Zoals bijvoorbeeld dat van Nelleke Noordervliet in Trouw: “De emotie regeert. De ratio heeft er een hele kluif aan om dat monster te temmen. In wezen schelen de misselijke tweets over verdronken vluchtelingen niet heel veel van een zending knuffels.”
En Kim Putters, directeur van het SCP meent dat, “of je nu de grenzen wilt sluiten of enorme barmhartigheid toont”, we moeten waarschijnlijk nieuwe democratische methodes ontwikkelen om met deze problemen om te gaan.
Laat de verschillende emoties maar met elkaar de strijd aangaan, denk ik dan, ook binnen ieder individu afzonderlijk. De uitkomst van die strijd zal waarschijnlijk allerlei tussenposities opleveren, die op zichzelf weer een opstap naar meer ratio kunnen vormen.
Ondertussen moeten we niet doen alsof er niet gekozen hoeft te worden of gekozen wordt. Het Rode Kruis suggereert iets dergelijks in zijn advertenties in kranten en voor de radio, met de leus ‘Laat ons niet kiezen’.
Dat vind ik een ernstig misleidende leus, want natuurlijk wordt er voortdurend gekozen. Politici, van Merkel tot Orban, doen dat op dagelijkse basis door grenzen een beetje meer open en dicht te doen. De UNHCR selecteert vluchtelingen in de regio voor herhuisvesting in Europa en gaat daarbij uit van ‘objectieve criteria’, niet van het ‘subjectief verlangen’ van de vluchteling. En het toeval selecteert doordat sommige mensen net op het goede tijdstip op de goede plek zijn en anderen niet. Ik zou niet weten hoe dat anders kan. Niet iedereen kan hier komen, dat is nu juist de tragiek achter het hele gebeuren.
De utopie van het Rode Kruis gaat uit van dezelfde maakbaarheid als de journalist Ron Frese die laatst de minister-president indringend aankeek en vroeg: “Meneer Rutte, u bent toch wel in control?”. Dat maakbaarheidsdenken staat ver af van het noodgedwongen altijd utilistisch gekleurde handelen van de politiek. Daarin is bepalend wat haalbaar is voor het grootste aantal mensen, burgers en migranten, en daarbij ga je dus altijd uit van een bepaalde mate van collateral damage. Het is een vorm van calculatie.
Moet zoiets mijn favoriete filosoof Levinas, en daarmee mijzelf, niet recht tegen de haren instrijken? Dit staat toch haaks op de aandacht die Levinas vraagt voor de andere mens?
Ja, dat staat het zeker. En al helemaal als je Levinas zo uitlegt dat je voor ieder mens overal en altijd klaar moet staan. Nu leg ik hem niet zo uit, maar dan nog blijft een complicatie in zijn filosofie dat de Ander die ik tegenkom concurrentie kan krijgen van nog een Ander die ik tegenkom, van meerdere Anderen ook. Tegenover hen heb ik ook de absolute verplichtingen waar Levinas het over heeft, maar daardoor worden tegelijkertijd de verschillende verplichtingen enigszins gerelativeerd.
Levinas onderkent deze sociaal-politieke complicatie en loopt er niet voor weg. Maar hij biedt ook geen nieuw gezichtspunt en voegt zich op dit punt simpelweg in de Westerse politiek-filosofische traditie. Die houdt zich al eeuwen bezig met reflectie op afweging van alle concurrerende verplichtingen die mensen tegenover elkaar kunnen hebben. Levinas omarmt met enthousiasme de politieke en rechtsstatelijke instituties van onze samenleving waar die afweging plaats vindt. Hij acht het bestaan daarvan van zeer groot belang.
Als zijn toegevoegde waarde valt wél te beschouwen dat hij laat zien dat die enigszins kille sociaal-politieke belangenafweging nooit zomaar goed is. Door de afweging en de bijbehorende calculatie, worden de oorspronkelijke morele verplichtingen altijd in zekere mate verraden. Hoe zegenrijk het werk van onze wetgevers, rechters en wetenschappers ook is, de zelfgenoegzaamheid die die instituties soms vertonen is wat Levinas betreft per definitie misplaatst. En de stabiliteit en kwaliteit van hun producten hebben een hoog illusiegehalte, gemeten naar de vraag of de oorspronkelijke morele verplichting niet te veel geweld wordt aangedaan. Levinas wordt niet moe daar aandacht voor te vragen.
Zie ook Hoe naïef is Levinas eigenlijk? en Het totalitarisme is onder ons
Geen opmerkingen:
Een reactie posten