donderdag 18 november 2010

Hoon


Gisterenavond heb ik Abram de Swaan gehoord die in zijn Thomas More lezing sprak over “Het financiële regime; over de gevolgen van een moderne dwaalleer”. Het is een genot om de voordrachtskunstenaar, die De Swaan ook is, te horen spreken. Zijn vernietigende verhaal over het belachelijke geloof van politici en economen in ‘de tucht van de markt’ en over de slechte afloop daarvan ging er bij mij en de rest van de zaal goed in.

Een belangrijke boodschap van De Swaan was: máák ze vooral ook belachelijk, die topbankiers en topmanagers die zich the best and the brightest wanen. Want als ze echt zo knap zijn, waarom liep het dan zo uit de hand? En als ze de markt echt zo belangrijk vinden, waarom laten ze zich dan voor miljarden redden door de staat? En waarom spelen ze elkaar dan de lucratieve ballen en functies toe, in gesloten systemen van coöptatie? Nee, de vrije markt is vooral voor de anderen, voor ondergeschikten, niet voor de top.

Laat hoon het deel zijn van die bonusvangers, aldus De Swaan, en het honen kun je gerust aan hem overlaten. Maar toch vond ik De Swaan sterker op de momenten dat hij in het kader van zijn analyse van de situatie iets anders naar voren bracht. Namelijk de vaststelling dat sommige onderdelen van de dwaalleer ook wel een soort onweerstaanbare aantrekkingskracht hebben. Bijvoorbeeld de gedachte dat de vrije markt als een onzichtbare hand de samenleving kan ordenen. Of de ingewikkelde wiskundige modellen waarmee risico’s konden worden berekend (of weggemaakt) en voorspellingen konden worden gedaan.

De Swaan maakte er geen geheim van dat hij zelf in zijn wetenschappelijke werk ook graag met wiskundige modellen werkte en de fascinerende betovering kent die daarvan uit kan gaan. Die modellen, waarin alles klopt en logisch in elkaar grijpt, kunnen een zodanige roes opwekken dat je oprecht gaat geloven dat de werkelijkheid is zoals de modellen. Ook in een vrije samenleving kan het kennelijk gebeuren dat grote geesten in de greep raken van een dwaalleer.

Kijk, dat vind ik interessanter dan de hoon. Niet alleen omdat De Swaan hier zichzelf in het spel brengt, wat ik zeker sympathiek vind. Maar vooral omdat hij hier raakt aan een element dat grote verklarende kracht heeft als het gaat om de analyse van zo’n patstelling als waar wij in terecht zijn gekomen. Het is niet alléén maar kwade wil van een aantal geldbelusten, maar óók de betoverende werking van logica en wiskundige modellen die hier aan het werk is geweest. Zeg maar: de roes van het denken, ook van denken dat te goeder trouw is, bijvoorbeeld van economische wetenschappers. Die hebben, zoals De Swaan aangaf, via hun fascinatie voor de modellen en abstracties bijgedragen aan de legitimering van de financiële wanpraktijken.

Behalve verklarende kracht biedt het verschijnsel van de misleiding door ons denken ook een beter uitgangspunt voor een constructief gesprek dan hoon kan bieden. Er is namelijk ontegenzeglijk veel hebzucht, maar er is ook veel goedbedoelde illusie. En daar valt beter over te praten - juist omdat er goede bedoelingen achter zitten - dan over hebzucht want dat laatste staat gelijk met kwade wil. En een gesprek over kwade wil is onmiddellijk een beschuldiging.

Het weghonen van de best and the brightest die zich zo belachelijk hebben gemaakt werkt bevrijdend en dat bleek gisteren ook wel. Maar als je niet oppast verzand je in hard tegen hard en ja tegen nee. De Swaan en zijn publiek leggen het dan af tegen “If you're so smart, why aren’t you rich?”, het gelijk van het grote geld.

Zie ook Een enkel zinnetje en Waarom is gezond verstand zo schaars?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten