twee Hebreeuwse koninkrijken Israël en Juda hoofdzakelijk van de grootmacht van die tijd, het Assyrische rijk. Het noordrijk Israël valt daaraan ten prooi in het jaar 722, dus midden in de periode waarover Jesaja profeteert, en de bevolking wordt weggevoerd. Jesaja spreekt er niet veel over, want hij woont daar niet, maar des te meer heeft hij het over de Assyrische dreiging die vervolgens op het zuidrijk Juda gericht is. Hij voorziet voor Juda een soortgelijke ramp als die Israël is overkomen. Hij waarschuwt daarvoor en roept zijn volksgenoten op om ter voorkoming daarvan hun leven te beteren.

Tot zover de historische tijdlijn, van 2700 jaar geleden. Daarnaast is er de tijdlijn van de Joodse jaarcyclus, die dit jaar loopt van september 2022 tot september 2023. Volgens de Joodse kalender is het volgende week donderdag 9 Av en vanaf dan worden een tijdlang de verwoestingen van de eerste en tweede tempel herdacht, en nog andere rampen uit de Joodse geschiedenis. Dat stelt een beperking aan de moralistische oproep van Jesaja tot verbetering van ons leven. Voor deze week kan dat nog wel, en Jesaja laat er geen twijfel over bestaan: zelfkritiek mag en moet en hij spaart de mensen en het volk niet. Maar vanaf volgende week donderdag is het anders: bij de herdenking van zulke historische rampen past alleen maar troost. Vandaar dat in de zes lezingen na 9 Av uit een ander Jesaja-vaatje getapt wordt: dat van de zogenoemde troost-lezingen, die komen uit het tweede boek van Jesaja, te beginnen met hoofdstuk 40. Maar nu eerst vol op het orgel van de zelfkritiek, hoewel ook deze week aan het eind van de lezing de troost niet ontbreekt.

Aangemoedigd door deze oproep van Jesaja voel ik me aangespoord om mezelf te corrigeren. In vorige blogberichten ben ik een paar keer uitgevallen tegen Dries van Agt omdat ik bij hem, in zijn spreken en in zijn acties, een soort anti-Israël-enthousiasme ontwaar. Ik vertrouw hem niet. Maar voor zover zijn organisatie The Rights Forum daadwerkelijk rechtsinstrumenten wil inzetten zoals het internationale recht en het internationale Straf- en Gerechtshof voor de beoordeling van de situatie in de Palestijnse gebieden kan ik daar niet tegen zijn. “Gerechtigheid, gerechtigheid zul je nastreven”, zegt immers het bijbelboek Deuteronomium.

Zie ook De man van hoger honing.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Gerechtigheid en scrol naar beneden door.

donderdag 6 juli 2023

Monsters


De auto(snel)weg was al nooit mijn favoriete plaats om te zijn, maar het wordt daar langzamerhand wel akelig ongezellig, op het unheimische af. Dat gevoel krijg ik door de steeds grotere aantallen brute zwarte bakbeesten met dreigend grijnzende roosters en glurende roofvogelogen aan de voorkant en geblindeerde ramen aan de achter- en zijkanten. Ze stralen afweer en agressie tegelijkertijd uit. Ze jagen me schrik aan, en dat lijkt ook precies de bedoeling te zijn. Wat willen we elkaar voor boodschap afgeven met die monsters? 

Ik besef nu pas hoe lief autootjes er ooit uit konden zien. Ik denk aan Renaultjes Dauphine, of Volkswagens of de Toyota Starlet. Hopelijk beweegt de automodecyclus weer snel de andere kant op.



Wil je commentaar geven of zien: klik op Monsters en scrol naar beneden door.

vrijdag 23 juni 2023

Immigratie en democratie


Terwijl we ons uitputten in excuses over ons verleden als slavenhouders (tot 150 jaar geleden) en als kolonialen (tot 75 jaar geleden) zijn we druk bezig om nieuw onrecht te creëren om onze bevoorrechte positie in de wereld veilig te stellen.

Miljarden aan Europees geld moeten ervoor gaan zorgen dat onder meer Tunesië, misschien ook Libië en Marokko migranten naar Europa gaan tegenhouden. Op hún manier wel te verstaan, dat wil zeggen door hardhandige pull backs, het afnemen van boordmotoren en het verhinderen van reddingshulp. Dat kunnen we natuurlijk eigenlijk niet toestaan, met onze hoge humanitaire standaarden, maar het is wel effectief. Excuses maken we wel over honderd jaar.

Dit is uiteraard niks anders dan puur neokolonialisme en Europees egoïsme, en dat voelt niet goed. Tegelijkertijd ben ik niet van de lijn Leo Lucassen. Deze hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis aan de universiteit Leiden verkondigt al jaren dat je immigranten niks in de weg moet leggen. Laat iedereen gewoon komen die hier naar toe wil, niks mis mee. Zo is het altijd gegaan, en we hebben ze ook nog eens hard nodig.

Ik geloof ik er niks van, althans niet dat grote aantallen immigranten geen grote gevolgen zouden hebben. Hoe ingrijpend de gevolgen kunnen zijn meen ik nu in Israël te zien. Israël heeft in de loop van de jaren grote aantallen Joden vanuit de hele wereld opgenomen. Op grond van de Wet op de terugkeer praktiseert Israël de absolute ruimhartigheid die Lucassen propageert. Alleen voor Joden weliswaar, maar dan ook onbeperkt. Of ze nu uit het democratische Westen komen, of uit landen zonder democratische traditie zoals het communistische en huidige Rusland (naar schatting een miljoen of meer) of uit het Arabische Midden-Oosten en Noord-Afrika (900.000): ze zijn welkom.

Het wordt steeds duidelijker dat die grote aantallen immigranten uit autocratisch geregeerde landen in Israël destabiliserend werken. Op dit moment dreigt zelfs het gevaar dat Israël als democratische staat ten onder gaat, mede als gevolg van het stemgedrag van voormalige Russen, Irakezen en Marokkanen. Zij vormen de electorale basis van partijen zoals Otzma en Shas, die geen boodschap hebben aan de rechtsstaat en nu wél regeringsmacht hebben.

Zoiets zou bij massale immigratie in Europa ook hier kunnen gebeuren. Daarom is, wat mij betreft, de EU daar terecht voorzichtig mee.

Zie ook Fort Europa en Bestemming bereikt.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Immigratie en democratie en scrol naar beneden door.

donderdag 15 juni 2023

Van Agt


Het lijkt zo sympathiek, de inzet van ex-premier Dries van Agt voor de Palestijnse zaak, via zijn stichting “The Rights Forum”. En dat is het misschien ook wel, want ook de Palestijnse zaak verdient aandacht. Maar tegelijkertijd houd ik er bij Van Agt een vieze smaak aan over. 

Ik herinner me namelijk zijn houding als minister van Justitie tijdens de kaping van een trein door negen gewapende Zuid-Molukkers bij het Drentse De Punt in 1977. Met hun gewelddadige actie probeerden de kapers de aandacht van de regering af te dwingen voor een eigen staat op de Molukken die hen ooit door een Nederlandse regering was beloofd. Van Agt zei destijds: we praten niet met terroristen. Uiteindelijk werd de kaping beëindigd door een bestorming door mariniers, gesteund door de Koninklijke Luchtmacht. Deze actie kostte twee gegijzelden en zes kapers het leven. 

De beëindiging van de kaping op deze wijze had de instemming van de andere leden van het crisisteam, maar Van Agt was van meet af de hardliner, de anderen waren voorstander van langer onderhandelen. Ik kan me bij beide standpunten, zowel van de havik als van de duiven, iets voorstellen, en ik snap ook dat uiteindelijk voor de harde lijn is gekozen. De vieze smaak in mijn mond heeft te maken met de spontane hardheid die Van Agt vertoonde toen het om een Nederlands belang ging en het totale onbegrip dat hij en zijn stichting jaren later vertonen voor de veiligheidszorgen van de staat Israël. Het woord hypocriet wil ik daarvoor niet gebruiken, want het kan natuurlijk zijn dat iemand in de loop van zijn leven verandert van havik in duif (of omgekeerd). Maar ik ben toch wel geneigd om zijn fervente anti-Israël retoriek te zien als troebele compensatie voor zijn eerdere harde nationale veiligheidsstandpunten. 

Daarin word ik gesterkt door een paar recente uitspraken in Trouw van advocaat Liesbeth Zegveld over het handelen van Van Agt in 1977. “In de Kamer zei Dries van Agt gewoon dat de kapers op elkaar waren gaat schieten, of een paar weken later: dat alleen was geschoten op kapers die zich gewapenderhand hadden verzet. Allemaal niet waar, en dat zijn wel belangrijke bevindingen”. Schokkend, vooral door Van Agts vanzelfsprekende kritiekloosheid als het om zijn eigen groep gaat en de gretigheid waarmee hij een andere groep aan kritiek onderwerpt. Deze zaak laat wel weer zien hoe belangrijk het werk van kritische historici of advocaten is.

Zie ook Meerstemmigheid, Gerechtigheid en De man van hoger honing.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Van Agt en scrol naar beneden door.

maandag 12 juni 2023

Rutte


Het verschijnsel Rutte blijft intrigeren, maar irriteert me ook steeds meer. Mark Rutte is charmant, innemend, immer opgewekt, geniaal taalvaardig en oneindig energiek. Maar inhoudelijk is hij van elastiek, een geloofwaardige kern van overtuigingen lijkt hij te missen. En misschien is er wel een verband tussen die kwaliteiten en dat gebrek. Hoe dan ook, die combinatie pakt niet goed uit, zo beginnen we te beseffen na onder andere de Toeslagaffaire en het Groninger aardbevingsdebacle.

Maar de schade kan nog wel eens veel groter blijken te zijn. Want sluipenderwijs vestigt zich een beeld van politiek bedrijven als een kwestie van achter de schermen aanpappen met machtige partijen als Shell en Unilever, en dat vóór de schermen gladjes en quasi schuldbewust wegpraten. Daarbij politici die werkelijk inhoudelijk gedreven zijn gefrustreerd achterlatend, en dat al jaren lang. Dat kan niet anders dan een uithollend effect hebben op het hele politieke bedrijf. Tel daarbij op dat een generatie tieners en twintigers nog nooit een serieus gedreven politicus in het centrum van de macht hebben zien staan, maar slechts een politieke Houdini. Hoe dodelijk kan dat zijn voor het vertrouwen in de politiek?

Het is waar, Rutte blijft indruk maken met zijn talenten. Op dit moment bij ons wat minder, in Europees verband des te meer. Misschien een goed moment voor hem om over te stappen? Zolang hij in de schijnwerpers staat vindt hij het best, waarschijnlijk. Maar dan moeten wij de gedachte toelaten dat we ook zonder hem kunnen. Hallo VVD?

Zie ook Pragmatisch omgaan met Rutte.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Rutte en scrol naar beneden door.

vrijdag 2 juni 2023

Religieuze identiteit


Rabbijn Lopes Cardozo heeft gelijk als hij in zijn Crescas-column van 12 mei zegt dat zonder het religieuze Jodendom het Joodse volk niet zou hebben overleefd. Het vieren van de sjabbat, het houden van kasjroet en het uitvoeren van de voorgeschreven rituelen stelden de Joden in staat het onmogelijke te overleven. Lopes Cardozo haalt Asher Ginsberg aan, de dichter en filosoof die onder het pseudoniem Achad Ha’am bekend staat als een grote Joodse spirituele leider: “Meer dan dat de Joden de sjabbat in leven hebben gehouden, is het de sjabbat die de Joden in leven heeft gehouden”.

Daar zit veel waarheid in, maar de gevolgtrekking die de rabbijn maakt is wat mij betreft dubieus: die komt erop neer dat “zelfs als men zou geloven dat het jodendom niet is geworteld in een goddelijke openbaring, maar door mensen is geschapen” we de religieuze traditie op dezelfde wijze moeten voortzetten als waarin die ons is overgeleverd. Want die traditie heeft ons altijd doen overleven. Dat kán dus betekenen: doen alsof, en dat dan benoemen als de authentieke traditionele identiteit, in ieder geval geen “geleende nationale identiteit”. De combinatie van doen alsof en authenticiteit die Lopes Cardozo hier presenteert vind ik ongeloofwaardig. 

Ik denk dat ik wel snap wat Lopes Cardozo bedoelt. Waarschijnlijk gaat het hem om een soort basisvertrouwen, en dan is het niet zo belangrijk meer of je ‘doet alsof’ of werkelijk ‘gelooft’ in de goddelijke openbaring. Een dergelijk vertrouwen in God is inderdaad altijd de basis geweest voor het blijven onderhouden van de traditie en het geloof in een goede afloop van de geschiedenis. En als ik rabbijn Evers in de documentaire Het beloofde land hoor zeggen dat het houden van de geboden ervoor zal zorgen dat de Eeuwige op het geëigende moment ook de staat Israël te hulp zal komen, dan is dat precies een vorm van dat vertrouwen.

Maar voor velen van ons klinkt dat toch net een tikkeltje té bizar, een dergelijk goddelijk ingrijpen in de concrete geschiedenis. Dat is doen alsof er sinds pakweg de 18e eeuw niets veranderd is in het Westen. We zijn als cultuur namelijk wel de onbevangen vanzelfsprekendheid kwijtgeraakt waarmee tot ongeveer 1800 godsdiensten als gezaghebbend werden aanvaard. Autonoom en kritisch denken kwam in de mode en als Lopes Cardozo nu oproept tot het (weer) volgen van de traditionele rituelen zal dat voor velen die die oproep volgen niets anders betekenen dan: doen alsof. Zij praktiseren de oude gebruiken alsof het nog net zo authentiek is als vóór de Verlichting. Maar dat is niet zo.

Als ik zeg dat het vanzelfsprekende vertrouwen van vroeger is verdwenen bedoel ik niet dat vertrouwen daarmee afgedaan heeft, en dat in de plaats daarvan alleen strategie en berekening nog tellen. Nee, wat mij betreft heeft iedere daad van menselijke communicatie en engagement misschien wel iets van een sprong in het diepe in zich, en daarmee van vertrouwen. Het lijkt op wat Denker des Vaderlands Marjan Slob onlangs in Trouw over vertrouwen zei: “Dat gaat altijd over een relatie, maar geen symmetrische. Er zit een element van afhankelijkheid in, van macht soms ook, want de één hoopt iets van de ander zonder dat te kunnen controleren of af te dwingen. Nog een factor: onzekerheid. Je wilt kunnen vertrouwen op een ander, of op een instelling, maar je weet nooit helemaal zeker of dat bewaarheid wordt. Vertrouwen is een leap of faith: je waagt een sprong en hoopt dat je niet bedrogen uitkomt.” 

Het is dus in ieder geval iets wat zich aan het volstrekt rationele denken onttrekt, noem het maar religieus. “Verder: als je vertrouwen wilt wekken, volg dan niet alleen de protocollen en procedures, maar luister ook goed naar de mensen voor wie je het doet. Wees gevoelig. Vraag je steeds af of de vragen waarop jij een antwoord zoekt ook de hunne zijn. Alleen door echte betrokkenheid kan vertrouwen groeien.” Dat de kerken, nota bene de specialisten van de leap of faith, in een recente CBS-enquête zo slecht scoren als vertrouwenwekkend instituut, kan Slob alleen begrijpen door te constateren dat “de kerken kennelijk drukker bezig zijn met andere zaken dan met het overbrengen van het belang van die sprong.” 

Toegepast op haar, Joodse, religie bevestigt rabbijn Marianne van Praag in een recent Volkskrant interview dat het in haar werk júist gaat om vertrouwen: “Voor mij is dat een manier van leven. Niemand van ons vraagt of je gelooft, zolang je maar het goede doet”. Het gaat haar dus ook om doen, maar dat staat niet gelijk aan het houden van de regels. Haar Jodendom “gaat in de kern om de intuïtieve dimensie, uiteindelijk om de ziel. Ik geloof dat onze zielen deel uitmaken van een groter plan waarover we geen overzicht hebben.” Het goddelijke is als een diamant met allerlei facetjes, en daar zie je af en toe een facetje van stralen. Zoals in het gesprek dat ze op dat moment voert met de interviewer.

Zie ook Eindstrijd en Communicatie is een waagstuk.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Religieuze identiteit en scrol naar beneden door.

zondag 7 mei 2023

Schoonheid


Eigenlijk had deze column op 4 mei moeten uitkomen. En dan als commentaar op het vers van de dichter Lucebert uit zijn gedicht Ik tracht op poëtische wijze dat de Filosofie Kalender op die dag presenteerde: “In deze tijd heeft schoonheid haar gezicht verbrand”. Dat is voor die dag een passende keuze omdat, zoals de scheurkalender uitlegt, de dichter met ‘in deze tijd” verwijst naar de Tweede Wereldoorlog. 

Alleen, het gedicht verwijst naar nog veel meer, namelijk naar het tekort van een heel cultureel programma, namelijk dat van het Ware, het Goede en het Schone. Dat is sinds de Klassieke oudheid voor de westerse beschaving de toonaangevende trits geweest, waarbij – zo kun je Lucebert opvatten – schoonheid nog een streepje voor had op waarheid en goedheid. 

Maar voor die vérstrekkende opvatting van dat vers moet je het wel compleet weergeven in al zijn raadselachtigheid: “in deze tijd heeft wat men altijd noemde schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand”. Die volledigheid dwingt je tot de vraag: waarom staat daar twee keer ‘schoonheid’? Is de eerste bedoeld als onderwerp en de tweede als lijdend voorwerp, zodat schoonheid zichzelf wat heeft aangedaan? Of is het bedoeld als uitroep: wat men altijd noemde “Schoonheid! Schoonheid!”? Het valt een beetje tegen van een filosofische scheurkalender dat die poëtische gelaagdheid is weggelaten.

Hoe dan ook, zoveel is wel duidelijk dat schoonheid sinds de twintigste eeuw niet meer onschuldig is. Kon de SS-kampcommandant immers niet zo mooi en gevoelig Schubert spelen? Dat kwam op 4 mei bij Theater na de Dam ook terug in de voorstelling Waar wij voor strijden van Bo Tarenskeen en Jaïr Stranders. Daarin speelt Jacob Derwig een nazi-ideoloog die het optreden van een klassiek trio aankondigt maar zich ondertussen verliest in een eindeloze lofprijzing op de glorie van de kunsten, gepaard aan gaandeweg steeds grovere antisemitische taal, speciaal gericht aan de Joodse violiste. De verwarring die dat oplevert is dan al voorafgegaan door de presentatie door de nazi-ideoloog van de glossy Signaal van de Duitse Wehrmacht uit 1944 met daarin paginavullende foto’s van Europese landschappen, universiteiten en kunst. 

Wat kan daar nou mis mee zijn? “Ik zag het eerst ook niet”, zegt Derwig, “wat er fout aan is. Het is een glossy, zoals we die nu ook kennen, over het goede leven, kunst, samen sporten, gezinnen en opgaan in een sociaal geheel. Maar het is dus een nazi-glossy. Die verwarring, daar wilden we een voorstelling over maken.”

Zie ook Lucebert en 4 mei 2012.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Schoonheid en scrol naar beneden door.

vrijdag 28 april 2023

Failliet


Waarom maak ik me eigenlijk zo druk om een mogelijk fysiek einde van de mensheid? Terwijl de mensheid tachtig jaar geleden al moreel failliet ging?

Dat vraag ik me af naar aanleiding van de indringende tweede aflevering van Koen Verbraaks televisieserie Het beloofde land. In de serie interviewt Verbraak ruim twintig bekende en onbekende Nederlandse Joden over het Jodendom, zionisme, de Sjoa en de toekomst van Israël. De tweede aflevering ging over de periode van de Tweede Wereldoorlog. Aan bod kwamen onder meer Duitse razzia’s waarbij Joden uit hun huizen gedreven werden, omwonenden die dat met verrekijkers volgden, ondergedoken kinderen onder de vloer tussen ratten en muizen en natuurlijk de grote moordmachine. “Je moet er niet te veel aan denken”, zegt één van de overlevenden, “want dan word je gek”. Arnon Grunberg benoemt Auschwitz aan het einde van de aflevering als “een lidteken op het gezicht van de mensheid”. Wat doet het er dan nog toe dat we bovendien druk bezig zijn ons leefmilieu te verpesten? We hebben het toch al verkloot.

De vraag is wel: waarom hakt speciaal deze misdaad tegen de menselijkheid – de Sjoa dus – er zo in? Wie zich enigszins verdiept in de geschiedenis van de mensheid komt grote moordpartijen tegen in de Oudheid, kinderoffers in Zuid-Amerika, slavenschepen op de Atlantische Oceaan, geweld van Israël tegen de Palestijnen, geweld van de Palestijnen tegen Israël en gruwelijke bombardementen van Poetin op Oekraïne. Je hebt de Sjoa niet per se nodig voor de conclusie dat de mensheid moreel failliet is.

De speciale plaats van de Sjoa temidden van deze mensgemaakte rampen zou weleens van doen kunnen hebben met het ontluisterende contrast dat bij de Sjoa aan de orde is. Het contrast namelijk dat het een zeer ontwikkelde en verfijnde beschaving was – de Duitse, met haar muziek, haar denkers en dichters – waarin de gruwelijke vernietiging plaatsvond. En dat – naast de massa’s arme Joden – evenzeer ontwikkelde, zelfbewuste en voluit aan de samenleving deelnemende Joden het onderspit delfden. Daardoor is hier niet alleen de, aan ieder weldenkende mens bekende en bijna banale, geneigdheid tot het kwaad in het geding. Maar minstens zo vernietigend: ook de hoop dat ‘beschaving’ ons verder brengt houdt geen stand. Dat maakt de Sjoa zo extra ontmoedigend.

