maandag 25 februari 2008
Ongewild kwetsen
Als het gaat om de legitimiteit van kwetsen en beledigen zijn er allerlei en heel verschillende standpunten mogelijk.
In de NRC las ik laatst de stelling dat kwetsen functioneel is. Al was het maar om de intolerantie, de lichtgeraaktheid en de lange tenen van de gekwetsten bloot te leggen. Het is mogelijk in deze positie een schampere ondertoon van superioriteit en wellust te beluisteren, zoals ook Theo van Gogh die tentoonspreidde.
Daar niet zo ver vanaf maar dan zonder die toon van wellust ligt de opvatting dat het wellicht vervelend is om te kwetsen maar dat het opvoedkundige waarde heeft en daarom soms nodig is. De gedachte is dat de gekwetste partij er een bekrompen of naïef wereldbeeld op na houdt. Kritische ondervraging ervan kan de groei naar volwassenheid bevorderen. Deze opvatting werd onlangs in Trouw verdedigd onder verwijzing naar de Bijbel. De profeet Hosea shockeerde heel bewust zijn volksgenoten door Israël te vergelijken met een hoer.
Er is ook de opvatting waarbij alle strategie of shockerende opzet verdwenen is en die de nadruk legt op een subjectieve noodzaak. De kwetsuur is een ongewild bijprodukt van de behoefte van de kwetser om een minimum van zijn eigen gevoelens en overtuigingen te kunnen uitdrukken. Martin Luther, die zijn verzet tegen Rome rechtvaardigde met de uitspraak: ‘hier sta ik, ik kan niet anders’, is hiervan de belichaming.
Verder zijn er mensen die menen dat je nooit mag kwetsen, per definitie niet. Het mag niet want je maakt iets kapot bij anderen. Kwetsen dat dóe je niet, zegt Doekle Terpstra in zijn manifest Benoemen en Bouwen. Ik vind dat een gevaarlijk standpunt omdat het kan leiden tot taboeïsering en ongezonde zelfcensuur. Het maakt mensen, met de overtuigingen en gevoelens die ze nu eenmaal hebben, vatbaar voor chantage door anderen die dreigen daardoor gekwetst te zullen gaan worden. De zo in het leven geroepen taboes zullen frustraties kweken en daardoor uiteindelijk destructiever zijn dan welke kwetsende uitspraken of beelden dan ook.
Voor mezelf houd ik het erop niet met opzet te willen kwetsen. Er zijn al genoeg momenten dat je het onopzettelijk moet doen, eenvoudig om je geestelijke gezondheid te bewaren en niet gesmoord te worden in een overmaat aan zelfcensuur. Mijn opvatting heeft dus wel iets weg van die van Luther, maar dan hopelijk iets minder pathetisch.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten