donderdag 6 maart 2008
Geen eer meer aan te behalen
Het wordt er met parlementaire onderzoeken zoals die naar de onderwijshervormingen niet leuker op voor politici en andere beleidsmakers. Er blijkt maar heel weinig maakbaar te zijn in onze samenleving.
Joop den Uyl besefte al dat de marges klein zijn. Maar hij had het nog over het politieke krachtenveld en de taaiheid van de gevestigde instituties. Met het aanhouden van politieke ideeën (wel de goede natuurlijk) was nog niets mis, de gedachte aan een andere wereld was nog mogelijk. De politicus had hoe dan ook een bepaald aureool en kon zichzelf nog een belangrijke rol toekennen. Al was het maar die van de ploeteraar die zijn moeizame mars door de instituties uitvoert.
De politieke generaties van de jaren tachtig en negentig waren wat bescheidener. Althans wat de ideologie betreft. Die schudden zelf hun ideologische veren af of werden door anderen geplukt en aangeduid als manager-politici. Het geloof in visioenen ebde weg maar wat bleef was het geloof in centrale sturing en technische beheersing, ook al was dat op afstand. Politici werden primair technocraten. Men ging de gewenste output definiëren en indicatoren opstellen om de output te meten. Men voerde extra verplichte verslagleggingen en vele controles in die konden garanderen dat er gebeurde wat de politiek wilde.
Al met al zagen deze politici nog steeds kans om grootschalig aan de gang te gaan. Hetzij op basis van modieuze trends, zoals Erica Terpstra die in één keer de geestelijke gezondheidszorg liet overplaatsen van de duinen naar de stad. Dan wel op basis van ideologische uitlopers van de jaren zeventig zoals de onderwijshervormingen van Ritzen, Wallage en Netelenbos. Je kón als politicus nog het gevoel hebben dat je verschil maakte. Er was nog eer aan te behalen.
Voor de huidige generatie politici is dat weer een stuk moeilijker geworden. Veel van de grote projecten van de jaren 80 en 90 voldoen niet aan de verwachtingen die men ervan had. De illusie waar de manager-politicus nog in kon geloven: die van greep op de zaak, is nu aan de beurt om doorgeprikt te worden. Het blijkt dat het sturen op afstand, via indicatoren en vele controles, maar matig tot slecht werkt. Want, zoals Graham Lock onlangs uitlegde in de NRC, de indicatoren creëren hun eigen werkelijkheid die vaak niets meer te maken heeft met wat gewone mensen daaraan beleven. Overmatige nadruk op transparantie en controles demotiveert professionals zoals onderwijzers en artsen en het levert de burger dus misschien wel niks op. Er is nog wel een dashboard in Den Haag, er zijn nog knoppen om aan te draaien en over te praten maar er zit niets meer achter.
Daar word je als politicus uiteraard niet vrolijk van.Valt er dan in het geheel geen eer meer te behalen? Misschien moet je daarvoor zijn op terreinen waar denken in het groot nog legitiem is. Dat zijn mijns inziens niet de sociale terreinen zoals het onderwijsveld of de zorg. Het bekomt de factor mens immers maar slecht als er teveel voor hem gedacht wordt. Ik zou het eerder zoeken op terreinen als het milieu of duurzaamheid. De nood is ook daar hoog genoeg.
Zie ook Reality Check
Labels:
denkgeweld,
illusies,
management,
reality check,
vakmanschap,
verandering
Posted by
Naud van der Ven
op
12:02
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten