vrijdag 1 februari 2019
Ido Abram
Ido kwam altijd direct terzake. Je wist meteen wat hij op z’n lever had, althans zo verging het mij altijd bij hem.
Ik herinner me nog een toevallige ontmoeting in de trein, meer dan dertig jaar geleden. Thuis waren we, tot onze tevredenheid, net aangesloten bij de Liberaal Joodse Gemeente (LJG), maar Ido had daar kennelijk juist negatieve ervaringen opgedaan en in no time kreeg ik te horen wat er allemaal mis was met de Liberalen.
Een tijdje later, tijdens een ontmoeting in tram 12 richting Amstelstation: weer onmiddellijk in gesprek. De LJG was misschien wat kleinburgerlijk, vond hij, maar wel open minded. Voelde ik me er ook thuis?
Als ik Ido in sjoel tegenkwam was er altijd die onmiddellijke focus op wat er voor hem of voor mij werkelijk toe deed.
Afgelopen december, op een zeldzame wat betere dag tussen zijn ziekenhuisopnames door, sprak ik hem voor het laatst, tijdens een middag van het Levisson Instituut. Het patroon van onze ontmoeting was nog steeds hetzelfde, misschien nog wat heftiger dan anders. Ja, hij was veel ziek geweest, en dat was deels zijn eigen schuld want als het weer ietsje beter ging dan vergat hij de adviezen van de artsen en dan werkte hij door zonder goed op zijn eten of drinken te letten. Hij had dat wel meer, zei hij, dat doorslaan in dingen waar hij mee bezig was of de keuzes die hij maakte, dan vergat hij de wereld om zich heen, dan werd hij fanatiek. Of ik dat ook zo had?
Soms, zei ik – een beetje, maar iets minder. Meer kon ik op dat pauzemoment niet met hem uitwisselen. Maar het was weer even intens geweest als altijd.
Zijn aandenken zij tot zegen.
Zie ook Een goed gesprek en Leren en tikoen olam
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten