zaterdag 23 juni 2018

Liefde en hypocrisie


Soms vind ik Naema Tahir als columnist een beetje simpel. Maar naar aanleiding van het huwelijk van Harry en Meghan sloeg ze de spijker op de kop. De schenkende, of opofferende liefde waarover bisschop Curry zo begeesterd preekte, is mooi, maar de bisschop gaat te ver als hij de opofferende liefde presenteert als “oplossing voor alle problemen in de wereld.”

Ik vond het best moedig ook, van Tahir. Want “zijn toespraak toverde een glimlach op de lippen van menigeen.” Eindelijk weer eens een verschijning die het grote publiek iets meer biedt dan bling-bling-verhalen en materieel nepgeluk en dan ga jij daar direct een vraagteken bij plaatsen?

Wat mij betreft is het van het grootste belang dat vraagteken te durven zetten. Want als model voor sociaal of maatschappelijk handelen is opofferende liefde onbruikbaar. En dat niet alleen, het is gevaarlijk. Die modelmatige opvatting van liefde impliceert namelijk de gedachte dat je opoffering als generiek ideaal kunt poneren en propageren. En vervolgens als iets wenselijks kunt opleggen aan anderen en het tot programma kunt uitroepen. Juist vanwege het enthousiasme dat erbij hoort, is de overgang naar dat soort utopieën snel gemaakt. Inclusief strengheid en veroordeling van wie de idealen niet deelt of er niet aan voldoet. Dan kom je uit bij de hypocrisie van de ‘liefdesgestichten’ van de Zusters van de Goede Herder, die afgelopen weken in het nieuws waren omdat daar van 1860 tot 1973 zeker 15.000 meisjes en vrouwen onbetaald werk moesten verrichten. Of bij de afgedwongen solidariteit van de communistische heilstaat. Zie ook de geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid in Veenhuizen.

Er is een goede verklaring voor het verschijnsel dat veel goedbedoelde ideologieën van zelfopoffering op zo’n ontluisterende manier in hun tegendeel verkeren. Het idee van zelfopofferende liefde boort diepe verlangens van overgave aan en genereert enthousiasme, zoals zichtbaar in de reacties op de bisschop. Maar het zijn waarschijnlijk precies dat enthousiasme en diepe verlangen die ongeduld en realisatiedrift genereren. En daarmee haast en lichtzinnigheid. En dat resulteert in dwang en hypocrisie, want het onbereikbaar gebleken ideaal moet wel overeind worden gehouden.

De wereld zit ingewikkelder in elkaar dan het simplistische enthousiasme wil weten. Dat enthousiasme, ook al is het voor zoiets als liefde, is dus enigszins wereldvreemd, en als het daar achter komt wordt het gevaarlijk. Want om de veronderstelde maar achterblijvende utopie alsnog te redden moet je steeds meer dwang en leugen in gaan zetten.

Zelfopofferende liefde is beslist een aanstekelijk fenomeen. Maar per saldo is het – op z’n best – mogelijk van belang voor het individu, maar als maatschappelijk model niet te gebruiken; en op z’n slechtst, wanneer het wél wordt ingezet als maatschappelijk model: een bron van hypocrisie en gewelddadigheid.

Jonathan Sacks verwoordt het als volgt: “Liefde, bij uitstek de emotie die vorm geeft aan menselijke banden en die ook nieuw leven voortbrengt, is noch simpel noch universeel goedaardig in haar effecten.” Rechtvaardigheid is minstens zo belangrijk.

Zie ook Een kwestie van volwassenheid en Ongemakkelijke vragen

zaterdag 16 juni 2018

Hoe ga ik hiermee om?


Alarmerend nieuws van het klimaatfront: het verlies aan ijs op Antarctica is in tien jaar verdrievoudigd. Een forse zeespiegelstijging dreigt.

Hoe ga ik om met dat soort nieuws? Vaak dacht ik: dit is een ernstig probleem, maar het zal mijn tijd wel duren. Maar ik begin me te realiseren dat het nog sneller kan gaan dan eerst gedacht, en dat ik er volop mee te maken krijg.

Ik vind het lastig dat ik dit probleem ernstiger neem dan de meeste mensen die ik tegenkom. Wat moet ik zeggen tegen mijn vrienden, kennissen, familie die vliegen de gewoonste zaak van de wereld vinden? En hoe houd ik me staande tegenover al die surrealistische berichten over ‘de noodzaak van een tweede nationale luchthaven’ en voorspellingen over verdubbeling van het aantal vluchten wereldwijd in de komende jaren? De cognitieve dissonantie wordt welhaast ondraaglijk.

Ik kan natuurlijk voordeel behalen uit het feit dat ik zwaarder til aan deze ontwikkeling dan anderen. Het zou mij moeten helpen om te verhuizen van het Westen van het land naar de veiligere hoge zandgronden, vóórdat iedereen dat wil, de huizenprijzen in de Randstad gaan zakken en op de veilige plekken gaan stijgen.

Maar daar moet ik nog even niet aan denken. Ook voor mij is er kennelijk nog meer alarmerend nieuws nodig.

Zie ook Ik heb makkelijk praten

woensdag 6 juni 2018

Nijmegen 2018


Alsof 1968 niet vijftig jaar geleden was, en Nijmegen nog steeds de springlevende hoofdstad van activistisch Nederland. Die indruk hield ik over aan de lezing Levinas, Vulnerability and Responsibility door de Levinas-kenner Robert Bernasconi, maar vooral aan de aansluitende discussie met Anya Topolski, filosoof van de Radboud Universiteit.

Onze verantwoordelijkheid voor de ander, voor álle anderen, voor ál het onrecht in de wereld is eindeloos, en niet te delgen. Op een andere manier kon je Levinas niet lezen, volgens de discussianten op het podium, en daaruit volgde dat je gehouden bent een niet aflatende strijd te voeren tegen de status quo van de gevestigde orde, en voor rechtzetting van onrecht.

Maar, kwam de vraag uit de zaal, kan daar ook niet een grens aan zitten? Je kunt toch soms de grenzen bereiken van wat je kunt dragen aan lijden, en je daar dus, al is het maar tijdelijk, voor af willen sluiten? Al is het maar voor je geestelijke gezondheid?

Nee, was het antwoord van de discussianten op het podium, de theorie van Levinas laat een dergelijk afstand nemen niet toe. Onze verantwoordelijkheid is volgens die theorie oneindig, en die last zullen we in zijn volheid moeten dragen.

Ik vind dit niet zo’n vruchtbare uitleg van Levinas, maar ik moet toegeven dat de meester zelf daar duidelijker in had kunnen zijn. Maar ik geloof niet dat hij ons heeft willen opzadelen met de ondraaglijke kwetsbaarheid waarover Bernasconi en Topolski met enige graagte spraken.

Bovendien zal een Levinas met zoveel ‘moeten’ niet makkelijk aanslaan, denk ik. Dus als hij het wel zo bedoelde dan ben ik zo vrij om dat te schrappen als tamelijk onbruikbaar. Er blijft genoeg waardevols over. Met name de, gelukkig door Bernasconi benadrukte, boodschap – tegen de gangbare cynische filosofie in – dat er zoiets is als ‘aangeslagen zijn door de ander’ en je in je handelen daardoor laten leiden – dat is revolutionair genoeg. Ook voor Nijmegen.

Zie ook Levinas en mei '68 en Levinas zoals ik hem begrijp