Want: kun je wel verder zonder hoop? Ik denk van niet. Maar dan hebben we een groot probleem, want die hoop verkrijgen we dus niet meer via het geloof in wat ethicus Frits de Lange ‘de metafysische droom van het Westen’ noemt. Die vertelt ons sinds Plato over het bestaan van een stabiele orde van het Ware, het Schone en het Goede die voor ons bereikbaar is. Voor het handhaven van die droom was het Westen, aldus De Lange, bereid om andere levende wezens (dieren, planten, niet-westerse mensen) aan zich te onderwerpen. De superieure pretenties die daaraan vastzaten zijn definitief ontmaskerd als vals. Het socratische denken blijkt onverbloemd zelfverheffend, de westerse esthetiek werkt uitsluiting in de hand en ‘het Goede’ is te lang gepaard gegaan met uitbuiting en imperialisme. Hoop kun je alleen nog maar hebben als de samenleving het falen van die metafysische droom onder ogen gaat zien.

Als de ecologische crisis ons dat nederige besef kan bijbrengen zou er weer wat te hopen zijn, zoals de fysieke redding uit de klimaatdreiging, en de morele redding uit ons superioriteitsdenken. Voor die dubbele hoop, en om dít denkwerk een beetje draaglijk te houden, put ik deze keer uit het laatste couplet van het laatste gedicht van Huub Oosterhuis, het Lied van de zevende dag.

        Jij die je krachten geeft
        Om aarde en hemel te hoeden
        Jij met de last op je schouders
        Te zorgen voor lichaam en ziel:
        Ik schenk je de zevende dag
        Om jezelf te hervinden
        Dag van rusten maal rusten
        En dat wij vinden elkaar

Zie ook Dichter, trooster, zwager, zwijger.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Failliet en scrol naar beneden door.

dinsdag 11 april 2023

Dichter, trooster, zwager, zwijger


Huub Oosterhuis is overleden, en ik rouw om het verlies.

In de volgende blogberichten gaat het onder andere over hem:

vrijdag 7 april 2023

De Maand van de Morele Maakbaarheid


Ik weet het, het is de Maand van de Filosofie, maar wat ik de afgelopen weken langs zag komen kun je ook benoemen als de Maand van de Maakbaarheid van de Moraal. Het begon voor mij met nieuws over het verbeteren van rijksambtenaren via het overheidsprogramma “Dialoog en Ethiek”. Dat programma ontstond eind 2021 naar aanleiding van de Toeslagenaffaire. Doel van het programma is het versterken van het besef van rijksambtenaren voor ethische vraagstukken. Daarbij wordt aan externe filosofen, ethici, veranderkundigen, schrijvers en andere kunstenaars gevraagd om ondersteuning te leveren of als gespreksleiders op te treden. Er is 25 miljoen euro voor beschikbaar.

Eén van de benaderde externen is columnist en schrijver Ellen Deckwitz, en zij citeert uit het verzoek dat ze kreeg. De missie wordt omschreven als het vergroten van „ethische reflectie en ethisch handelen als essentieel onderdeel van het ambtelijk vakmanschap” om „het vertrouwen te herstellen dat ernstige deuken heeft opgelopen”. Zodat „eind 2025 binnen de Rijksoverheid goede gesprekken in de werkpraktijk vanzelfsprekend zijn”. Deckwitz raakt ervan in de war, waarom sturen we niet gewoon de bewindspersonen die voor de vertrouwensdeuk in de politiek hebben gezorgd naar zo’n programma?

De veronderstelling dat je in drie jaar tijd mensen die dat tot nu toe niet deden goede gesprekken, over ethische dilemma’s nog wel, kunt helpen voeren is wel erg optimistisch. En getuigt van een diep geworteld geloof in maakbaarheid, niet alleen van overheidsbeleid maar ook van menselijke reflectie. Goede gesprekken? Daar maken we een project van, inclusief een SMART gemaakte doelstelling!

Ik zou bijna de filosoof Paul van Tongeren gelijk geven als hij gevraagd naar een reactie op dit project bevestigt dat het duurbetaalde onzin is. Morele verbetering is wel mogelijk, zegt hij, maar niet als een in korte tijd op te leveren product. Het gaat om het ontwikkelen van deugden, zegt Van Tongeren, en daar is tijd en geduld voor nodig. Geduld zelf is daarbij de grootste deugd, want “geduld is de deugd van degene die op een virtuoze manier kan volhouden”, zoals de klokkenluider die je kunt zien als belichaming van moreel geweten in organisaties. Dat klinkt interessant, maar toch ben ik het niet eens met Van Tongeren. Ik vind zijn nadruk op ‘virtuositeit’ veel te veel gericht op het leveren van een prestatie. Ook hier blijkt de moraal uiteindelijk maakbaar, het feit dat het veel tijd en inspanning en misschien middelen kost geeft deze virtuositeit bovendien een elitair en daardoor afstotend karakter.

Op het oog minder elitair is het recept van Klaas Rozemond waarover ik vervolgens las in een bespreking van zijn boek De beste filosofische ideeën om je moraal te verbeteren (wat een titel!). Rozemond meent dat mensen op het gebied van moraal veel van sporters en (uitvoerend) kunstenaars kunnen leren. Het onbeschaamde gebruik door hem van maakbaarheidsjargon zoals ‘techniek’ tot verbetering, en de noodzaak van een ‘ijzeren wil’ en ‘200 procent inzet’ toont hoezeer het projectmatige doel-middel denken hier wordt ingezet voor morele virtuositeit. De nadruk op het presteren krijgt karikaturale trekjes, maar wat mij betreft verschilt zijn benadering niet wezenlijk van die van Van Tongeren. Die laatste presenteert het wat sjieker, maar ik vind ze beiden te veel gericht op moraal als prestatie van het ik. In zijn bespreking van Rozemonds boek hekelt Michel Dijkstra zijn barse oproep tot verbeteringsdrift aan een samenleving “waar de burn-out alomtegenwoordig is en waar mensen hun uiterste best doen om de machine draaiende te houden en niets meer dan dat. Zo’n pleidooi voor aristotelische morele virtuositeit stuit hier, vrees ik, op weinig begrip.” Daar is de samenleving te moe voor.

Misschien, denk ik dan, zijn we ook té lang overvoerd geweest, via Socrates, Aristoteles, Jezus en de Verlichting, met de overspannen gedachte dat morele verbetering geheel en al van eigen makelij is. Het ik moet het steeds weer allemaal zelf doen, het is kennelijk erg moeilijk om die gerichtheid op het ik los te laten. Waarom de ander niet gewoon een keer laten komen? 

Moraal opgevat als prestatie van het ik, daar krijg je projecten van (en jeuk).

Zie ook Zelfreflectie door de ander en Uw filosofie is de mijne niet.

Wil je commentaar geven of zien: klik op De Maand van de Morele Maakbaarheid en scrol naar beneden door.

zondag 2 april 2023

Hondsviooltje


Hoe kunnen mijn favoriete columnisten er nu zo naast zitten? Ik krijg bij Stevo Akkerman (Trouw) of Aylin Bilic (NRC) zelden of nooit het gevoel dat zij over een bepaald onderwerp het hele punt gemist hebben. Maar als het gaat over de klemsituatie die na de overwinning van de BBB is ontstaan rondom het stikstofdossier brengen beiden de kwestie terug tot een juridisch probleem. Namelijk tot de vraag of het mogelijk is de wet te wijzigen die Natura2000-gebieden beschermt. 

Bilic gaat daarin het verst, zij pleit ervoor “er alles aan te doen om dat Natura2000-verdrag open te breken”. Akkerman zegt in feite hetzelfde, al klinkt daar meer ironie in door: “Steeds gaat het erom regeringen te dwingen kleur te bekennen: neem je handtekening onder klimaat- en natuurverdragen serieus. Wil je er liever onderuit? Dat kan ook, het is geen dictatuur”. Alsof de blokkerende regelgeving een formeel gegeven is, en die wetten geen reëel doel dienen. 

Het gaat wel ergens over, denk ik dan. Misschien heeft de achteloosheid tegenover stikstof wel te maken met de voortdurende koppeling aan Natura2000-gebieden, en met de onooglijkheid van de beestjes en plantjes die vervolgens genoemd worden door natuurbeschermers. Het hondsviooltje en de kleine schorseneer spreken maar bij weinig mensen tot de verbeelding, ga je daar een heel land voor op slot zetten?

Als je eenmaal doorhebt dat stikstof de wortelstelsels van hele bomen, zelfs hele bossen in het hele land aantast, en je hoort dat jonge en eeuwenoude eiken en beuken gewoon omvallen – dan snap je dat de regelgeving ergens over gaat. Politiek én regelgeving zullen daar juist in gezamenlijkheid moeten optreden.

Zie ook Hondsviooltje(2).

Wil je commentaar geven of zien: klik op Hondsviooltje en scrol naar beneden door.

vrijdag 24 maart 2023

Uw filosofie is de mijne niet


In de jaren zeventig voerden leden van de Duitse antikapitalistische Rote Armee Fraktion terroristische acties uit. Daarbij hanteerden ze onder meer de volgende leuze: ‘uw rechtsstaat is de onze niet’, waardoor ze zich gelegitimeerd voelden in hun vaak gewelddadige handelwijze. Voor hun daden en ideologie heb ik geen enkele sympathie, maar ik haal hun slogan aan omdat op een heel ander terrein een variant van die leuze op mij van toepassing is. Ik betrap me op een soortgelijke formulering als ik, met betrekking tot de westerse filosofische traditie, mezelf hoor zeggen: uw filosofie is de mijne niet. 

Ja, kun je zeggen, niet zo schokkend, toch? Dat weten we inmiddels wel, dat mensen over veel dezelfde dingen verschillend denken, dus waarom niet over (delen van) de filosofische traditie? Maar het is sterker dan dat. Ik ben langzamerhand allergisch geworden voor veel gangbare filosofie. ‘Allergisch’ klinkt misschien overdreven, maar ik voel me bemoedigd in het gebruik van dat woord door Marian Slob, de nieuwe Denker des Vaderlands. In een recent interview gebruikt zij ook een dergelijk naar fysieke afweer verwijzend woord: ‘claustrofobie’.

“Stop mij in een klein tentje en ik krijg de neiging om wild om me heen te meppen. Laat me alsjeblieft ademen. Ik wil vrijheid, en ruimte om me heen! Ook mentaal vertoon ik al snel licht claustrofobische reacties. Geconfronteerd met een afgeronde mening of een hermetische opvatting ga ik op zoek naar een scheurtje in zo’n denksysteem, of ik maak er een, zodat er weer wat lucht kan stromen. Zodat er weer een ‘elders’ is. Want er zijn altijd andere manieren mogelijk om uit te drukken hoe het leven ervaren wordt. En ik vind hartstochtelijk dat een mens daar de ruimte voor moet krijgen.” 

“Goed luisteren is lastig, zeker als iemand praat vanuit een ervaringspositie waartoe je zelf geen toegang hebt, bijvoorbeeld omdat je zelf een ander lichaam of een andere geschiedenis hebt. Kennis is altijd gegrond in een specifiek leven en in een specifieke cultuur, en dat maakt dat kennis nooit helemaal te generaliseren valt. In die zin is de universele mens van de westerse filosofie een fabel.”

Met wat Slob hier zegt kan ik volledig instemmen. Maar in het vervolg van het interview komt ze in de buurt van mijn allergie, die kennelijk verder in de afweer gaat dan haar claustrofobie. Mijn allergie betreft namelijk het ‘ik’ als het permanente vertrekpunt van veel gangbare filosofie; ook, of misschien wel juist, als die probeert volledig open te staan voor ervaringen van anderen en zich uitput in empathie. 

Slob: “Tegelijkertijd geloof ik dat mensen in staat zijn om zich heel behoorlijk in te leven in een ander. Als sociale dieren hebben wij de natuurlijke neiging om met elkaar mee te bewegen. En dat vermogen kunnen we ook aanwenden om ons te bekwamen in het oprekken van ons begrip, waardoor we ook ruimte maken voor waarden en ervaringen van anderen. Deze openheid van geest is waar filosofie voor mij voor staat.”

In dit citaat komt duidelijk naar voren hoezeer het ik uitgangspunt blijft voor wat zij filosofie noemt: ook als het gaat om het creëren van ruimte, het oprekken van begrip, het vergroten van empathisch vermogen: het moet allemaal komen van het ik. Nu is inlevingsvermogen nooit verkeerd, ook ik vind dat een blijk van beschaving. Maar tegelijkertijd herken ik in het laatste citaat de overspannen toon van veel filosofische gesprekken van mensen die het allemaal goed bedoelen: het ik moet presteren. En daar ben ik kennelijk allergisch voor geworden.

Hoe meer ik me verdiep in de gangbare discoursen, des te meer bemerk ik dat ik er niet in pas. En dat is niet omdat het zo’n benauwde ruimte zou zijn, want het spectrum is heel breed, dat loopt van socratische gesprekken tot invoelende hermeneutiek. Maar ik mis node de ontspannende gedachte dat er ook Iets Geheel Anders tot ons door kan dringen, een andersheid die zo anders is dat wij het niet kunnen verzinnen. En dat we ons dus ook niet hoeven uit te putten in wat we zelf allemaal kunnen bedenken aan vragen, waarden en proposities. Je hoeft niet (altijd) zelf dat scheurtje te maken, waar Slob over spreekt: een ander zal je weleens midscheeps raken, en daar kun je gewoon op wachten. In ieder geval vind ik vanaf dat punt gesprekken pas interessant worden. En ook wat relaxter.

Zie ook Levinas en empathie.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Uw filosofie is de mijne niet en scrol naar beneden door.

maandag 13 maart 2023

Kunnen dieren handelen?


Kunnen dieren handelen, dat wil zeggen: kunnen zij actor zijn, zoals we van mensen zeggen dat ze actoren zijn? In de laatste aflevering van de workshopserie Werk en Reflectie kwam die vraag aan de orde. Het ging toen over Bruno Latour, en die beantwoordt de vraag bevestigend. Ja, zegt hij, dieren en zelfs planten en dingen hebben een zeker handelend vermogen. Zij vormen met elkaar en met ons, mensen, Actor Networks.

Aan de andere kant, als je strikt logisch redeneert, beantwoord je die vraag ontkennend. Nee, dieren (om het daartoe te beperken) kunnen niet handelen. Want handelen hangt samen met het stellen van doelen, intentionaliteit, en met betekenisgeving. Dat is alleen mogelijk met behulp van taal en ratio, en daarmee voorbehouden aan de mens, zoals Aristoteles al zegt. Het toekennen van betekenis en het expliciet benoemen ervan verloopt altijd via de mens. Dus dieren kunnen geen actor zijn.

Die laatste opvatting klinkt steekhoudend, daar is geen speld tussen te krijgen. Behalve als je die betekenistoekenning door de mens beschouwt als altijd beperkt en tijdgebonden. En daar is veel voor te zeggen, want dieren, planten en dingen geven hun betekenissen niet direct ten volle prijs aan de mens. Ze houden betekenissen voor ons in petto. Zo wisten we bij de uitvinding van de verbrandingsmotor nog niet dat die zou leiden tot opwarming van de aarde, en bij de introductie van de pil dat er een seksuele revolutie uit voort zou komen. We kunnen niet alle mogelijk optredende betekenissen verzinnen en voorzien. Wij mensen zullen door de rest van de wereld verrast blijven worden. Dat kun je wel beschouwen als een soort actorschap dat dieren, planten en dingen ten opzichte van ons hebben.

Zie ook Levinas en Bruno Latour.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Kunnen dieren handelen? en scrol naar beneden door.

vrijdag 3 maart 2023

Troost

Het boek Vertroostingen. Gewone woorden van Dirk de Wachter levert wat het belooft. Doordat de psychiater De Wachter herkenbaar spreekt over de diepe menselijke behoefte aan troost en die behoefte illustreert aan de hand van zijn eigen recente confrontatie met een levensbedreigende ziekte. Op aanstekelijke manier vertelt hij hoe hij troost put uit Bach en Leonard Cohen, uit godsdienstige rituelen, ook al gelooft De Wachter niet meer, en uit zijn liefde voor de stad Parijs. Wat steeds terugkeert als bron van troost is wat hij noemt “het kleine goede”, dat hij met name heeft beleefd tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis. Daar was een schoonmaakster die hem na een slapeloze nacht even aandacht schonk, en daar waren verpleegkundigen en artsen die hem in zijn verdriet serieus namen ook al konden ze de dreiging niet definitief wegnemen. 

Herhaaldelijk verwijst hij, bij die aandacht voor het kleine goede, naar de filosoof Levinas. Want de aandacht die hij kreeg als patiënt, net als trouwens de aandacht die hij zelf als psychiater geeft aan zijn cliënten, heeft niks te maken met het weten van een oplossing of het volledig kennen van elkaar. De troost die daar gewekt wordt komt juist voort uit een niet-weten, uit de erkenning van een andersheid die wel tegelijkertijd de erkenning is van de ernst van het verdriet van de ander. “Waardoor we opnieuw bij Levinas zijn. Hij zegt: ‘De ander is een radicaal andere die ik nooit helemaal kan kennen.’”

