De Joodse datum van 9 Av (Tisja b’Av) – die altijd ergens in augustus valt – is zwaar beladen. Dan herdenken we volgens de Joodse kalender de verwoesting van de Tempel in Jerusalem. Of eigenlijk twee verwoestingen: die van 586 vóór de gewone jaartelling door de Babyloniërs, en die van 70 van de gewone jaartelling door de Romeinen. In de weken na de treurnis van Tisja b’Av lezen we in sjoel, ter compensatie, de serie zogenoemde troostlezingen. Die zijn merendeels afkomstig van de profeet Jesaja en zo lazen we afgelopen week zijn hoofdstukken 49 en 50. Een beetje troost kan ik wel gebruiken in deze tijden, dus ik heb mezelf de vraag gesteld: in hoeverre word ik getroost door deze teksten?
Dat blijkt af te hangen van de boodschap die Jesaja brengt, en dat kunnen afhankelijk van welk stuk je leest, verschillende boodschappen zijn. In de hoofdstukken 49 en 50 kom ik er grofweg drie tegen en die verschillen onderling nogal. Ik noem het de registers waarin Jesaja spreekt.
Allereerst het optimistische register van de heropbouw van het verwoeste land. Er is een ramp gebeurd, maar het komt, dankzij Gods steun, weer goed met het land. Er zal weer welvaart zijn, bevolkingsgroei en veiligheid. “Je puinhopen, je verwoeste en vernielde land – weldra zal het te klein zijn voor al je bewoners, en je aartsvijand zal in de verte verdwijnen.” Aan deze woorden ontleen ik wel troost, ik associeer ze met het gevoel van geborgenheid en veiligheid dat de Israëlische democratie en het Israëlische leger in goeden doen te bieden hebben.
Maar dat werkt zó goed dat Jesaja in zijn enthousiasme wel erg ver doorschiet. Dan komt hij in het tweede register, van het machtsdronken triomfalisme. Jesaja voorspelt de wrede manieren waarop Israël zich op zijn vijanden zal wreken. “Ik laat je onderdrukkers hun eigen vlees eten, hun eigen bloed is de wijn die hen dronken maakt.” Dit soort zinnen doen mij denken aan de fanatieke religieus-zionisten in Israël. Ik ontleen daar geen troost aan, integendeel.
En dan is er nog het derde register van Jesaja: niet optimistisch, niet triomfalistisch, maar vermanend. “Jullie allen ontsteken vuur en wapenen je met brandpijlen. Ga door de gloed van dat vuur, brand je aan je eigen pijlen! Luister naar mij, jullie die gerechtigheid najagen.” Troost dit laatste register mij? Nou, niet echt. Ik word fors toegesproken. Het is vooral een oproep om je te bezinnen op je gedrag, Jesaja stelt een gewetensvraag: zijn we wel goed bezig? Het troost me wel dat er in Israël, en trouwens in de hele Joodse wereld, mensen zijn die de oproep tot bezinning à la Jesaja voor de huidige situatie serieus willen nemen. Ik denk aan Jesaja’s naamgenoot Jesjajahoe Leibowitz en de schrijver David Grossman.
Per saldo biedt deze lezing mij dus gedeeltelijke troost. Misschien troost mij nog het meest het feit dat we beschikken over deze bijna drieduizend jaar oude tekst. Die kan ons helpen om te praten en na te denken over vrede, oorlog en ons gedrag.
Wil je commentaar geven of zien: klik op Kan Jesaja mij troosten? en scrol naar beneden door.
Jesaja was gelukkig geen linkse activist, maar iemand die Am Israël chai zeer te harte ging.
BeantwoordenVerwijderen"Misschien troost mij nog het meest het feit dat we beschikken over deze bijna drieduizend jaar oude tekst. Die kan ons helpen om te praten en na te denken over vrede, oorlog en ons gedrag. "
BeantwoordenVerwijderenZo denk ik er ook over. Als je het over Jesaja hebt, kun je het in deze column hebben over de ik-figuur in de betreffende hoofdstukken maar ook over het bijbelboek (en de hoofdstukken) an sich. Zelf lees ik in die hoofdstukken een oproep tot verantwoordelijkheid : om licht te zijn, te onderwijzen, te herstellen, rechtvaardigheid te zoeken. Misschien niet alleen voor Am Israël maar voor de hele mensheid. Het lijden van ebed Adonai is onderdeel zijn roeping; ze vraagt inzet en profetische moed.
Er is zeker ruimte voor meerdere betekenislagen.
Troost is mooi, en kan je hoop geven, maar elke tekst (en zeker Bijbelteksten) vraagt om context, uitleg, duiding. Wat de een troost, is dat niet voor een ander. Het feit dat jij er al drie "betekenissen" uit destilleert is ook al een blijk hiervan. Zelf herken ik ik in deze tekst typische menselijke reactiepatronen die blijkbaar universeel zijn. Dat stemt me tot nadenken. Wie zal zeggen dat ik het in een vergelijkbare situatie het moreel beter zal doen? Er is niets nieuws onder de zon. Om met een ander bijbels inzicht te eindigen.
Verwijderen