Die gedachten vertrekken vanuit een indeling in drie niveaus waarop wij ons gezamenlijke leven organiseren. Te weten: het macroniveau van regelgeving door de overheden - Europees, nationaal of lokaal; het mesoniveau van organisatie en management in particuliere bedrijven, scholen en overheidsorganisaties; en het microniveau van het gezin en de buurt.
Het microniveau laat ik hier buiten beschouwing, ik concentreer me op de gedachte dat er mogelijk een belangrijk verschil is tussen het mesoniveau en het macroniveau. Het eerste biedt naar mijn idee meer mogelijkheden voor de organisator/regelaar tot menswaardige interactie dan het tweede.
Neem bijvoorbeeld op het macroniveau de regelgeving die bepaalt wie er wel en wie niet in Nederland mogen wonen. Aan die regelgeving moet de eis gesteld worden dat die duidelijk is en in gelijke mate van toepassing op iedereen die het betreft. Dat is een kwestie van rechtvaardigheid die, vanwege het publieke karakter van de regelgeving, strikt gehandhaafd moet worden.
Nu zijn er, ook voor regelaars op dat niveau, wel manieren om tegemoet te komen aan mensonterende toestanden die van die regeling het gevolg zijn. Voor schrijnende gevallen kan de regelaar een beroep doen op zijn discretionaire bevoegdheid en minister Leers heeft dat bijvoorbeeld in het geval van Mauro gedaan.
Maar meteen wordt duidelijk hoezeer dit wringt: “Kamerleden kennen vele Mauro’s” en “Eén grote asielzoekerloterij” luiden de krantenkoppen. En met iedere talkshow met weer een andere Mauro erin neemt de manoevreerruimte voor de minister af als hij niet terecht wil komen in de willekeur van showbizzpardons. “Als je zulke enorme macht over mensenlevens bezit, kun je geen uitzonderingen maken omdat iemand toevallig in de media komt”, schreef Rosanne Herzberger terecht.
Vergelijk dat met de positie van een regelaar op het mesoniveau: de manager of organisator. Ook die moet goed in de gaten houden dat gelijke monniken gelijke kappen dragen. Maar de rechtvaardigheid hoeft daar niet het strikte karakter te hebben dat overheidsregelingen moeten hebben. Er is een vorm van rechtvaardigheid mogelijk die voortkomt uit persoonlijke ontmoetingen tussen de regelaar en zijn mensen, uit kennis van individuele mensen.
Directe interacties kúnnen daar een plaats krijgen, simpelweg omdat regelaar en medewerkers elkaar fysiek vaker tegenkomen dan een minister zijn burgers. Maar ze mógen dat ook omdat er geen publieke en daardoor strikte rechtvaardigheid vereist is.
Het mesoniveau neigt vergeleken met het macroniveau al wat meer naar het gezin. Daar kun je best wisselen in de aandacht die je aan de een of de ander besteedt zonder dat de rechtvaardigheid in het geding is. Als de interactie met je mensen je lief is kun je daar heel wat mee in organisaties. In ieder geval meer dan minister Leers ermee kan op zijn niveau.
Zie ook Behapbaar en Levinas en Israël
Naud,
BeantwoordenVerwijderenMooi dat onderscheid in drie nivo's. Het kan verhelderend werken voor wie geconfronteerd wordt met de dilemma's rondom '(on)rechtvaardigheid' in een besluitvorming. De twee zinnen die me het meest intrigeren gaan over het mij zo bekende meso-nivo. Je schrijft:
'Directe interacties kúnnen daar een plaats krijgen, simpelweg omdat regelaar en medewerkers elkaar fysiek vaker tegenkomen dan een minister zijn burgers. Maar ze mógen dat ook omdat er geen publieke en daardoor strikte rechtvaardigheid vereist is.'
Op 'kunnen' en 'mogen' heb je een accent geplaatst. Wel twee accenten die een wereld van verschil maken. En die aangeven dat het meso-nivo eigenlijk niet zoveel verschilt van het macronivo. Hooguit op gevoelsnivo.
Dat is ook de tragiek die veel lokale bestuurders kennen. Want 'strikte rechtvaardigheid' is ook daar tot de norm verklaard. Elk besluit op meso-nivo ligt de volgende dag onder het lokale vergrootglas. Twitter en Facebook hebben de lokale journalistiek ingehaald.
Nee, we willen er in Nederland nog niet aan: aan flexibiliteit in rechtvaardigheid. De omstandheden van geval tot geval mee laten wegen. Omdat uitzonderingen honoreren riekt naar cliëntelisme. Het is een gevangenis, waar de overheid zichzelf in heeft opgesloten.
Bert Blase, burgemeester van Alblasserwaard, weegt in zijn boek "Burgemeester van beroep" bestuurlijke afstand af tegen nabijheid en kiest zelf het liefst voor nabijheid. Volgens Trouw gaat hij vervolgens wel in op de keerzijde van zijn keuze voor nabijheid boven afstand tot de inwoners. Een burgemeester kan inwoners die een gevaar zijn voor zichzelf of anderen gedwongen laten opnemen; hij mag mensen desnoods een straatverbod opleggen, hij is hoofd van de politie. Die rol van vrijheidsbeperker zou een burgemeester beter kunnen vervullen als hij zich wat afstandelijker opstelt. Dan wint hij aanzien.
VerwijderenToch zet Blase in op betrokkenheid en contact. Dat doet hij vanuit zijn overtuiging dat nabijheid en gezag elkaar niet uitsluiten, maar versterken. Blase: "Ik kies voor nabijheid, maar als legitimatie voor het winnen van gezag. Door echt interesse te tonen en confrontaties niet uit de weg te gaan, bouw je vertrouwen op om je gezagspositie waar te maken. Het is net als in het gezin: als ouders volledig geïnteresseerd zijn in hun kinderen, zijn ze ook in de positie om streng te zijn."
Dag Naud,
BeantwoordenVerwijderenHet voornaamste verschil tussen macro- en mesoniveau ligt in de afstand tussen beslisser en afhankelijke. Menselijkheid en rechtvaardigheid zijn minder afhankelijk van het niveau van besluitvorming dan van beschaving. Zeker in onze mediacratie waar veel wordt gebracht in termen van (vermeende verworven) rechten en compassie wordt verward met medelijden, biedt de wet de beste kans op gelijke behandeling. Het is niet anders.
Monk
Maar zou het niveau van besluitvorming niet van belang zijn om de "genuine social reality" (woorden van Bernard Williams) een stem te geven in de besluitvorming, als tegengesteld aan alleen abstracte beginselen?
VerwijderenDag Naud
VerwijderenOm je vraag te beantwoorden: de stelling tussen abstractie en straatniveau is nu wel erg zwartwit. Ik bedoelde te zeggen dat we niet teveel hoeven te verwachten van de zgn genuine social reality. Kijk naar het politiek functioneren van stadsdelen. Ook op lokaal niveau laten politici hun oren vooral hangen naar de hardste schreeuwers en degenen die zij veronderstellen als hun electoraat.
www.monkwise.nl
Hallo Monk,
VerwijderenHet lokale politieke niveau reken ik ook tot het macroniveau omdat daar de staatkundige principes van strikte rechtvaardigheid en gelijkberechtiging even hard van kracht zijn. In onderscheid daarmee reken ik de uitvoeringsorganisatie van de stadsdelen tot het mesoniveau van management en organisatie. Niet dat daar alles goed gaat, maar wel dat mogelijkheden van het mesoniveau daar te vinden zijn. Ik vind het dus niet erg dat de politieke stadsdeelorganen verdwijnen en goed dat de uitvoeringsorganen op stadsdeelniveau blijven bestaan.
Groet, Naud
Beste Naud,
BeantwoordenVerwijderenZoals veel van je vorige columns heb ik ook deze laatste, over het mesoniveau, met belangstelling gelezen. Leuk dat je elke keer weer tot denken prikkelt!
Graag geef ik je een korte reactie, voortkomend uit mijn deze keer in verbazing resulterende verwondering.
Wat me in deze column verbaasde is het vijfde woordje in een van de laatste zinnen, waarin je schrijft: "Als de interactie met je mensen je lief is kun je daar heel wat mee in organisaties". Hoezo "je mensen" ? Als het om "rechtvaardigheid" gaat lijkt dat bezittelijk voornaamwoord mij hier niet legitiem. Mensen, zelfs 'medewerkers', lijken mij niet het rechtmatig bezit te zijn van 'regelaars', hoewel die regelaars dat vaak wel lijken te denken, evenals de bazen, opleiders en Bestuurders van die regelaars! ( denk aan de vanzelfsprekendheid waarmee een Bestuurder van het AMC Ziekenuis zich onlangs liet ontvallen dat de medisch specialisten 'bij ons in loondienst zijn' !).
Ook verrassen me de woordjes 'heel wat' die je schrijft in de zin:"als interactie met mensen je lief is kun je daar heel wat mee in organisaties". Wat bedoel je daar met die twee woordjes? Het lijkt wel alsof je wilt suggereren dat mensen 'in organisaties' naar hartelust met elkaar kunnen interacteren (en dat ze dat ook naar lieve lust kunnen en zullen doen 'als interactie met mensen hen lief is'! ). Mij lijkt dat juist het tegengestelde aan de hand is 'in organisaties', namelijk: "als interactie met mensen je lief is raak je diep gefrustreerd en wanhopig in organisaties, mede als gevolg van de dominerende dwang en bemoeizucht van daar overal opduikende regelaars".
Ik ben benieuwd of ik jouw tekst totaal verkeerd heb begrepen - of dat ik mijn beeld van de interactie-mogelijkheden, -kwaliteiten en -rechtvaardigheid in organisaties grondig moet herzien en wellicht zelfs - in navolging van jou -- dit mesoniveau-fenomeen een nog lang voortbestaan zou moeten gunnen, ter wille van al die mensen die het interacteren met elkaar lief hebben.
Mocht je tijd en zin hebben mij hierin tot dieper en juister inzicht te brengen, dan verheug ik mij op onze interactie daarover, in welke context dan ook!
Met een waarderende hartelijke groet,
Edu.
Hallo Edu, dank voor je reactie.
BeantwoordenVerwijderenJa, kennelijk is er voor mij zoiets als "lekker werken" dat zich ook voor kan doen binnen een organisatiestructuur compleet met bazen en regelaars erbij. Die moeten wat mij betreft dan wel aan allerlei voorwaarden voldoen (zie mijn stukje http://naudvanderven.blogspot.com/2008/01/soms-geloof-je-er-zelf-niet-meer-in.html). Maar als aan die voorwaarden voldaan is dan kunnen uitdrukkingen als "mijn mensen" of "interactie" een dierbare klank krijgen. Ik moet wel zeggen: aan die voorwaarden is niet zo snel voldaan.
Jan Pool
BeantwoordenVerwijderenGewaardeerde heer van der Ven, graag wil ik een kleine reactie geven op uw column.
Bij het lezen van de column word ik m.n. aangetrokken door de zin ´Aan die regelgeving moet de eis gesteld worden dat die duidelijk is en in gelijke mate van toepassing op iedereen die het betreft. Dat is een kwestie van rechtvaardigheid die, vanwege het publieke karakter van de regelgeving, strikt gehandhaafd moet worden. Volgens een Nederlands woordenboek is de uitleg van het woord Rechtvaardig “eerlijk, volgens de wet of volgens je gevoel”. Strikt rechtvaardig handhaven heeft dus kennelijk meer flexibiliteit in zich dan de woorden zelf suggereren, mits je naast de wet ook je gevoel laat spreken. Er lijkt zich in uw stuk een vierde niveau te presenteren naast het macro-, meso- en microniveau, namelijk het Mauroniveau. Als we het Mauroniveau vertalen als ‘rechtvaardig volgens het gevoel’ en dit niveau op laten gaan in de 3 door u genoemde, zijn we wat mij betreft een eind verder en kunnen we strikt rechtvaardig handhaven mogelijk vervangen door waardig rechtvaardig handhaven. Om telkenmale ongelijken gelijk te willen behandelen lijkt mij vanwege vorenstaande niet rechtvaardig. Dus wat mij betreft mogen de monniken verschillende kappen op! Oh ja…en dan maakt het niet uit of je nu wel of niet op de televisie komt, zoals Mauro.
Met vriendelijke groet:
Jan Pool
En die andere terugkeerkandidaat, zonder het gevoelseffect van Mauro, maar met exact dezelfde achtergrond als Mauro, wat doen we daarmee?
VerwijderenDag Naud,
BeantwoordenVerwijderenIk vraag me ook af waarom een beschaving als de onze kennelijk in staat is om zonder een gevoelseffect te kijken naar en te beslissen over 'terugkeerkandidaten'. Terugkeerkandidaten die het onze regelaars ongewild lastig maken nadat de effecten van de strikte rechtvaardige handhaving duidelijk is worden. Immers deze regelaars, en niet alleen diegenen die naastenliefde prediken, hebben geprobeerd om mee te denken om Mauro in Nederland te laten blijven. Ik denk dan ook dat we het gevoelseffect niet moeten projecteren op een Angolese jongen van amper 18 jaar of net iets andere terugkeerkandidaten, maar op onze beschaving. En dan is je terechte vraag meer dan welkom; " wat doen we met de andere terugkeerkandidaten"?
Mvg Jan Pool
Beste Naud,
BeantwoordenVerwijderenGetipt door Edu Feltmann heb ik met studie je blog met de titel “Lang leve het mesoniveau!” gelezen.
Bedankt dat je deze gedachten hebt gedeeld.
Hier een kleine liefdevolle interactie van mijn kant.
Ingegeven door de laatste zin van de eerste alinea, “maar goed, kennelijk zijn onderstaande gedachten sterker dan mijn huidige werkelijkheid”, kwam ik tot de volgende vraag:
Welke mogelijke andere gedachtegangen liggen besloten in deze gedachten, waardoor de huidige werkelijkheid kennelijk sterker is dan de gedachten? Zou de lofzang eigenlijk niet een protestlied moeten zijn?
Om te komen tot andere mogelijke gedachtegangen heb ik de lofzang als volgt samengevat:
De lofzang betreft de mogelijkheden die het mesoniveau voor een regelaar/organisator biedt;
1. om te kúnnen wisselen in de aandacht die je aan de een of de ander besteedt zonder dat de rechtvaardigheid in het geding is.
2. tot directe interacties die daar een plaats kúnnen krijgen omdat regelaar en medewerkers elkaar fysiek vaker tegenkomen.
3. omdat directe interacties daar mógen omdat er geen publieke en daardoor strikte rechtvaardigheid vereist is.
4. omdat, als de interactie met je mensen je lief is, je er heel wat mee kunt.
Andere gedachtegangen, in de lijn van de samenvatting:
Het protestlied betreft de mogelijkheden die het mesoniveau, in tegenstelling tot het macroniveau, voor een regelaar/organisator biedt;
1. om te wisselen in de aandacht die je aan de een of de andere medewerker besteedt ongeacht of de rechtvaardigheid in het geding is.
2. omdat directe interacties daar geen plaats hoeven krijgen, ondanks dat regelaar en medewerkers elkaar fysiek vaker tegenkomen.
3. omdat directe interacties geen publieke en daardoor strikte rechtvaardigheid vereisen.
4. omdat je er heel wat mee kunt, in ieder geval meer dan minister Leers ermee kan op zijn niveau, waar hij alles wat hij doet publiekelijk moet kunnen verantwoorden, wat niet alleen tot rechtvaardigheid dwingt, maar ook de beperkingen van de drang tot indelen en afbakenen genadeloos bloot legt..
In je lofzang ligt kennelijk ook een protestlied besloten en nog veel meer. Mooi.
Meindert Tiemensma
Ja, dat is ook allemaal waar.
VerwijderenGroet, Naud