Zo konden de Palestijnse schrijver Adania Shibli en de Duits-Britse schrijver Sharon Dodua Otoo afgelopen maand twee Duitse prijzen voor hun werk niet ontvangen, vanwege hun verbondenheid met de Palestijnse zaak. En de Zuid-Afrikaanse Candice Breitz zou in de lente een tentoonstelling openen in het Duitse Saarland Museum. Maar de directeur zei zich genoodzaakt te zien de expositie, waar Breitz drie jaar aan werkte, af te zeggen. De stichting achter het museum laat weten de samenwerking met Breitz te beëindigen vanwege ‘de controversiële uitspraken van de kunstenaar in verband met de aanvalsoorlog van Hamas tegen de staat Israël’. Nog altijd is Breitz verbijsterd: “Ik heb Hamas herhaaldelijk en ondubbelzinnig veroordeeld. Maar blijkbaar is dat niet voldoende.”
De houding van de Duitse overheid is begrijpelijk vanwege de beladenheid van de Duitse geschiedenis in relatie tot Joden. En er is ook iets te zeggen voor een dergelijke straffe houding gezien het gemak waarmee men in progressief-linkse kringen overgaat tot demonisering van Israël en Joden. Er mag om anti-Joodse uitingen wel een extra hek gezet worden.
Maar toch moet je daar voorzichtig mee zijn. In de eerste plaats omdat een overheid die bepaalt wat je mag denken erg bevoogdend is en omdat die bemoeienis riekt naar censuur. Ik hecht veel waarde aan de mogelijkheid van mensen om hun eigen standpunt te bepalen. Verder vind ik het een beetje eng. Want je kunt als het ware het moment al voelen aankomen dat men genoeg heeft van die bevoogding en dat je dan precies de tegengestelde standpunten als een boemerang terugkrijgt.
Het is kennelijk erg lastig omgaan met deze materie. Dat is te zien aan Amerikaanse universiteiten waar de tolerantie voor pro-Palestina anti-Israël demonstraties soms uitloopt op het beledigen en lastigvallen van Joodse medestudenten. Heb je het dan niet over antisemitisme?
Zie ook Twee soorten vergif.
Wil je commentaar geven of zien: klik op Boemerang en scrol naar beneden door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten