donderdag 7 april 2016

Het failliet van de verbeelding


Het kan gewoon depressie geweest zijn, ik weet hoe dat werkt. Hoe dan ook, ik zal hem missen, Wim Brands. Maar zijn dood triggert me tot andere gedachten, en daar wil ik het nu over hebben.

Het is niet toevallig, denk ik, dat de opkomst van de roman vanaf het einde van de 18e eeuw samenvalt met het geleidelijk verdwijnen van God uit de samenleving. Eeuwenoude, door de kerken gedragen en vanzelfsprekende betekenisgeving verdween en nieuwe bronnen van betekenisbeleving waren nodig om het gevallen gat te vullen. Een daarvan was het geloof in wetenschap en vooruitgang, een andere – complementair daaraan – werd gevonden in de wereld van de verbeelding die zijn eigen betekenissen kon scheppen. De roman was daar de belichaming van, en dat betekende dat schrijvers aan verweesde individuen een nieuw houvast konden geven.

Deze gedachte verklaart veel van de verschijnselen die we kunnen waarnemen in de literaire wereld. Bijvoorbeeld de welhaast goddelijke status van auteurs, zowel voor zichzelf als voor het publiek, en de cultus van de verheerlijking van de verbeelding zoals we die al twee eeuwen kennen.

Maar die gedachte impliceert ook veel wat niet altijd expliciet onderkend is. Daarbij denk ik aan de vooronderstelling van een verregaande autonomie van het schrijvende ik dat zich via de verbeelding een eigen wereld schept waarin het heer en meester is. Én ik denk aan de gigantische, zo niet verpletterende, druk op de verbeeldingskracht om na de dood van God de verweesde wereld weer met zin te vullen.

Het viel me vaak op hoeveel er verwacht wordt van de verbeelding. Die figureert in sommige kringen en conversaties als de ultieme ontsnappingsroute uit onze dagelijkse werkelijkheid. Zo herinner ik me momenten uit de interviews van Wim Brands waarop hij verzucht: “Maar dan is er gelukkig de verbeelding nog…”

Iets soortgelijks viel me vaak op bij Joost Zwagerman. Zeker achteraf voelen zijn uitingen van vervoering door de wereld van beelden en kleuren, bijvoorbeeld in De wereld draait door, als de overschreeuwing van een leegte.

Daarom heb ik het niet zo op de veelgeprezen romanverbeelding. Des te meer heb ik met poëzie, vooral de ingetogen, mijmerende verdichtingen. Het schijnt dat Wim Brands hele mooie maakte.

Zie ook Baas in eigen boek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten