Als het gaat om overheidsorganisaties is dit wat we zien: minder denken in markttermen met de burger als consument of kostenpost en met efficiencytargets als hoogste doel; en meer aandacht voor de menselijke maat en kwaliteit door meer regelruimte te geven aan frontlijnprofessionals zoals leraren, zorgmedewerkers en ambtenaren.
Ik zou zeggen: dat is inderdaad een omslag naar het Rijnlandse model van organiseren, weg van het Angelsaksische model met zijn top-down-command-and-control management.
Maar dat is te simpel gedacht. Er doen zich zeker tendensen voor in de Rijnlandse richting, het woord wordt ook door steeds meer politici en beleidsmakers in de mond genomen. Maar die tendensen gaan gepaard met daaraan juist tegengestelde bewegingen.
Als voorbeeld zet ik een aantal uitspraken in Trouw van minister De Jonge naast elkaar over de werking van ons zorgstelsel. De Rijnlandse accenten zijn duidelijk aanwezig, zoals de volgende:
“De markt gaat onze problemen niet oplossen”; We moeten toe naar “minder markt en meer samenwerken, een sterke overheid”; “Concurrentie is van vroeger, samenwerken is de toekomst”; “Er zijn in deze crisis fantastische vormen van regionale samenwerking ontstaan”.
Maar dat gaat geruisloos over in pleidooien voor meer centrale regie en top-down management:
“De zorg is wel héél decentraal ingericht”; “Wij hechten aan autonomie, ook voor de zorgverleners zelf geldt dat in sterke mate. Op een geweldige manier is alles verdeeld in kleine eilandjes waarop zorgaanbieders zelf mogen bepalen hoe ze dachten dat de dingen zouden gaan. Prima in vredestijd, maar in oorlogstijd buitengewoon complex”; “Normaal mag ik graag samen optrekken in plaats van van bovenaf te sturen”; “Er is veel meer centrale regie nodig in de zorg…een directe commandolijn”.
‘Oorlogstijd’, ‘commandolijn’, dat soort woorden lijken regelrecht te komen uit de koker van het Angelsaksische model met zijn martiale retoriek. Daar koestert men graag de voorstelling van het dagelijkse economische leven als een permanente noodtoestand en struggle for life, ofwel van ‘de wereld als markt en strijd’, naar het boek van Michel Houellebecq. ‘Excelleren’, ‘uiterste inspanningen’, ‘competitie’ en ‘overwinnen’ zijn dagelijkse strijdkreten uit het Angelsaksische arsenaal, ook in volle vredestijd, crisis of geen crisis. Die termen lenen zich niet goed voor het Rijnlandse model waar onmiskenbaar ook gezocht wordt naar vormen van harmonie, ontspanning en gemoedelijkheid.
Nu weet ik wel dat het op dit moment écht crisis is, en dat Hugo de Jonge die moet managen. En dat centrale regie over de ziekenhuizen en de GGD’s waarschijnlijk had geholpen om de bestrijding van de pandemie eerder op de rails te zetten. Noem het maar even oorlogstijd waar we in zitten.
Maar ik ben er niet helemaal gerust op dat bij het terugkeren van de vrede het crisismodel van centrale aansturing weer mag wijken voor meer inbreng van de lokale frontlijnwerkers. De verleiding van permanente centrale regie is voor sommige bestuurders erg groot, en als de markt niet meer in de mode is, dan realiseren ze dat net zo makkelijk via een centraal gestuurde planeconomie. Dan zijn de verwijzingen naar het Rijnlandse model gratuit, resteert een ratjetoe van Angelsaksische en Rijnlandse elementen, en hebben de vakmensen opnieuw het nakijken.
Zie voor een heldere inleiding in het Rijnlandse denken het nieuwe boek van Jaap Peters, een van de aartsvaders van de Rijnlandse beweging, die vandaag 65 jaar wordt. Gefeliciteerd Jaap!
Wil je commentaar geven of zien: klik op Het Rijnsaksisch-Angellandse model en scrol naar beneden door.
Mooi Naud, dank daarvoor.
BeantwoordenVerwijderenIk denk op dit moment: er zijn 2 vragen:
1. Welke taken zijn voor onze overheid, welke taken kan de overheid aan de markt laten, binnen haar wettelijke en morele grenzen
2. Hoe organiseren we de overheid?
Daarbij speelt:
- autonomie en interdependentie, sturing en ruimte
- klein binnen groot
- regionaal binnen landelijk, professionals in de voorste linie binnen regionaal. Zie Tegenlicht van een paar weken terug.
Een en ander als gevolg van het denken samen met Jaap over programma's van politieke partij, wat hopelijk een dezer dagen uitmondt in een publicatie.
Groetjes, Sjaak
Als ik dit verhaal groter maak, zie ik vooral dat het niet of-of is maar en-en. In sommige gevallen werkt een angelsaksiche, top-down, op efficiency gebaseerde aanpak beter en in andere gevallen werkt een decentrale, autonome en indviduele aanpassing veel beter.
BeantwoordenVerwijderenVolgens mij is dit ook het geval met vaccinaties. De GGD is vooral ingericht op een decentrale manier en is als organisatie niet geschikt voor een grootscheeps, centraal gestuurd aanpak van vaccineren. Defensie is dit wel dus waarom niet best-of-both-worlds? Bart den Dulk
Ik vind dit een heel rake waarneming. Mijn beeld is dat het buitengewoon moeilijk is voor leidinggevenden om in te zien dat een Rijnlandse insteek van je vraagt om in al je eigen interacties dat ook zelf te laten zien. Dat vraagt reflectie, oefening en de moed om het anders te doen dan de meerderheid. Maar, als de wil er is én de bereidheid om zelf te veranderen dan ontstaat er een prachtig perspectief. Ik denk niet dat deze omslag in ‘Den Haag’ begint. Het zijn raden van toezicht, bestuurders, directeuren, managers en teamleiders die vanuit overtuiging een keuze maken voor Rijnlands die steeds meer het verschil maken. Zodra we met genoeg zijn...;). Frans Willems
BeantwoordenVerwijderenMisschien helpt het door de Rijnlandse besturingsfilosofie 'Klein binnen Groot' in je achterhoofd te houden? Jaap Peters
BeantwoordenVerwijderenHet zou ook nog kunnen dat de mooie woorden die verwijzen naar een (zeer aansprekende!) Rijnlandse aanpak, vooral dienen om de feitelijke aanpak te vergoelijken. Cynisch? Misschien... Feit is dat we van "crisis" naar crisis bewegen (althans, zo wordt het steeds genoemd: financiële crisis, bankencrisis, Eurocrisis, wooncrisis, milieucrisis, pandemie etc.), met steeds top-down ingrijpen, gepaard met beschrijvingen van een wereld waar het anders gaat.
BeantwoordenVerwijderen