woensdag 15 mei 2013

Het totalitarisme is onder ons


Hannah Arendt toonde in haar boek Eichmann in Jeruzalem aan dat het totalitaire Duitsland voor een deel steunde op organisatorische vaardigheden en een gesmeerd lopende bureaucratie. Kun je nu omgekeerd ook zeggen dat organisaties een totalitair karakter hebben? Die suggestie wordt wel regelmatig gewekt, ook door mijzelf. Maar hoe precies is die uitspraak?

Om te beginnen moet je vaststellen dat een aantal parallellen afwezig zijn. En gelukkig maar, want dan heb ik het over de fysieke gewelddadigheid, de moorddadigheid en de  raciale discriminatie die Hitler-Duitsland zo crimineel maakten.

Maar er zijn ook veel parallellen wél aanwezig, te veel om de associatie van organisatie met totalitarisme als onzin af te doen. En daarbij gaat het in veel gevallen juist om aspecten die Arendt benoemt als kenmerkend voor het totalitaire Duitsland.

Een kernaspect waar zij op wijst is de gedachteloosheid. Eerlijk gezegd kom ik dat gevaarlijk veel tegen in organisaties. Te vaak hoor ik van – overigens weldenkende – mensen dat ze vanuit de organisatie nogal wat onsympathieke of onzinnige dingen krijgen opgedragen. En dat ze afgeleerd hebben om daar kritische vragen bij te stellen omdat dat al te vaak is afgestraft.

Op dagelijkse basis praktiseren veel mensen dus datgene wat volgens Arendt het fundament  verschaft voor willekeurig welk totalitair regime: gedachteloosheid. Zij oefenen zich in het negeren van hun eigen, of andermans kritische stem.

En dat gebeurt in een omgeving die tegelijkertijd ronkt van de retoriek. Het gaat over transparantie, het beste uit jezelf halen, je hartstocht volgen, in je kracht staan en andere peptalk. Ook daarin is een parallel te ontdekken met een totalitair regime: de alomaanwezigheid van zoet gekleurde of opzwepende propaganda die er uiteindelijk vooral toe dient om de grip van de bazen te versterken - voor het goede doel uiteraard. Deze retoriek vormt een wezenlijk onderdeel van het beheersingssysteem.

Een derde parallel is gelegen in de klemsituatie waarvan sprake is. “Verzet is onmogelijk”, zegt Hannah Arendt in de film die recent over haar verscheen, “maar er is wel iets wat tussen verzet en coöperatie inzit”. In organisaties staat weliswaar niet je leven op het spel, maar mogelijk wel je hypotheek, je inkomen, je pensioen. Dus een klemgevoel is er beslist, en het is zoeken naar de nodige speelruimte. Misschien hebben wij ook wel erg veel te verliezen, vooral in termen van rechten en te dure huizen. Misschien zijn we daardoor meer chantabel dan nodig is, en versterken we daarmee onnodig de totalitaire grip die organisaties op ons hebben.

Mogelijke andere parallellen zijn te vinden in de manieren waarop ongewenste personen systematisch worden zwart gemaakt, geïsoleerd en uitgestoten. Al die parallellen bij elkaar maken de vraag naar het verband tussen totalitarisme en het moderne organisatieleven beslist relevant. Zeker omdat ze samenkomen in een veel gehoorde cynische opvatting van organisaties: het zijn nu eenmaal onmenselijke machines en daar kun je je beter maar naar voegen. Een dagelijkse training in dit cynisme lijkt mij niet ongevaarlijk.

Zie ook De banaliteit van het kwaad revisitedConstructief nee zeggen en Bauman, Levinas en de bedrijfsethiek

4 opmerkingen:

  1. Beste Naud,
    ja, - de verschijnselen zoals ze zicht voordoen binnen organisaties aan het licht brengen is één zaak. Ze doen zich niet enkel voor in de brede samenleving, maar mijns inziens bijvoorbeled (soms) ook op het niveau van het gezin, de familie edm.,- instituties, samenlevingsvormen en organisaties waar je nu eenmaal niet onmiddellijk buiten kunt. Hoe verder zonder inderdaad de kans te lopen cynicus eerste klas te worden ?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo ?, Dank voor je reactie.
      Zelf ontleen ik bemoediging aan het werk van Levinas. Hij bestudeerde de totaliserende tendensen in onze samenleving en stelde vast dat het geweld ervan veel te maken heeft met 'Denken voor een ander'. Dus ook op het niveau van een relatie, het gezin of organisaties. Daar kun je somber van worden, maar gelukkig - zegt Levinas - is er de denkschaamte waarbij de denker/totalisator zich plotseling bewust wordt van zijn geweld en tot reflectie kan komen.

      Groet, Naud

      Verwijderen
  2. Jaap Hamburger, Broek in Waterland22 mei 2013 om 20:49

    Organisaties zijn er ook in soorten Naud. De ‘total institutions’ zoals gevangenissen, internaten, kostscholen, kloosters, psychiatrische instellingen, een beroepsleger, hebben een veel totaler greep op het leven van de ‘inmates’ dan andere typen organisaties. Ze reguleren alle aspecten van het privé- en sociale leven, 24u p/d en zijn relatief afgeschermd van maatschappelijke beïnvloeding.

    Ik heb altijd in grote -niet-commerciële- organisatie gewerkt; natuurlijk is er een zekere drang en soms dwang naar conformisme, maar er is ook veel discussie achter de voordeur, en georganiseerde ‘countervailing power’. De ‘greep'op het individu is daar toch van een heel andere orde dan die van de totalitaire staat op zijn burgers. De totalitaire staat beheerst de mens ook in zijn privésfeer, de organisatie amper.

    Het toeval wil dat ik juist de Nederlandse vertaling aan het lezen ben van Klemperers Dagboeken 1933/’45. De beklemming, ontreddering en wanhoop die de opkomst van de totalitaire staat veroorzaakt aan ‘zijn’ kant, binnen veertien dagen (!), en het enthousiasme, het conformisme en de gehoorzaamheid die de andere kant ten toon spreidt, dat kan geen organisatie zo snel en compleet realiseren.

    Omdat ik de verschillen tussen ‘staat’ en ‘organisatie’ als het aankomt op het in het gareel brengen van de mensen groter acht dan de overeenkomsten, heb ik de behoefte het begrip ‘totalitarisme’ te reserveren voor de totalitaire staat.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, ik snap wat je bedoelt en misschien is dat ook wel zuiverder.

      Maar als ik denk aan de experimenten van Milgram, dan was de druk van autoriteit of van straf en beloning al voldoende om pijnlijke en zelfs dodelijke stroomstoten toe te dienen aan proefpersonen die ze niet zagen maar van wie ze het gekerm wel konden horen.

      Verwijderen