Daarmee is een grote prestatie geboekt. Maar de realisatie ervan dwingt ook tot reflectie op dat ideaal. Was dat, behalve op onderdelen, over de hele linie wel zo nastrevenswaardig? Zoals gezegd, een belangrijk element was het bereiken van een soort abstract universalisme, of identiteitsloosheid. Denk aan de uitspraak van de apostel Paulus in een van zijn brieven: “Er is geen Jood of Griek, geen man en vrouw, want jullie zijn allemaal één in Christus”.
Het lijkt erop dat we moeten erkennen dat dat wellicht iets te veel gevraagd is van de gemiddelde mens, als hij geen gefortuneerde, geglobaliseerde, door-en-door rationele kosmopoliet is. Moeten we niet vaststellen dat worteling van een mens in zijn cultuur, zijn land, zijn volk simpelweg een bestaansvoorwaarde is? De verwaarlozing van dergelijke identiteiten, en de stimulans in de richting van globalisering en voortdurende grensoverstijging kunnen verklaren waarom de tegenreactie in de gedaante van populistische heimwee-bewegingen zo agressief terrein opeist.
Voor mij is dat geen reden internationale samenwerking, Europese eenwording of globalisering te willen stoppen. Maar wel om worteling in eigen cultuur en tradities iets meer op waarde te schatten.
Zie ook Zielig en Houdt het dan nooit op?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten