donderdag 26 september 2013

Markering


Alle religie is één pot nat, zo kun je regelmatig horen en lezen. Tradities die vroeger helder onderscheiden waren lopen tegenwoordig meer door elkaar heen. Steeds meer mensen shoppen dan ook hun eigen levensbeschouwing bij elkaar uit het aanbod van de verschillende tradities. Dat komt, zegt bijvoorbeeld het blad Happinez, omdat mensen op zoek zijn naar existentieel houvast en ‘iets’ dat boven ons uitstijgt. En daarvan is in alle tradities wel iets te vinden.

Maar soms vallen er – denk ik – tussen de religies toch wel heldere markeringslijnen te trekken. Een scherpe lijn, namelijk tussen Jodendom en Christendom, kwam ik laatst tegen op het vlak van de vraag waar je mogelijk je diepere waarheden kunt vinden.

Ik las over de grote Christelijke mysticus Meister Eckhart. Van hem stamt de uitspraak “Waarom zoeken jullie het buiten je? Waarom blijf je niet in jezelf en grijp je niet aan wat goed is in jezelf? Jullie dragen immers de hele waarheid wezenlijk in je”.

Dit geluid kan ons bekend voorkomen, niet alleen vanuit kennis van antieke of middeleeuwse mystici, maar ook vanuit meer hedendaagse op het zelf gerichte spirituele trainingsprogramma’s als Avatar of Landmark. De gedachte dat de hele kosmos in jezelf verankerd is, zit kennelijk diep in de Westerse genen.

Dat is anders in de Joodse traditie. Het Jodendom kent ook het geloof dat ieder mens een kosmos op zichzelf is, blijkens de Talmoedische uitspraak dat wie één mens redt een hele wereld redt. Maar de fascinatie gaat eerder uit naar de radicale verschillen tussen die kosmossen, dus naar de radicale andersheid van een andere mens.

Een uitvloeisel van die fascinatie is de overtuiging dat je dus niet de hele wereld wezenlijk in je draagt. Juist niet. Er ontsnapt mij altijd iets, namelijk datgene waarin die ander wezenlijk anders is. Op een manier die ik nooit had kunnen verzinnen.

Met die benadering schept de Joodse traditie zijn eigen puzzles en vragen: hoe kunnen wij elkaar begrijpen, hoe kunnen wij, met die radicale verschillen, met elkaar samenleven?

Duidelijk is daarbij in ieder geval dat het zelf zichzelf nooit genoeg is.

Zie ook Heilig vuur, Geloof en religie en Seculiere varianten

donderdag 19 september 2013

Managemamsterdamage


Er zijn managers in Amsterdam – ik heb ze meegemaakt – die denken dat je het als manager goed doet als je lijstjes maakt met taken, ze uitdeelt aan je medewerkers, en vervolgens de uitvoering strikt bewaakt.

En ook als je regelmatig de bullebak uithangt en heel stellig praat, zodat mensen een beetje bang voor je worden en niet met je gaan spotten.

En ook als je wel doet alsóf je luistert naar je medewerkers – “heel belangrijk” – maar verder precies doet wat je toch al in je hoofd had.

Die managers geloven daar oprecht in, dat geloof ik wel, maar ik heb het altijd een beetje raar gevonden van de gemeente Amsterdam. Toch is het een veel breder verspreid verschijnsel, las ik laatst bij Ben Tiggelaar in de NRC. Hij vertelde dat er eigenlijk veel slechte managers zijn en dat ze ons veel kosten. Slechte Amerikaanse managers kosten de Amerikaanse samenleving volgens de berekening die Tiggelaar presenteert zo’n 270 miljard Euro per jaar. Getransponeerd naar Nederland zouden de Amerikaanse cijfers uitkomen op een kostenbedrag van ruim 14 miljard Euro per jaar, en voor de gemeente Amsterdam op 15 miljoen Euro.

Die kosten zitten in het productiviteitsverlies als gevolg van kleinerende, instabiele, autoritaire, agressieve stijlen van management. En in de gezondheidsschade als gevolg van de chronische stress die slechte chefs veroorzaken, want die kan leiden tot angstgevoelens, depressiviteit en een slechter functionerend immuunsysteem.

Het goede nieuws is dat verbetering te verwachten is van allerlei sympathieke zaken zoals besef dat je als baas een grote invloed hebt op andermans werkplezier en prestaties. En dat door allerlei simplistische technieken gestuurd management niet loont.

Als ik het niet dacht.

Zie ook Soorten overleg en Baan kwijt

vrijdag 13 september 2013

The Story of the Jews


“In de groots opgezette, vijfdelige BBC-serie The Story of the Jews duikt historicus Simon Schama in de geschiedenis van het Joodse volk. Hij begint zijn verhaal drieduizend jaar geleden met de opkomst van een aantal stammen in het land van Kanaän, hun heilige boek en de stormachtige relatie met hun wraakzuchtige god. De komende weken doet Schama uit de doeken hoe de Joden vochten – en nog steeds vechten – voor hun land en hoe oorlogen met rivaliserende volkeren, buurlanden en overheersing door de Romeinen en andere invasiemachten de geschiedenis van het Joodse volk hebben bepaald.”

Als deze aankondiging in Trouw een adequate samenvatting is van Schama’s serie dan valt me dat van hem tegen. Heersen en overheersd worden, daar zou het volgens deze tekst om gaan bij de Joden.

Nu is dit op zichzelf niet zo opzienbarend. Er zijn genoeg cynische darwinisten die de strijd om de macht beschouwen als de basiswet van het menselijke bestaan en van de interactie van volkeren met elkaar. En waarom zou het Joodse volk aan die wetmatigheid ontsnappen?

Maar is met een dergelijke beschrijving dan alles gezegd over een volk? In dat geval kun je de geschiedenis van een volk inderdaad afdoen als een geweldsgeschiedenis en zijn god als wraakzuchtig.

Maar naar mijn mening heb je dan veel interessante aspekten gemist, in ieder geval van het Joodse volk. Want, wat als zo’n volk zich vragen stelt bij het geweld dat het uitoefent of ondergaat? Wat als een ‘wraakzuchtige God’ een metafoor wordt voor de als grillig en despotisch ervaren bloedige werkelijkheid? En daarmee een enscenering mogelijk maakt voor verhalen die mensen in staat stellen om beter om te gaan met het ervaren geweld?

Er is een waarheid die verschijnt als grove willekeur en die je niet begrijpt. Maar de bijbelverhalen maken die waarheid iets tastbaarder en daardoor iets meer geschikt voor de zoekende reflectie dan het brute geweld zelf. Dankzij de verhalen, met hun willekeur en ongerijmdheden, kun je je daar enigszins toe verhouden in plaats van er midden in te zitten.

Je kunt daardoor gaan houden van die verhalen en van de reflectie die ze mogelijk maken. En daardoor zelfs van de God die in de verhalen figureert. En omgekeerd blijkt die God van ons te gaan houden en barmhartigheid en liefde te kunnen tonen. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in de liturgie van de Joodse feestdagen van deze weken met het terugkerende zinnetje “Heer, Heer, God vol liefde en genade, geduldig en groot is uw trouw en waarheid, die zijn trouw bewaart tot aan duizenden geslachten, die de misdaden en het verkeerde en de tekortschieting vergeeft en die ongestraft laat”.

Ik ben bang dat, zonder vermelding van de menselijke liefde voor de Tora-verhalen en de goddelijke liefde voor de mens, de serie maar matig interessant zal zijn. Waarschijnlijk blijft ook de kernzin van de Joodse traditie - namelijk “Luister Israël, De Heer onze God is één” - volkomen onbegrijpelijk.

Zie ook Meerstemmigheid, Kol Nidrei en andere illusies en Geëngageerd roddelen

vrijdag 6 september 2013

Macht en weerzin


Wat mij het meeste doet neigen tot het standpunt van Obama in de Syrische kwestie is diens aarzeling om over te gaan tot de ‘strafexpeditie’. Er waren al eerder gifgasaanvallen en ook toen werd Obama herinnerd aan zijn ‘rode lijn’, maar hij besloot niet in actie te komen. En na de recente gifgasaanvallen duurde het even voordat de Amerikaanse president met zijn beslissing kwam.

Natuurlijk, toen die eenmaal genomen was zette Obama alle retorische en communicatieve technieken in om een standvastige en besliste indruk te maken. Maar de aanloop daarnaar toe gaf mij de indruk dat hij daar behoorlijk wat weerzin voor heeft moeten overwinnen. En dat vind ik sympathiek en overtuigend.

 Die aarzeling past in ieder geval niet bij het beeld van een imperialistisch Amerika dat de rest van de wereld als zijn speeltuin beschouwt. En ook niet bij het beeld van de neo-conservatieve Bushiaanse variant daarop, die democratie wilde exporteren en dat moeiteloos koppelde aan het garanderen van de olie-importen. Integendeel, Obama erfde twee oorlogen van Bush en getroost zich veel moeite om daar vanaf te komen. Als er nu ingegrepen wordt is het echt omdat wat er gebeurt te gruwelijk is om te laten passeren.

Die, bijna tastbare, weerzin bij de president tegen ingrijpende militaire avonturen maakt ook Obama’s huidige manoeuvre plausibel, namelijk zijn beslissing om de zaak aan het Congres voor te leggen. Je kunt je hooguit afvragen waarom hij daar niet eerder opgekomen is.

 Raar dat deze behoedzame, fatsoenlijke en nog steeds idealistische president zich op een ander vlak als een houwdegen ontpopt. Als het gaat om klokkenluiders zoals Snowden en Madding eist hij nationalistische kadaverdiscipline en torenhoge straffen. Terwijl het soort burgermoed van klokkenluiders, juist in een democratie, van onschatbare waarde is. Het zou beloond moeten worden.

 Zie ook Wawww!