Het verschijnsel denkschaamte, waarover ik
workshops geef, laat zich niet zomaar uitleggen. Het kan behoorlijk wat moeite kosten om dat over het voetlicht te krijgen, al weet ik inmiddels dat verhalen van deelnemers over hun eigen ervaringen ermee zeer verhelderend werken.
Maar op dit moment heb ik bij mijn pogingen tot uitleg even fors de maatschappelijke wind mee, want door de nationale Zwarte-Piet-discussie wordt het verschijnsel denkschaamte in één klap wat breder herkenbaar, evenals de kracht van het effect ervan.
Tot uitgangspunt voor dit stukje neem ik de ongrijpbaarheid van de discussie en de irritatie die dat bij velen oproept. Nu doel ik even niet op de irritatie van propieten en antipieten over elkaar, maar de irritatie van velen dat zo’n discussie er überhaupt is. Bas Blokker schreef daarover in de
NRC: “In elk gesprek over Zwarte Piet komt er wel een moment dat iemand zegt: ‘Wat een gezeur, zeg, laten we het over iets echt belangrijks hebben. Ik snap werkelijk niet waar we ons zo druk over maken’”.
En het is waar, er zijn bijvoorbeeld in de kwestie Zwarte Piet geen grote financiële, economische of geopolitieke belangen in het geding. Maar ondertussen worden er wel mensen gearresteerd bij de intocht van Sinterklaas, vliegen er doodsbedreigingen heen en weer en wordt de kwestie door het College voor de Rechten van de Mens getoetst aan de Algemene Wet Gelijke Behandeling.
Als de kwestie echt zo onbelangrijk is, vraagt Blokker zich af, waarom lopen de gemoederen dan zo hoog op? Op dit punt heeft het verschijnsel
denkschaamte een opmerkelijk verklarende kracht. Want wat er gebeurt als je je laat raken door andermans verdriet en wanneer je je schaamt over een aanvankelijk enthousiasme van jezelf (bijvoorbeeld voor die
oergezellige, ouderwetse Zwarte Piet) – wat er dan gebeurt is niet per se redelijk.
So wie so is die schaamte niet
redelijk, want wat is er mis met het uitdragen van liefde voor een volksfeest? Daar kán iets mee mis zijn, vertelt ons de denkschaamte. Goede bedoelingen geven niet altijd de doorslag. Jij hebt je leuke ideeën en goede intenties. Maar dat telt allemaal niet meer op het moment dat een ander daardoor gekwetst wordt en jij op een of andere manier overtuigd bent van die kwetsuur. Dan bepaalt die ander ineens jouw speelruimte, ook al gaat het – voor jouw gevoel – nergens over. Er treedt dus een zeker verlies van autonomie op. Toch voelt het niet verkeerd, er is namelijk écht contact.
Maar als je vervolgens handelt naar die schaamte, en je actief gaat inzetten voor verandering van het volksfeest, dan blijft de vraag naar de proportionaliteit en redelijkheid van je acties opspelen. Wat je dan doet kan door de primaire inhoud van de kwestie niet altijd afdoende verklaard worden, integendeel, een gevoel van onevenredigheid kan je blijven vergezellen.
Beide zaken – de rare schaamte en de daarop volgende soms overdreven aanvoelende actie – kunnen alleen verklaard worden door het feit dat je geraakt bent door het verdriet van een ander over datgene wat jij zo aardig vindt. Daar ketst alle andere redelijkheid op af. Zwarte Piet = zwart verdriet. Die schok – dat is de essentie van denkschaamte.
Bijvoorbeeld zoals Robert Vuijsje het verwoordt in een interview in
Trouw. Van Vuijsje is bekend dat hij Zwarte Piet wil afschaffen en als hem de vraag gesteld wordt: “U hebt een zwarte vrouw en gekleurde kinderen, wanneer dacht u: die Zwarte Piet kan niet meer?”, dan antwoordt hij: “Mijn ogen gingen open toen ik een jaar terug
Pauw&Witteman zag waarin Henk Westbroek de Antilliaans-Nederlandse kunstenaar Quinsy Gario toesprak. Mijn vriendin, ze heeft Creoolse ouders, heb ik nog nooit zo fel gezien over dit onderwerp. Ik heb niet lang daarna de enige zwarte jongen in mijn klas op de basisschool opgebeld. Ik zat nota bene naast hem. Of hij ook Zwarte Piet werd genoemd, vroeger, en of hij het een rotfeest vond. Ja, zei hij. Had ik nooit gemerkt. Ik besefte toen dat het niet gaat om hoe ík het beleef en heb beleefd, maar hoe zwarte mensen het beleven”.
Op deze manier wordt het rare – hoe irritant ook – ineens duidelijk genoeg.
Zie ook
Lekker irrationeel,
Samenvatting Schaamte en verandering en
Iets kleins