Maar heel goed komt Levinas niet uit de verf in zijn verhaal. Dat komt waarschijnlijk omdat De Wachter denkt dat “u, als lezer, geen boodschap hebt aan moeilijke filosofen of abstracte theorieën”. Ook al denkt hij zelf dat filosofie wezenlijk is voor de maatschappij omdat mensen moeten leren nadenken en vragen durven stellen die niet altijd te beantwoorden zijn, hij blijft heel voorzichtig in zijn presentatie van Levinas. Door het over niet meer te hebben dan de waardering voor het kleine goede doet hij de filosoof eigenlijk tekort.

Dat is echt jammer, want in zijn verlangen om het simpel te houden overschrijdt hij een grens, niet in zijn boek maar in een interview in NRC naar aanleiding van zijn boek. Hij gaat daarin zover dat hij Levinas en Heidegger in één zin samenbrengt als filosofen van de ontmoeting die verloopt via het face-to-face: “Voor Heidegger en Levinas is de face à face, het elkaar in de ogen kijken, de essentie van het bestaan.” Dat klopt niet, want één van de dingen die Levinas zijn leven lang hebben beziggehouden is nu juist het onderscheid tussen wat hij noemt het “face-à-face” in het Gelaat van de ander, en het Mitsein van Heidegger. Dat laatste (in het Nederlands: ‘mede-zijn’) ligt volgens Levinas aan de basis van totaliserende tendensen. Hij maakt veel werk van de bestrijding ervan.

Zie ook Sterpsychiaters in de Stopera.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Troost en scrol naar beneden door.

vrijdag 17 februari 2023

Kleine letters


Echt waar, kopen mensen dat blad? Ik bedoel De Groene Amsterdammer, met zijn vele dichtbedrukte pagina’s, piepkleine lettertjes en doorwrochte artikelen. Kennelijk wel, want het blad loopt goed, naar het schijnt. In ieder geval groeien de oplagecijfers van de gedrukte versie.

Maar hoe verhoudt zich dat dan tot de ongerustheid in geletterde kringen over ‘ontlezing’, over gemakzuchtige infotainment en over vervanging van de aanduiding ‘essay’ voor het boekenweekproduct? Ongerustheid die trouwens ook bij De Groene zelf leeft blijkens bijgaande illustratie. Misschien valt het allemaal wel mee. In ieder geval voel ik, mede door het succes van de dichtbedrukte en best veeleisende Groene Amsterdammer, geen noodzaak om op mijn weblogpagina’s grotere letters te gebruiken.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Kleine letters en scrol naar beneden door.

vrijdag 10 februari 2023

Tussen nostalgie en ongemak

Het is niet van de lucht, het verlangen naar de terugkeer van een gevoel van gemeenschappelijkheid, weg van de ikkigheid. Zo formuleert James Kennedy het in een overzicht over recente verzuchtingen van politici en psychiaters in die richting. Maar hij constateert ook dat die verzuchtingen al klinken sinds de jaren tachtig en al veertig jaar onmachtig lijken te zijn tegenover het eigenlijke fenomeen dat onze tijd beheerst: de levensvisie gericht op zelfontplooiing waarin je eigen ontwikkeling en groei centraal staan.

Zo sterk is die levensvisie dat het voor de traditionele gemeenschapszin centrale woord ‘plichtsbesef’ weinig betekenis meer heeft. “Willen we echt gemeenschapszin?”, zo vraagt Kennedy zich af. “Waarschijnlijk niet als het ons raakt of beperkt in onze eigen ontwikkeling als individuen.” De vraag is dus of het Westen de weg terug zal vinden naar een wereld van plichten jegens elkaar.

Mijn vraag is een andere dan die van Kennedy. Ik vraag me af of de bedoelde gemeenschapszin niet te simplistisch wordt opgevat. Er is momenteel meer met individuen aan de hand dan dat ze alleen in hun rechten geïnteresseerd zijn. Het is niet (in ieder geval niet meer) zo dat individuen vanzelfsprekend, al dan niet op basis van een intrinsiek plichtsbesef, tot en bij elkaar komen, Dat wordt voorondersteld in het traditionele gebruik van het woord gemeenschapszin, maar die knuffelbare invulling van het woord gemeenschapszin is voorgoed verleden tijd. Die ging uit van een diepliggende, vanzelfsprekende onderlinge solidariteit en van een gemeenschappelijk toebehoren aan een gemeenschappelijke zaak. Maar juist dát gevoel (Mitsein op z’n Heideggers) is verdwenen.

En met reden. Want hoe knuffelbaar dat Mitsein ook klinkt, het heeft geen weet van de fundamentele andersheid van individuen ten opzichte van elkaar, wat de filosoof Levinas ‘de scheiding’ noemt. Zo lang je die scheiding en het discomfort wat daarbij hoort niet onderkent, blijft de hang naar gemeenschapszin een nostalgische en voor ons tijdsgewricht onrealistische klank behouden. Het vanzelfsprekende onderlinge ‘bijeen horen’ strookt eenvoudig niet met de fundamentele verschillen die we – op het gebied van al dan niet meerlagige genders, religies, culturen, en nationaliteiten – hebben leren onderkennen.

Dus, om met Levinas te spreken, alleen door de scheiding serieus te nemen die er bestaat tussen individuen en het ongemak dat daarbij hoort, is nieuwe solidariteit mogelijk. De rest is nostalgie.

Zie ook Woke avant la lettre.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Tussen nostalgie en ongemak en scrol naar beneden door.