donderdag 19 mei 2011

Iedereen CEO: Wie gaat dat betalen?


Ik ga even door op de paradigmashift waarmee ik een vorig blogbericht afsloot. Want dat is niet niks, zo’n kanteling van waarden, waarbij wat onder lag meer aanzien krijgt: het echte werk. Als het al waar is natuurlijk.

Een bevestiging van die trend is wellicht te lezen in het boek Iedereen CEO van Menno Lanting. Daarin werkt hij diezelfde verschuiving uit, van minachting naar waardering voor het gewone werk, maar dan met de focus op organisaties. Hij benoemt in zijn boek de gevolgen van die verschuiving in de manier waarop we spreken over werk, leiderschap en management.

De impact van die verschuiving kan wel eens heel groot zijn. Want de hoge waardering die er traditioneel bestaat voor denkwerk, overzicht en beleid ging altijd gepaard met een bijzonder prestige voor een bepaalde - vrij eng opgevatte - vorm van leiderschap en een bijbehorende forse beloning. Dat kan natuurlijk niet zo blijven als je roept “iedereen CEO”, want wie gaat dat betalen? Bovendien, als je die kreet serieus neemt, dan vergruist dat monolithische beeld van dé echte leider tot vele beelden van leiderschap, want iedereen kan het zijn.

Dan is een leider niet per se meer dominant, of te vinden op afstand van het werk, of van het heroïsche kaliber dat in opperste eenzaamheid de moeilijke beslissingen neemt. Dan zijn leiders, zoals Lanting zegt, ineens te vinden midden in de organisatie, dichtbij het werk. Dan kan het zijn dat dezelfde mensen in de ene situatie leidend zijn en in een andere situatie volgend.

Dan wordt het denkbaar dat er meer leiders zijn zoals Jos de Blok van Buurtzorg die als belangrijkste zorg noemt “dat ik mijn eigen rol en positie niet te groot maak. Ik blijft praten over de gewone dingen en de vakprofessie. Ik heb niet zoveel met management en managementtaal en praat liever over cliëntsituaties en de problemen waar de professionals tegenaan lopen. Mijn aanname is dat alles zelf opgelost kan worden binnen de teams. Hierdoor heb ik zo min mogelijk (management)overleggen”.

Dit is werkelijk revolutionair. Paradoxaal genoeg betekent dit dat we (tijdelijk) nog even beroep moeten doen op het heldhaftige leiderschap dat traditioneel zo in aanzien staat. Iemand moet toch de managementvergaderingen verminderen, overhead eruit snijden en de wollige taal afschaffen waarin we elkaar gevangen houden. Kortom, de tak afzagen waarop hij zelf zit. Nog even is er ruimte voor (zeer) heroïsche managers.

Zie ook Wie roept de noodtoestand uit?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten