vrijdag 13 november 2020

Bij het overlijden van rabbijn Jonathan Sacks


“Het is hoog tijd om de geest van Plato uit te drijven, helder en ondubbelzinnig.”

Wow, dacht ik toen ik dat las, die durft! Het is een uitspraak die de vorige week overleden oud-opperrabbijn van Engeland Jonathan Sacks doet in zijn boek Leven met verschil. Menswaardige verscheidenheid in een tijd van botsende culturen uit 2002. Sacks bedoelt met die uitspraak te zeggen dat wij in het Westen niet goed zijn in de waardering van verschillen tussen mensen en culturen. Als het eigene van andere mensen ons vreemd voorkomt zien we dat snel als een bedreiging en doen we veel moeite om alle afwijkingen gelijk te schakelen. Wie enigszins afwijkt moet zich aanpassen.

En dat komt mede, aldus Sacks, omdat wij gedrenkt zijn in het denken van Plato. Die zag weinig van waarde in het bijzondere en eigene van concrete individuen en groepen. In de plaats daarvan proclameert hij het bestaan van het Goede, het Ware en het Schone die als ideeën of idealen universeel zijn, dat wil zeggen: ze gelden voor alle mensen. Plato is dus met veel nadruk geïnteresseerd in wat alle mensen met elkaar gemeen hebben. En daar, zegt Sacks, gaat iets heel belangrijks verloren: de waardering voor verschillen. Want “als uiteindelijk alleen zou tellen wat we met elkaar gemeen hebben, zouden onze verschillen afwijkingen zijn die we te boven moeten komen”.

Om ons even te beperken tot het universele idee van het Ware, daarover zegt Sacks: “Die opvatting luidt dat er maar één waarheid is over wat wezenlijk is in het menselijk bestaan, en dat die waarheid dezelfde is voor alle mensen in alle tijden. Als ik dan gelijk heb, heb jij het fout. Ik hoop duidelijk te maken dat die opvatting op een grote vergissing berust”, en dat doet Sacks onder andere door die waarheidspretentie te koppelen aan zulke misdaden uit de geschiedenis als pogroms, gewelddadige revoluties en 9/11. “Van alles wat ik in dit boek te zeggen heb, is dit het meest radicale en het moeilijkst te vatten, omdat het ingaat tegen een veronderstelling die de westerse beschaving minstens tweeduizend jaar heeft beheerst”. We hebben dus een compleet ander denkmodel nodig.

Sacks waarschuwt niet voor niets voor de moeilijkheidsgraad van de inzichten die hij presenteert. Kennelijk rekent hij op weerstand tegen zijn poging tot herwaardering van het verschil, tegen Plato in. Je zou die weerstand allereerst verwachten uit de filosofische hoek. Plato heeft immers de status van oervader en boegbeeld van de westerse filosofie en het grenst aan heiligschennis om die met zulke historische misdaden in verband te brengen. Maar van die kant bleef het stil, waarschijnlijk vinden filosofen rabbijnen niet interessant.

Waar wel de hel losbrak was in Sacks’ eigen Joodse kring. In het voorwoord bij de tweede druk zegt hij daarover: “De eerste druk bracht veel beroering in de Joodse gemeenschap”. Kritiek kwam uit Manchester, van zijn eigen Londense Beth Din, en uit Jeruzalem van rabbijn Elyashiv. Het boek zou ideeën bevatten die “tegengesteld zijn aan ons geloof in de Heilige Tora”, en mag daarom niet in huis gehaald worden. Met name de suggestie dat geen enkele religie de hele waarheid bevat werd beleefd als godslasterlijk.

Opmerkelijk is dat de naam van Plato door de critici niet genoemd wordt. Immers, de opvatting dat de absolute waarheid bestaat en gekend kan worden is een platoonse pretentie. Die pretentie wordt met kracht verdedigd door de Joodse gemeenschap van Sacks. Men wil beslist de absolute claim op waarheid niet opgeven en men is tegen pluraliteit van waarheden: er is er eigenlijk maar één (namelijk de Tora). Toch heeft men er geen probleem mee dat Sacks zich hartgrondig uitspreekt tegen de filosoof die die ideeën als eerste geïntroduceerd en uitgewerkt heeft. 

Het zal best zo zijn dat rabbijnen (los van Sacks) op hun beurt filosofen niet interessant vinden, maar toch valt hier iets meer over te zeggen. Want het zijn wel degelijk filosofische ideeën die door deze Joodse gemeenschap omarmd worden. Maar kennelijk zijn die in de loop van duizenden jaren in religieuze tradities zoals de Joodse (maar ook de Christelijke en Islamitische) zodanig verinnerlijkt dat de filosofische herkomst niet meer herkenbaar is.

De ophef resulteerde uiteindelijk in het schrappen en aanpassen door Sacks van een aantal teksten, waardoor de tweede druk aanmerkelijk anders aanvoelt dan de eerste. Grappig genoeg mocht de zin waarmee dit stukje opent blijven staan.

(Onderstrepingen van mij, NvdV)

Hoe dan ook, voor mij was het verfrissend om een vooraanstaand denker en schrijver als rabbijn Jonathan Sacks zich zo onomwonden te horen uitspreken over de problematische kanten van Plato. We geven ons collectief nog lang niet genoeg rekenschap van de mate waarin wij geconditioneerd zijn door Plato’s denken. 

Jonathan Sacks, zijn aandenken zij tot zegen!

Zie ook Ongemakkelijke vragen en Het goede, het ware en het schone

Wil je commentaar geven of zien: klik op Bij het overlijden van rabbijn Jonathan Sacks en scrol naar beneden door.

8 opmerkingen:

  1. Toch spijtig dat de 'naar binnen zuigende krachten' het bij de eerste lezers van rabbijn Sacks haalden op de parrèsia waarmee Sacks schreef. Tegelijk vraag ik me af hij niet, bewust of onbewust, een ideologie van ideologieloosheid voorstond in de eerste druk. Je kunt, binnen het monotheïsme, nu eenmaal niet een leiderschapsfunctie in een gemeenschap opnemen én tegelijkertijd binnen die traditie 'à la carte' je geloof zomaar in boekvorm weergeven, vermoed ik. In zijn functie, een traditie representerend, kun je dan wel aan weerstand verwachten.
    In die zin is het, denk ik, spijtig dat hij plooide.
    Zit ook daarin niet iets platonisch ?
    Dit alles wetende, neemt het mijn diep respect voor deze overleden spirituele meester niet weg.
    Ik had, net op tijd, de kans de hesped van dochter Gila bij de levaya via livestream bij te wonen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik begrijp je twijfel of hij als leider van zijn gemeenschap wel zo ideologieloos kon schrijven. Maar dan begrijp ik niet jouw volgende zin: "In die zin in het, denk ik, spijtig dat hij plooide." Kun je dat uitleggen?

      Verwijderen
    2. Zelf vind ik de tweede versie minder vrijmoedig. Of vergis ik me ? Mijn hypothese is dat hij na die eerste druk weerstand ervoer en zich om wat voor reden dan ook, liever wat meer wilde indekken in de meer traditionele inzichten. Kon hij anders omgaan met de waargenomen weerstand ?
      Ik vermoed dat een aantal lezers die applaudisseerden na de eerste druk, naderhand teleurgesteld geweest zullen zijn.
      Zoals er na de eerste druk óók blijken van teleurstelling waren. De loyauteit aan zijn gemeenschap strekt Sacks tot eer. Maar ook een opperrabbijn is de Andere niet.

      Verwijderen
    3. Ja, zo is het gegaan, denk ik. Ik vind het wel een beetje ontluisterend.

      Verwijderen
  2. Bij het overlijden van rabbijn Jonathan Sacks

    Reading Rabbi Sacks' words again confirms, or rather, makes clearer my reservations. There is an irony in his standpoint and journey. He left formal philosophy because it was sterile and sought intellectual certainties rather than seeing our intellectual and emotional life (heart/brain; halachah/agadah ) as a continuing dialogue. And yet he remained a philosopher at heart. His disastrous attempt at universalism was revealing and embarrassing. Why did he have to discuss whether there is universal truth (or "truths" as I think he said). Does one need an answer to that question? Jewish "specialness" is not a subject for philosophising. If it exists, it exists as a sensation shared by people who have immersed themselves in Jewish teaching, practice and communal life.

    While he had no doubts about his own intellectual abilites, his rather late immersion in serious Jewish study (not coming from generations of yeshivah trained rabbanim) left him in awe not only of the Rebbe (not such a bad choice!) but of the charedi elite in London. It had a debilitating effect and as Chief Rabbi he felt he had to be stricter than strict. He was unnecessarily severe about involvement with Limmud and did little for the women in the community and the agunah problem (apart from promoting pre-nuptial agreements). Thus having rejected the formalities of Greek philosophy he imposed a straight-jacket on himself in dealing with the community and halachic matters. His respect for difference stopped short.

    As a student he yearned to extend his horizons both Jewishly and non-Jewishly. He was a brilliant pupil who absorbed everything (perhaps too much, like the "sponge" in Pirkei Avot). As Chief Rabbi he liked to be seen as having answers and giving sage advice but when I saw him address the Iraqi community in south Manchester one Shabbat afternoon he was not "with" them. It was very sad. The community was already dwindling but he spoke about regeneration in the context of the Shoah. Was he lacking in love for his communities?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Thanks for your reaction, Daniel. There is one thing I don't understand. By saying "whether there is universal truth (or "truths" as I think he said)" you suggest it is unimportant to speak about the existence of different truths instead of one superior truth. I think it makes a great difference, also in the light of respect and tolerance different religions can generate for each other.

      Verwijderen

  3. Ik vind juist de oudere versie van het boek minder veel belovend….. Denk je dat zijn aanpassingen onder druk zijn gemaakt of dat het voortschrijdend inzicht is? Ik zelf hoop het laatste....

    En ik vind dat je Plato en die hele traditie toch te veel scheidt van de universele dimensie in Israëls traditie zelf. Het lijkt mij zonneklaar dat de traditie universeel was (en is) én particulier: Adonai is de God van de hele aarde (universeel) en eens zal Israel hersteld worden (particulier) en zal vanuit Sion (particulier) God rechtspreken en het licht zal schijnen vanuit Sion. Dan zullen alle volkeren op bedevaart komen naar Sion (weer die universele dimensie, gekoppeld aan het particuliere). Ik ben het eens dat er bij Plato weinig particuliers te vinden is, maar het universele, alles omvattende van Plato is wel degelijk in de Joodse traditie een onopgeefbaar punt: Hij is Heer over alle naties. En er is in de bijbel geen enkele plaats voor modern religieus pluralisme: dat is gewoon moderne inlegkunde en wordt dus ook lijkt mij terecht weerstaan door heel wat rebbes. Wel is het die ene God ook om de andere volkeren te doen: door Abraham - what's in a name!- zullen alle volkeren gezegend worden. Ik vind juist dat het moderne religieuze pluralisme het echte particuliere van Israel vernietigt. Want dat levert het beeld op dat het particuliere in wezen niet van belang is toch? Daarom komen ze m.i. terecht in opstand tegen die oude uitgave.

    In een beeld: Naaman krijgt uiteindelijk het inzicht dat al die goden thuis nietsen zijn en dat hij grond uit Israel moet meenemen om thuis te kunnen aanbidden. Moeten we allemaal niet een beetje grond, twee muildiervrachten, meenemen van daar?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Die vraag naar het motief van de aanpassingen in zijn boek had ik Sacks zelf nog wel willen voorleggen. Uit de Engelse krantenartikelen van destijds begrijp ik dat hij heeft moeten inbinden. In het In memoriam van deze week in het NIW schrijft rabbijn Lopes Cardozo dat voor Sacks de middelmatigheid van het conventionele orthodox-Joodse milieu soms een obstakel was. Maar zulke grote denkers als hij “leren daarmee leven”.

      Ik denk dat je gelijk hebt dat Tenach zowel een particularistische als een universalistische dimensie heeft. Maar voordat die universalistische dimensie ten volle benoemd kan worden zal het begrip universalisme verlost moeten worden van alle gewelddadige associaties die zich daar in de loop van de geschiedenis aan gekoppeld hebben. Door universalistische pretenties van wereldgodsdiensten, door westers imperialisme en zendingsdrang, waar Plato niet vreemd aan is. Dan houd je een heel ander universalisme over, een variant waar Sacks ongetwijfeld mee in had kunnen stemmen.

      Verwijderen