vrijdag 28 april 2023

Failliet


Waarom maak ik me eigenlijk zo druk om een mogelijk fysiek einde van de mensheid? Terwijl de mensheid tachtig jaar geleden al moreel failliet ging?

Dat vraag ik me af naar aanleiding van de indringende tweede aflevering van Koen Verbraaks televisieserie Het beloofde land. In de serie interviewt Verbraak ruim twintig bekende en onbekende Nederlandse Joden over het Jodendom, zionisme, de Sjoa en de toekomst van Israël. De tweede aflevering ging over de periode van de Tweede Wereldoorlog. Aan bod kwamen onder meer Duitse razzia’s waarbij Joden uit hun huizen gedreven werden, omwonenden die dat met verrekijkers volgden, ondergedoken kinderen onder de vloer tussen ratten en muizen en natuurlijk de grote moordmachine. “Je moet er niet te veel aan denken”, zegt één van de overlevenden, “want dan word je gek”. Arnon Grunberg benoemt Auschwitz aan het einde van de aflevering als “een lidteken op het gezicht van de mensheid”. Wat doet het er dan nog toe dat we bovendien druk bezig zijn ons leefmilieu te verpesten? We hebben het toch al verkloot.

De vraag is wel: waarom hakt speciaal deze misdaad tegen de menselijkheid – de Sjoa dus – er zo in? Wie zich enigszins verdiept in de geschiedenis van de mensheid komt grote moordpartijen tegen in de Oudheid, kinderoffers in Zuid-Amerika, slavenschepen op de Atlantische Oceaan, geweld van Israël tegen de Palestijnen, geweld van de Palestijnen tegen Israël en gruwelijke bombardementen van Poetin op Oekraïne. Je hebt de Sjoa niet per se nodig voor de conclusie dat de mensheid moreel failliet is.

De speciale plaats van de Sjoa temidden van deze mensgemaakte rampen zou weleens van doen kunnen hebben met het ontluisterende contrast dat bij de Sjoa aan de orde is. Het contrast namelijk dat het een zeer ontwikkelde en verfijnde beschaving was – de Duitse, met haar muziek, haar denkers en dichters – waarin de gruwelijke vernietiging plaatsvond. En dat – naast de massa’s arme Joden – evenzeer ontwikkelde, zelfbewuste en voluit aan de samenleving deelnemende Joden het onderspit delfden. Daardoor is hier niet alleen de, aan ieder weldenkende mens bekende en bijna banale, geneigdheid tot het kwaad in het geding. Maar minstens zo vernietigend: ook de hoop dat ‘beschaving’ ons verder brengt houdt geen stand. Dat maakt de Sjoa zo extra ontmoedigend.

Want: kun je wel verder zonder hoop? Ik denk van niet. Maar dan hebben we een groot probleem, want die hoop verkrijgen we dus niet meer via het geloof in wat ethicus Frits de Lange ‘de metafysische droom van het Westen’ noemt. Die vertelt ons sinds Plato over het bestaan van een stabiele orde van het Ware, het Schone en het Goede die voor ons bereikbaar is. Voor het handhaven van die droom was het Westen, aldus De Lange, bereid om andere levende wezens (dieren, planten, niet-westerse mensen) aan zich te onderwerpen. De superieure pretenties die daaraan vastzaten zijn definitief ontmaskerd als vals. Het socratische denken blijkt onverbloemd zelfverheffend, de westerse esthetiek werkt uitsluiting in de hand en ‘het Goede’ is te lang gepaard gegaan met uitbuiting en imperialisme. Hoop kun je alleen nog maar hebben als de samenleving het falen van die metafysische droom onder ogen gaat zien.

Als de ecologische crisis ons dat nederige besef kan bijbrengen zou er weer wat te hopen zijn, zoals de fysieke redding uit de klimaatdreiging, en de morele redding uit ons superioriteitsdenken. Voor die dubbele hoop, en om dít denkwerk een beetje draaglijk te houden, put ik deze keer uit het laatste couplet van het laatste gedicht van Huub Oosterhuis, het Lied van de zevende dag.

        Jij die je krachten geeft
        Om aarde en hemel te hoeden
        Jij met de last op je schouders
        Te zorgen voor lichaam en ziel:
        Ik schenk je de zevende dag
        Om jezelf te hervinden
        Dag van rusten maal rusten
        En dat wij vinden elkaar

Zie ook Dichter, trooster, zwager, zwijger.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Failliet en scrol naar beneden door.

dinsdag 11 april 2023

Dichter, trooster, zwager, zwijger


Huub Oosterhuis is overleden, en ik rouw om het verlies.

In de volgende blogberichten gaat het onder andere over hem:

vrijdag 7 april 2023

De Maand van de Morele Maakbaarheid


Ik weet het, het is de Maand van de Filosofie, maar wat ik de afgelopen weken langs zag komen kun je ook benoemen als de Maand van de Maakbaarheid van de Moraal. Het begon voor mij met nieuws over het verbeteren van rijksambtenaren via het overheidsprogramma “Dialoog en Ethiek”. Dat programma ontstond eind 2021 naar aanleiding van de Toeslagenaffaire. Doel van het programma is het versterken van het besef van rijksambtenaren voor ethische vraagstukken. Daarbij wordt aan externe filosofen, ethici, veranderkundigen, schrijvers en andere kunstenaars gevraagd om ondersteuning te leveren of als gespreksleiders op te treden. Er is 25 miljoen euro voor beschikbaar.

Eén van de benaderde externen is columnist en schrijver Ellen Deckwitz, en zij citeert uit het verzoek dat ze kreeg. De missie wordt omschreven als het vergroten van „ethische reflectie en ethisch handelen als essentieel onderdeel van het ambtelijk vakmanschap” om „het vertrouwen te herstellen dat ernstige deuken heeft opgelopen”. Zodat „eind 2025 binnen de Rijksoverheid goede gesprekken in de werkpraktijk vanzelfsprekend zijn”. Deckwitz raakt ervan in de war, waarom sturen we niet gewoon de bewindspersonen die voor de vertrouwensdeuk in de politiek hebben gezorgd naar zo’n programma?

De veronderstelling dat je in drie jaar tijd mensen die dat tot nu toe niet deden goede gesprekken, over ethische dilemma’s nog wel, kunt helpen voeren is wel erg optimistisch. En getuigt van een diep geworteld geloof in maakbaarheid, niet alleen van overheidsbeleid maar ook van menselijke reflectie. Goede gesprekken? Daar maken we een project van, inclusief een SMART gemaakte doelstelling!

Ik zou bijna de filosoof Paul van Tongeren gelijk geven als hij gevraagd naar een reactie op dit project bevestigt dat het duurbetaalde onzin is. Morele verbetering is wel mogelijk, zegt hij, maar niet als een in korte tijd op te leveren product. Het gaat om het ontwikkelen van deugden, zegt Van Tongeren, en daar is tijd en geduld voor nodig. Geduld zelf is daarbij de grootste deugd, want “geduld is de deugd van degene die op een virtuoze manier kan volhouden”, zoals de klokkenluider die je kunt zien als belichaming van moreel geweten in organisaties. Dat klinkt interessant, maar toch ben ik het niet eens met Van Tongeren. Ik vind zijn nadruk op ‘virtuositeit’ veel te veel gericht op het leveren van een prestatie. Ook hier blijkt de moraal uiteindelijk maakbaar, het feit dat het veel tijd en inspanning en misschien middelen kost geeft deze virtuositeit bovendien een elitair en daardoor afstotend karakter.

Op het oog minder elitair is het recept van Klaas Rozemond waarover ik vervolgens las in een bespreking van zijn boek De beste filosofische ideeën om je moraal te verbeteren (wat een titel!). Rozemond meent dat mensen op het gebied van moraal veel van sporters en (uitvoerend) kunstenaars kunnen leren. Het onbeschaamde gebruik door hem van maakbaarheidsjargon zoals ‘techniek’ tot verbetering, en de noodzaak van een ‘ijzeren wil’ en ‘200 procent inzet’ toont hoezeer het projectmatige doel-middel denken hier wordt ingezet voor morele virtuositeit. De nadruk op het presteren krijgt karikaturale trekjes, maar wat mij betreft verschilt zijn benadering niet wezenlijk van die van Van Tongeren. Die laatste presenteert het wat sjieker, maar ik vind ze beiden te veel gericht op moraal als prestatie van het ik. In zijn bespreking van Rozemonds boek hekelt Michel Dijkstra zijn barse oproep tot verbeteringsdrift aan een samenleving “waar de burn-out alomtegenwoordig is en waar mensen hun uiterste best doen om de machine draaiende te houden en niets meer dan dat. Zo’n pleidooi voor aristotelische morele virtuositeit stuit hier, vrees ik, op weinig begrip.” Daar is de samenleving te moe voor.

Misschien, denk ik dan, zijn we ook té lang overvoerd geweest, via Socrates, Aristoteles, Jezus en de Verlichting, met de overspannen gedachte dat morele verbetering geheel en al van eigen makelij is. Het ik moet het steeds weer allemaal zelf doen, het is kennelijk erg moeilijk om die gerichtheid op het ik los te laten. Waarom de ander niet gewoon een keer laten komen? 

Moraal opgevat als prestatie van het ik, daar krijg je projecten van (en jeuk).

Zie ook Zelfreflectie door de ander en Uw filosofie is de mijne niet.

Wil je commentaar geven of zien: klik op De Maand van de Morele Maakbaarheid en scrol naar beneden door.

zondag 2 april 2023

Hondsviooltje


Hoe kunnen mijn favoriete columnisten er nu zo naast zitten? Ik krijg bij Stevo Akkerman (Trouw) of Aylin Bilic (NRC) zelden of nooit het gevoel dat zij over een bepaald onderwerp het hele punt gemist hebben. Maar als het gaat over de klemsituatie die na de overwinning van de BBB is ontstaan rondom het stikstofdossier brengen beiden de kwestie terug tot een juridisch probleem. Namelijk tot de vraag of het mogelijk is de wet te wijzigen die Natura2000-gebieden beschermt. 

Bilic gaat daarin het verst, zij pleit ervoor “er alles aan te doen om dat Natura2000-verdrag open te breken”. Akkerman zegt in feite hetzelfde, al klinkt daar meer ironie in door: “Steeds gaat het erom regeringen te dwingen kleur te bekennen: neem je handtekening onder klimaat- en natuurverdragen serieus. Wil je er liever onderuit? Dat kan ook, het is geen dictatuur”. Alsof de blokkerende regelgeving een formeel gegeven is, en die wetten geen reëel doel dienen. 

Het gaat wel ergens over, denk ik dan. Misschien heeft de achteloosheid tegenover stikstof wel te maken met de voortdurende koppeling aan Natura2000-gebieden, en met de onooglijkheid van de beestjes en plantjes die vervolgens genoemd worden door natuurbeschermers. Het hondsviooltje en de kleine schorseneer spreken maar bij weinig mensen tot de verbeelding, ga je daar een heel land voor op slot zetten?

Als je eenmaal doorhebt dat stikstof de wortelstelsels van hele bomen, zelfs hele bossen in het hele land aantast, en je hoort dat jonge en eeuwenoude eiken en beuken gewoon omvallen – dan snap je dat de regelgeving ergens over gaat. Politiek én regelgeving zullen daar juist in gezamenlijkheid moeten optreden.

Zie ook Hondsviooltje(2).

Wil je commentaar geven of zien: klik op Hondsviooltje en scrol naar beneden door.